Antony Gormley
John Hutchinson
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Bakker, 2006 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 903 GOMB |
31/12/2006
Toen de pas gepromoveerde Oostenrijkse kunsthistoricus Ernst H. Gombrich (1909-2001) in 1935 voor een uitgeverij een Engels geschiedenisboek voor de jeugd te beoordelen kreeg, deelde hij de200
uitgever mee dat hijzelf zeker een beter boek kon leveren. In zes weken tijd schreef hij Eine kurze Weltgeschichte für junge Leser ? vert. Een kleine geschiedenis van de wereld. Eerst maakte hij een inventaris van wereldgeschiedenisfeiten met een grote invloed op het leven van velen en nog steeds voortlevend in de herinnering. Daarna werkte hij volgens een vast ritme: 's ochtends lezen wat er over geschiedenis thuis voorhanden was, 's middags in de bibliotheek allerlei opzoeken, 's avonds schrijven in een voor intelligente kinderen begrijpelijke stijl, zonder gegoochel met vaktermen, en tijdens het weekend zijn nieuwe hoofdstukken voorlezen aan zijn vrouw. Het resultaat was een volledig overzicht van de wereldgeschiedenis tot het einde van de Eerste Wereldoorlog. Het boek had veel succes, al kwam het op de verbodenboekenlijst van de nazi's, die het al te pacifistisch vonden. Het werd al snel in vijf talen vertaald, maar niet in het Engels. Dat wou Gombrich immers zelf doen, nu hij naar Londen verhuisd was omdat hem daar een baan was aangeboden, eerst als archivaris van het Warburg Institute, later als hoogleraar kunstgeschiedenis. Hij zou tot zijn dood in Engeland blijven. Tijdens de oorlog werkte hij voor de BBC, als vertaler van Duitse radioberichten, maar al snel ontpopte hij zich tot een alom gewaardeerd kunsthistoricus, o.m. met zijn The Story of Art (1950), een van de compleetste inleidingen in de kunstgeschiedenis, geschreven voor het brede publiek, en ontelbare malen herdrukt en vertaald, ook in het Nederlands (Eeuwige schoonheid). Intussen bleef de Engelse vertaling van zijn wereldgeschiedenis voor de jeugd uit. Pas in 1985 verscheen de tweede, herwerkte, Duitse uitgave, met een nieuw slothoofdstuk, een terugblik over het stukje wereldgeschiedenis dat Gombrich zelf heeft meegemaakt, dus vanaf de Eerste Wereldoorlog. Toen hij later toch aan zijn Engelse vertaling begon, wijzigde hij nog een en ander, vooral met betrekking tot de prehistorische mens en het boeddhisme. Hij stierf echter voor die vertaling klaar was. Die verscheen dan toch in 2005, met een voorwoord van zijn kleindochter Leonie Gombrich, en eindelijk ligt dit boek nu ook in het Nederlands in de boekhandel. Zeventig jaar na de eerste publicatie! Onbegrijpelijk voor zo'n "briljant boek" (Philip Pullman).
Over zijn bedoeling met het boek schrijft Gombrich in de recente Turkse uitgave dat hij de geschiedenisboeken op school niet wil vervangen, maar wel dat zijn "lezers zich ontspannen en de geschiedenis lezen zonder dat ze aantekeningen maken of namen en data moeten onthouden." Hij belooft ze ook dat hij ze niet zal overhoren.
