Schrijven is schrappen
Hans Hogenkamp
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Nijgh en Van Ditmar, 2006 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : HOGE |
31/12/2006
De 34-jarige Edo Kleingeld loopt niet over van levensvreugde -- van werk noch bestaan verwacht hij veel meer dan een maandelijks riant salaris, stompzinnige routine en illusieloos geploeter --, hij woont in z'n eentje in een te groot Amsterdams huurhuis, heeft een minimum aan oppervlakkig sociaal contact en is ook nog 's maagd: "Het verlangen was er nog, maar over mijn kansen maakte ik me geen illusies meer. Ik was maagd, al vierendertig jaar, en in de loop der tijd was dat een allesoverheersende eigenschap geworden. Ik vroeg me af of maagdelijkheid wel een eigenschap was. Zijn gebreken ook eigenschappen? Gebreken zijn in ieder geval heel persoonlijk. Mijn uiterlijk en talenten had ik goeddeels van mijn ouders geërfd, wat van mijn maagdelijkheid moeilijk beweerd kon worden." Zo'n doordeweeks onbekwaam hoofdpersonage misstaat niet in een roman, zeker als de 'moderne on-held' van dienst scherp de alledaagsheid observeert en niet vies is van enige zelfspot. De Edo Kleingeld uit het debuut van Hans Hogenkamp werkt aanstekelijk als verteller, maar heel geloofwaardig is hij niet. Hoe plezierig en makkelijk lezen Excuses voor het ongemak ook is, een echt originele en uitgesproken stem heb ik niet gehoord. Een bitterkomisch verhaaltje en belovend debuut dat wel, maar zeker geen klassieker in het genre -- wat orakelende achterflapschrijvers ook mogen suggereren.
Excuses voor het ongemak begint op het moment dat er eindelijk iets gebeurt in Edo's vervelende leventje. Ons geluk. In zijn wat naïeve toegeeflijkheid onderverhuurt hij een kamer aan het illegaal in Nederland verblijvende zusje van zijn Sri Lankaanse schoonmaker Bayya. Dat ze uiteindelijk moeders mooiste niet blijkt te zijn, is een streep door zijn romantische fantasieën, maar het leven hobbelt voort. Zelfs in de strenge Guantanamo-eske huurregels die Bayya ongevraagd voor Chandrani opstelt, ziet Edo nog de humor: "'En heeft u verder nog regels, sir?' 'Regels?' Ik dacht even na. Ja. 's Avonds om zeven uur thuis en om acht uur het licht uit,' zei ik. Bayya verzekerde me dat die regel geen probleem zou vormen, en dat het zelfs een heel goede regel was. Met moeite kon ik hem ervan overtuigen dat ik maar een grapje maakte." In de 26 korte hoofdstukken portretteert en analyseert Edo ongeneerd de eigen onbenulligheid.
Ook de grimmige buitenwereld ontsnapt niet aan zijn zwarte kijk. Over het eigen betaalde baantje als kijkcijferanalist is hij vrij duidelijk: "Het werk dat wij deden was vanuit elk denkbaar perspectief volstrekt overbodig. [...] Mijn enige drijfveer was dat ik niks beter wist te verzinnen. Niets beters wist ik met mijn leven te doen dan met slappe handjes een beetje meegraaien. Was dat niet het ultieme cynisme?" Edo neemt z'n werk niet ernstig en maakt toch promotie -- il faut le faire: "Na de lunch knapte ik een uiltje op het invalidentoilet. Dat deed ik regelmatig, honderden uren had ik er al geslapen. Het toilet was zo ruim dat ik er languit op de grond kon liggen. Onder mijn hoofd legde ik een wc-rol. Nog nooit was ik door iemand wakker gemaakt. Er werkten geen invaliden in ons bedrijf, noch werd het ooit door invaliden bezocht." Deze innemende persoonlijkheid graait weliswaar mee, maar vrolijker wordt hij er allemaal niet van. Wanneer Edo aan het kijkcijferkastje thuis merkt dat Chandrani overdag stiekem soaps en vooral tv-quizzen consumeert en daardoor van invloed is op het marktaandeel van de door hem verfoeide programma's, grijpt hij in en ontdekt een nieuw talent: het manipuleren van de kijkcijfers. Eens de smaak te pakken, wordt hij driester en knoeit structureel met de cijfers om de idiotie en troep van het scherm te krijgen. Edo neemt zelfs het dure woord 'cultureel réveil' in de mond: "Voor het eerst werd ik me bewust van mijn macht. Ik liet het krantje zakken en keek uit het raam. Ook 'herken de homo' zou dit seizoen niet overleven, dat kon niet missen."
Maar ook aan deze kleine geheime zegetocht komt abrupt een einde als hij tegen alle verwachtingen in promotie maakt. Dat neemt niet weg dat Edo's fascinatie voor zijn verborgen tijdelijke bewoonster steeds meer ziekelijke trekjes begint te vertonen. Chandrani's vreemde gedrag, de rare nachtelijke kamergeluidjes en de duistere relatie met haar zogenaamde broer Bayya volstaan voor Edo Kleingeld om allerlei speculaties en paranoïde veronderstellingen te maken. Waar hij ook nog 's naar handelt. Zoals dat past in het genre loopt het een en ander effectief geweldig uit de hand, al leiden de ongemakken en ongelukken niet tot catharsis of ommekeer: het banale en mislukte leven blijft als vanouds z'n gangetje gaan.
Het proza is een enkele keer wat stroef, maar meestal schrijft Hans Hogenkamp goed. De geslaagde oneliners, absurde taferelen en bitterkomische reflecties en observaties kunnen echter niet verhinderen dat het verhaal diepte en overtuiging mist. Daar hebben vooral een sputterende protagonist en de weinig geloofwaardige ontwikkelingen schuld aan. Edo Kleingeld combineert net iets te veel onverenigbare eigenschappen. Op de ene bladzijde is hij waardeloos, goedgelovig en dom sullig, op de andere getuigen zijn waarnemingen, analyses en beschouwinkjes net van een scherpe geest en een gezonde dosis intelligente. Lastig om die uitersten te laten rijmen. Niet alleen de "emotionele bonsai" Edo, maar de hele vertelling mist trouwens consistentie. Excuses voor het ongemak gaat o.a. over kleinmenselijke irritaties, jeugdtrauma's, gemarineerde tooggesprekken, bordkartonnen vriendschappen, dramatische anekdotes, het lusteloos consumentisme, grauwe moederherinneringen en het bloedloze (bedrijfs)leven. Dat is heel wat, maar het te brave verhaal stopt nogal zinloos op de laatste bladzijde en vervliegt al even snel. Niet getreurd, want ondanks alle ellende is het best een vermakelijk boek. [Jan Bettens]
J.T.G. Maas
Hogenkamp debuteert met een veelbelovende en uiterst leesbare roman waarin Edo, een "loser" die zowel in zijn privé-leven als in zijn werk mislukt is, een schoonmaker uit Sri Lanka hulp biedt bij het vinden van woonruimte voor zijn vermeende, illegaal verblijvende, zus. In het boek wordt langzaam de psychologische druk opgevoerd en raakt de hoofdfiguur in situaties verzeild die enerzijds komisch, anderzijds een zekere tragiek hebben. In een broeierige sfeer met onverwachte ontwikkelingen escaleert het een en ander uiteindelijk op Koninginnedag, om uit te monden in een tragisch, maar open einde. Deze roman heeft qua thematiek verwantschap met o.a. The Housekeeper van Harold Pinter. Een van de meest veelbelovende debuten van de laatste jaren, al veel geprezen, voor een breed publiek. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.