James Hond en de Elfenbank
Noëlla Elpers
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Goor, cop. 2005 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ELPE |
31/12/2006
De Pimpernel begint met een passage waarin kinderen met namen spelen, ze keren ze om: 'Neirod Sreteep. Sacul Ed Rethcaw' In Huize De Pimpernel staat er wel vaker iets op zijn kop. Hannahs vader schrijft gedichten en haar moeder kinderboeken. Hun huis heeft een gekke naam, hun konijn, meneertje Pluis, moet je elke dag wiegen en Gringo de kat kan praten, althans volgens Hannahs vader. Daar heeft Hannah het wel eens moeilijk mee, vooral als ze op school uitgelachen wordt. Haar leven wordt pas echt overhoop gegooid als oma bij hen in komt wonen. Oma is ziek en heeft verzorging nodig. Aanvankelijk vindt Hannah het fantastisch; maar naarmate oma's ziekte vordert, wordt het lastiger.
Noëlla Elpers beschrijft de spanningen maar ook de genegenheid tussen Hannah, haar oma en ouders bijzonder fijngevoelig en met net voldoende woorden, zodat je uitgenodigd wordt zelf aan te vullen. Zo beschrijft ze hoe oma's haar dunner wordt door de behandeling en hoe ze alle hoedjes en mutsen afkeurt, met als slotzin "Maar toen oma Peperkoek al haar haren kwijt was, waren alle mutsjes goed."
Het openingsfragment is typerend voor de aandacht die de auteur besteedt aan de taal. Ze heeft weinig woorden nodig om veel op te roepen. Als oma op een nacht in de boomhut klimt, doet ze dat af als een akkefietje, maar haar ogen schitterden "onnatuurlijk" en zelfs "kwaadaardig", waardoor haar woorden een wrange bijsmaak krijgen. Elders verhelderen beelden oma's toestand: "Haar geheugen was als een schoolbord waarop de pas geschreven woorden met een spons werden uitgeveegd." Ook de ruimte beschrijft de auteur sober maar doeltreffend: "Op een avond zat de wind gevangen in de binnentuinen tussen de huizen en liet vensters en deuren rammelen." Af en toe komt ze als verteller te veel op de voorgrond, waardoor de verwoording nodeloos abstract of net te expliciet wordt.
Wat het boek bijzonder maakt, is de manier waarop de auteur de relatie tussen mensen en dieren beschrijft. In De Pimpernel maken de dieren echt deel uit van het gezin, als personages spelen ze in het boek een even belangrijke rol. Pluis is een hoogst merkwaardig konijn, dat zich bij voorkeur gedraagt als een kat en verder 'gewoon zijn eigen zin' doet. De oude kater Gringo is trots en onverstoorbaar, ook al gaat zijn vitaliteit zichtbaar achteruit. IJzersterk beschreven is de passage waarin zijn oude vechtlust nog een keer opflakkert als hij een gemene kater verjaagt en meteen de jonge katten leert waar het om gaat in het leven. Oma kan het niet laten over hem te zeuren, volgens haar kunnen ze het beest maar beter een spuitje geven. Subtiel laat de auteur hun twee levens samenlopen. Als Gringo sterft, begint oma weer te zeuren, alsof er ook een stukje van haar leven weggenomen is.
Het einde van het boek komt tegemoet aan de verwachting van de lezer, maar is allesbehalve voorspelbaar verwoord. Met een minimum aan woorden worden oma's dood en de geboorte van nieuwe poesjes tegenover elkaar geplaatst. Sneeuwvlokken en afdrukken van kattenpootjes vullen de rest van het lege blad en laten zo de ruimte die de lezer nodig heeft. [Jan Van Coillie]
W. van Es-Kik
In dit verhaal over Hannah maken we kennis met haar ouders en hun huisdieren Gringo de kater en meneertje Pluis het konijn die allemaal in het huis 'De Pimpernel' wonen. Op een dag komt oma bij hen logeren omdat ze niet meer voor zichzelf kan zorgen. Ze blijkt ongeneeslijk ziek te zijn en Hannah wordt nu geconfronteerd met het feit dat oma niet meer beter wordt. De schrijfster slaagt erin deze verdrietige gebeurtenis te omlijsten met veel humor en fantasie zodat er van sentimentaliteit over dit gevoelige onderwerp geen sprake is. Wat ontstaat is een ontroerend, levensecht verhaal dat voor veel kinderen herkenbaar is. De personen zijn met warmte neergezet en ook de dieren spelen een belangrijke rol. Een oprecht boek over rouwverwerking en ook over anders zijn waarbij iedereen op zijn eigen terrein strijd moet leveren. Door het eenvoudige, aansprekende taalgebruik en de pittige dialogen ('zei Lucas spottend/sputterde Hannah/zei Zoë afkeurend/protesteerde Hannah') blijft het verhaal boeien. De fantasievolle, eigentijdse zwart-witillustraties ondersteunen de sfeer van het verhaal goed. Een zelfstandig te lezen vervolg op 'Gringo, de bliksemkater' (1993)*. Vanaf ca. 9 jaar.
Sieglinde Duchateau
ua/an/22 j
Hannah is net verhuisd en wordt op haar nieuwe school niet echt geaccepteerd omwille van haar naam en haar kleurige kledij. Ze beseft zelf ook wel dat ze een beetje anders is dan de anderen en dat komt vooral door haar zonderlinge ouders. Die zijn allebei schrijver en houden er een paar vreemde gewoonten op na. Ze hebben bijvoorbeeld hun nieuwe rijtjeshuis een naam gegeven. In de Pimpernel kabbelt het leven rustig voort, maar als de heel erg zieke oma bij hen in komt wonen, wordt de harmonie een beetje verstoord. Hannah vindt het in het begin wel leuk, maar oma gedraagt zich steeds meer als een verwend kind en wil altijd haar zin hebben. Er hangt een melancholische sfeer in het boek. Hannah observeert het leven om haar heen, vaak vanuit haar lievelingsplekje, de boomhut. Het jonge meisje heeft heel wat vragen bij het leven en de gebeurtenissen en filosofeert erover. Al gauw wordt het haar duidelijk dat samenleven niet gemakkelijk is en dat ook dieren strijd moeten leveren om een eigen plekje te veroveren en te behouden. Mensen en dieren krijgen een even belangrijke rol toebedeeld in het verhaal en ze slagen erin met elkaar te communiceren. Maar het is niet duidelijk waar het boek over gaat, er gebeurt ook niet echt iets. Wel komen uitgebreid allerlei relaties aan bod, tussen de bewoners van de Pimpernel onderling en dan vooral met oma, maar ook tussen de buren, relaties met en tussen de dieren en de relatie van Hannah en haar klasgenoten. Andere thema’s zoals verhuizen en de daarbij horende aanpassingsproblemen, geen vrienden hebben op school en de bejaarde die de boel in huis terroriseert en iedereen op stang jaagt, zijn eerder stereotiep. In een mooie, overwegend beschrijvende schrijfstijl worden dialogen, observaties, typeringen en gefilosofeer neergepend. Hoewel het verhaal heel oprecht en levensecht is en vaak treffend herkenbaar, zal het voor jonge kinderen (de uitgever vermeldt vanaf 9 jaar) eerder saai overkomen door het gebrek aan spanning en avontuur. Zwart-witillustraties zijn in de tekst opgenomen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.