Jacob Van Ruisdael schildert Bentheim
Quentin Buvelot
Quentin Buvelot (Redacteur), Eddy De Jongh (Auteur), Otto Naumann (Auteur), Peter Van der Ploeg (Medewerker)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Waanders, cop. 2005 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 700 VAN MIERIS |
31/12/2006
Frans van Mieris de Oude (1635-1681) is in Vlaanderen bij het grote publiek allicht niet bekend. Nochtans was hij een van de belangrijke Hollandse 'fijnschilders' uit de 17e eeuw. Net als zijn leermeester Gerrit Dou genoot hij een bijzonder faam in binnen- en buitenland en zijn schilderijen waren zeer duur. Geleidelijk aan raakten zijn uiterst fijne en verzorgde werkjes met hun subtiele licht- en stofwerking echter in de vergetelheid. Pas sinds enkele decennia wordt zijn werk weer naar waarde geschat. Dit boek verscheen naar aanleiding van de eerste overzichtstentoonstelling van zijn oeuvre in het Mauritshuis in De Haag.
In een inleidend essay belicht Quentin Buvelot, conservator van het Mauritshuis, het oeuvre van Frans van Mieris. Ook de opdrachtgevers en de reputatie van de kunstenaar komen aan bod. Otto Naumann schreef een heel boeiend essay over de stilistische ontwikkeling van de kunstenaar. Van Mieris blijkt geen statische kunstpersoonlijkheid. Aanvankelijk werkte hij heel sterk in de lijn van zijn leermeester Gerrit Dou, maar vanaf 1657 ging hij zijn eigen weg. Zijn haast stormachtige ontvoogdingsstrijd leidde tot een eigen herkenbare vormentaal. Tegelijk put de kunstenaar onverminderd voort uit de klassieke symbolische en anekdotische beeldtaal eigen aan de 17e eeuw. Hij kneedt al die elementen tot een eigen en fris verhaal dat door Eddy de Jongh met enige schroom wordt geïnterpreteerd en ontsluierd. Carol Pottasch ten slotte, beschrijft een aantal nieuwe inzichten die door het onderzoek van de onderliggende tekening aan de oppervlakte zijn gekomen. Na die essays volgen de klassieke catalogusnotities, waarin vooral aandacht is besteed aan de beschrijving van de stukken (zowel iconografisch als stilistisch) en aan de morele/symbolische implicaties. [Brigitte Dekeyzer]
Drs. M. van Waveren Hogervorst
Van Mieris (1635-1681) was een van de beroemdste Leidse fijnschilders, een groep schilders die hoge waardering genoot in de 17e en 18e eeuw. Werken van Van Mieris zijn door internationale opdrachtgevers als Cosimo de Medici en de aartshertog van Wenen verspreid over de wereld. In de 19e en vooral 20e eeuw raakten de fijnschilders, die streefden naar een perfecte weergave van de werkelijkheid waarin penseelstreken niet meer zichtbaar waren, uit de mode. Pas sinds het laatste kwart van de 20e eeuw neemt de interesse en waardering weer toe. Tot 22 januari 2006 was in het Mauritshuis een tentoonstelling te bewonderen van deze schilder. In dit boek – na een monografie uit 1981 van Naumann het eerste dat aan deze schilder is gewijd – wordt het catalogusdeel voorafgegaan door vier artikelen over het leven van de schilder, zijn stilistische ontwikkeling (O. Naumann), iconografie (E. De Jongh) en schilderwijze. Het boek is rijk geïllustreerd. Behalve de genoemde auteurs zijn de teksten van de hand van medewerkers van het Mauritshuis. Het boek sluit af met een notenapparaat, werken van de schilder, bibliografie en index.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.