Wie nieuwsgierig is naar wat er in de wereld omgaat en waarom de dingen nu zijn zoals ze zijn, laat zich vast en zeker meeslepen door de vertelkracht en de vaart waarmee Gombrich zijn (jonge) lezers meeneemt op zijn vliegtocht boven de rivier van de tijd, van de mammoetjagers en de steppen waar het eerste graan groeide tot na de val van de Berlijnse Muur in 1989 en het failliet van het communisme in Oost-Europa. Daarbij is het de auteur zeker niet te doen om data en uitgebreide namenlijsten: zijn aandacht gaat naar de mensen, naar de massa's naamlozen die de gebeurtenissen maken of ondergaan en natuurlijk ook naar de grote leiders die telkens weer de wereld veranderen en chaos brengen waar orde heerst of omgekeerd. Doordat die bewegingen vaak steunen op ideologieën over het bestaan en over de wereld, weidt Gombrich ook uit over de grote godsdiensten, de filosofische strekkingen, de sociale systemen die groeien en weer verdwijnen. Dat gebeurt allemaal in een vlot leesbare directe stijl, zonder geleerdheidsvertoon, met zin voor details die historische personages weer levend maken (bv. Alexander de Grote die drie dagen in zijn tent blijft mokken omdat zijn soldaten de jarenlange veldtocht grondig beu zijn en naar huis willen). Gombrichs wereldgeschiedenis klinkt uit de pagina's op als een mondeling verhaal waarin boeren en slaven, heersers en kunstenaars, vrouwen en mannen, kinderen en volwassenen uit lang vervlogen of recentere eeuwen verrassend zichtbaar worden in hun dagelijkse leven én in hun bijzondere daden. De auteur tekent een verrassend aanschouwelijk beeld van zowel het leven aan het hof van Lodewijk de XIV als het reilen en zeilen in een antieke Griekse stad, de rooftochten van de Aziatische horden onder Attila of Djengis Chan of de onbeschrijflijk rampzalige gevolgen voor de vaklui en hun gezinnen van de mechanisering en de uitvinding van drijfkracht en machines. Daarbij richt hij zich vaak rechtstreeks tot de lezer en meer dan eens vertelt hij ook wat hij zelf vindt: "En nog steeds vereerde men de kat als een heilig dier. En als je het mij vraagt, hadden de Egyptenaren daar in ieder geval gelijk." Of over Hannibal, die met zijn soldaten en olifanten de Alpen bedwong: "Waarschijnlijk trok hij over de pas die nu Mont Cenis heet. Ik ben er zelf ook eens geweest. [...] Ik zou daar niet graag met een olifant lopen, laat staan met veertig olifanten." Zo schept Gomrich een hechter contact met de lezer, wat diens leeservaring zeker aangenamer maakt. Vooral in het later toegevoegde hoofdstuk over de Tweede Wereldoorlog toont de auteur, die in Wenen opgroeide in een joods milieu, zijn emoties: hij erkent bv. met nadruk zijn eerdere vergissing te denken dat er met de Verlichting voorgoed een eind gekomen was aan het vervolgen van mensen met een ander geloof.
Alles bij elkaar lijkt deze kleine wereldgeschiedenis wellicht een verhaal van vechten en veroveren, van verliezen en geknecht worden, het relaas van het eeuwige verschuiven van de macht, van het ene land naar het andere, vaak door de stuwende kracht van een bijzonder man, een Darius, een Miltiades, een Karel de Grote, een Napoleon. Daartegenover staat toch de uitgebreide aandacht in dit boek voor wat het leven van veel mensen in de loop der tijden beter gemaakt heeft: de kunst, de filosofie, de godsdienst, de democratie, de mensenrechten... Een hoeraverhaal is dit helemaal niet maar toch eindigt Gombrich hoopvol: "Destijds sloot ik het hoofdstuk over de Eerste Wereldoorlog af met de woorden: 'Iedereen hoopt op een betere toekomst. Die moet toch een keer komen!' Is die ook gekomen? Nog lang niet voor iedereen op deze aarde. Onder de steeds groeiende mensenmassa's in Azië, Afrika en Zuid-Amerika heersen soms nog steeds de noodtoestanden die hier nog niet eens zo lang geleden vanzelfsprekend waren. Daar is niet zo gemakkelijk een oplossing voor te vinden, vooral omdat de ellende hand in hand gaat met intolerantie, zoals altijd. Maar door de verbeterde communicatiemiddelen kan er met meer succes een beroep worden gedaan op het geweten van de rijke landen. Wanneer een aardbeving, een overstroming of een periode van droogte veel slachtoffers eist, stellen duizenden mensen in de welvarende gebieden hun middelen en krachten ter beschikking om hulp te bieden. Ook dat bestond vroeger niet. Het vormt het bewijs dat wij het recht hebben te mogen hopen op een betere toekomst."
Vrijwel alle historische of culturele namen en verschijnselen die in het algemeen vormend onderwijs wel ergens aan bod komen, zitten in dit boek verweven: van de stad Ur van Abraham tot de moord in Sarajevo, van het Gilgemesjepos of het wetboek van koning Hammoerabi tot Schliemanns ontdekking van Troje, van de sage van de minotaurus tot de revoluties in de Centrale Mogendheden na de Tweede Wereldoorlog...
Gombrich beschrijft gebeurtenissen en verbindt daaraan zijn persoonlijke interpretaties. Hij geeft bv. aan waarom precies de Grieken ooit zo innoverend en creatief waren: anders dan boeren en herders moeten zeerovers nu eenmaal moedig en sluw zijn en van rooftochten en oorlogen tegen vreemde volken krijg je een open blik en zin voor afwisseling. Hij laat zien dat mensen van vandaag niet fundamenteel anders zijn dan hun voorouders: "Het waren mensen zoals wij. Vaak waren ze niet aardig tegen elkaar, soms waren ze wreed en soms sluw. Dat zijn wij helaas ook. En ook toen zal het wel eens voorgekomen zijn dat een moeder zich opofferde voor haar kind. Ook toen zijn vrienden voor elkaar gestorven. Niet vaker dan nu, maar ook niet minder vaak. Waarom ook? Het is immers maar 10.000 tot 3.000 jaar geleden! We hebben sindsdien nog niet de tijd gehad om echt anders te worden."
Jonge lezers krijgen in dit met vaart vertelde verhaal over de wereldgeschiedenis een onschatbaar rijk overzicht van wat de mensheid over de hele wereld sinds haar ontstaan beleefd en veroorzaakt heeft. Voor de volwassen lezer is dit boek een boeiende tocht doorheen nog min of meer bekend kennisgebied, een hernieuwde kennismaking met alle ooit vertrouwde feiten en personages, met tegelijk telkens weer zoveel nieuwe elementen, zoveel uitdagingen om na te denken over de mensheid en over zichzelf, een kans tot toetsen van een eigen mening aan die van een gedreven historicus die de wereldgeschiedenis in zijn bloed opgenomen heeft en die zijn kennis als een boeiend verhaal kan doorgeven. Het boek is in een fonds voor volwassenen uitgegeven (Bert Bakker), maar het hoort wel degelijk thuis in elke schoolbibliotheek. Elke geschiedenisleraar in het secundair onderwijs zou het aan zijn leerlingen moeten voorstellen. Het oogt wat ouderwets met de slappe crèmekleurige omslag met rode en zwarte letters, de afwezigheid van glimmende plaatjes, de nuchtere kaartjes waarop de lezer veldtochten en omzwervingen kan volgen, de met opzet niet netjes glad gesneden zijsnee... Maar wie zich interesseert voor geschiedenis krijgt met deze grote Kleine geschiedenis van de wereld goud voor zijn geld. Voor Gombrich is de tijd een brede rivier en zijn boek een vlucht met een vliegtuig daar-overheen, van de bron tot vandaag en dan gebeurt dit:
"Laten we snel dalen met ons vliegtuig en naar de rivier gaan. Wanneer we er vlakbij zijn, zien we dat het een echte rivier is. De golven bruisen als de golven van een zee. Er staat een flinke wind, er staan schuimkoppen op de golven. Kijk maar eens goed. Je ziet miljoenen schitterende, witte luchtbelletjes, die bij elke golf ontstaan en weer verdwijnen. Telkens weer komen er nieuwe luchtbelletjes, en telkens verdwijnen ze weer, in het ritme van de golven. De golf draagt de luchtbelletjes maar heel even, dan zakken ze naar beneden en zijn ze weg. Ieder van ons is niets meer dan zo'n luchtbelletje, zo'n schitterend dingetje, zo'n minuscuul druppeltje op de golven van de tijd, die voorbijkomen en een ongewisse, mistige toekomst tegemoet gaan. Wij duiken op, kijken om ons heen, en voor we het in de gaten hebben zijn we alweer verdwenen. In de grote rivier van de tijd zijn we niet eens te zien. En telkens weer komen er nieuwe luchtbelletjes. Wat wij ons lot noemen, is niets anders dan onze strijd in het gedrang van de druppels, die slechts eenmaal met de golf omhoogkomen en meten daarna weer onder gaan. Maar dat ogenblik willen we gebruiken. Het loont de moeite." [Herman De Graef]
Redactie
Heruitgave van een in 1935 voor het eerst verschenen bestseller, waarin in veertig hoofdstukken een overzicht wordt gegeven van de belangrijkste gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis. Het boek is inmiddels een klassieker en is nog steeds lezenswaardig, al zal het voor de oorspronkelijke doelgroep (kinderen en jongeren) niet langer toegankelijk zijn. De auteur (1909-2001; bekend kunsthistoricus) weet gebeurtenissen helder uit te leggen, maar de grote hoeveelheid tekst en het ontbreken van illustraties (op enkele kaartjes na) vormen waarschijnlijk een te grote barrière. Vandaar dat het anno 2008 beter geschikt is voor volwassenen die hun basiskennis van de geschiedenis willen bijspijkeren. De humane en pacifistische toon (voor de nazi's reden om het boek te verbieden) maakt dat het boek niet verouderd aandoet, al zijn sommige feiten (zoals de auteur zelf ook toegeeft) achterhaald of worden bepaalde gebeurtenissen te vereenvoudigd weergegeven. Het voorwoord (dat de (onstaans)geschiedenis van het boek belicht) en het aan het eind van de twintigste eeuw geschreven slothoofdstuk maken het boek ook tot een persoonlijk document.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.