Fred kaapt een jumbojet
Mario Gommeren
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, cop. 2005 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : GOMM |
31/12/2005
Rafaël is een 12-jarige lijmsnuiver in een Latijns-Amerikaanse grootstad. Hij vindt van zichzelf niet dat hij zielig is omdat hij een heel goede vriend heeft, Gabriël, en ook nog een 7-jarig broertje, Michaël alias Croco, die altijd bijt wanneer hij boos is. Ze vormen een onafscheidelijk trio. Gabriël, de oudste van de drie, kan volgens Rafaël erg goed verhalen vertellen. Een aantal van deze vrij absurde, uit een droomwereld afkomstige verhalen worden ook in het boek verteld. Voor het overige beschrijft het boek het leven van het trio vanuit het perspectief van Rafaël en dat is eigenlijk helemaal niet zo spectaculair, zoals Rafaël zelf ook voortdurend zegt. Ze beroven een vrouw in de metro om aan eten te komen, ze komen in contact met een hulpverlener van wie ze balen, Rafaël bezoekt af en toe zijn -- en Croco's -- moeder, die zich prostitueert om aan de kost te komen en dus geen tijd heeft voor haar kinderen. Maar op een dag gaan de drie vrienden metrosurfen. Een levensgevaarlijke onderneming waarbij ze zich op het dak hijsen van een opstartende metro en zich dan blijven vastklampen tot aan het volgende station. Door de grote snelheid van de trein, worden ze een beetje van het dak afgetild en lijkt het of ze kunnen vliegen. Maar die dag kan Michaël zich niet goed vastgrijpen en valt hij van het metrostel. Hij is dood. Rafaël vertelt wat de dood van Michaël teweegbrengt, op welke manier hij het aan hun moeder vertelt en hoe de dood van Croco ook invloed heeft op Gabriël, die eerder altijd een stoere bink was.
Op zich geen slecht verhaal, maar het is een beetje onsamenhangend doordat de draad doorbroken wordt door de absurde verhalen van Gabriël. De inleiding, waarin Rafaël zich voorstelt en tot vervelens toe benadrukt dat hij niet zielig is, beknot de vrijheid van de lezer zich zelf een beeld te vormen van de personages. Een ander minpunt van het boek is dat het niet echt vlot geschreven is. [Hilde Debacker]
Andrea Oostdijk
Rafael (12), Gabriel en Michael (bijnaam Croco) leven op straat in een Zuid-Amerikaanse stad. Ondanks hun engelennamen kunnen ze niet vliegen. Behalve als ze lijm snuiven of metrosurfen. Tijdens een van deze gevaarlijke ritjes op het dak van een metrorijtuig komt Croco om het leven. Rafael ontdekt dat hij van volwassenen geen hulp hoeft te verwachten bij het verwerken van de dood van zijn broertje. De auteur laat bij monde van Rafael al op de eerste pagina weten dat dit geen doorsnee boek over zielige straatkinderen zal worden. Zo peinst Rafael er bijvoorbeeld niet over het lijmsnuiven te laten. De toon is nuchter: soms cynisch en provocerend, soms prettig recalcitrant. Door de ogen van Rafael zien we volwassenen, zoals zijn moeder en een hulpverlener, als incompetente prutsers die het zelf ook niet goed weten. Er valt meer waarheid te vinden in de fantasieverhalen die zijn vriend Gabriel vertelt. Taalgebruik en kijk op het leven dragen sterk het stempel van de auteur en zijn niet altijd geloofwaardig voor jonge straatkinderen. De foto van een straatkind met graffitivleugels op het voorplat versterkt de realistische toon van het boek. Vanaf ca. 13 jaar.
Inge Umans
ua/an/22 j
De veertienjarige Gabriel, de twaalfjarige Rafael en zijn zevenjarige broertje Michael (Croco) wonen samen in een kartonnen doos in een grootstad van een fictief Zuid-Amerikaans land. Rafael en Michael kozen zelf voor het straatleven omdat hun moeder een prostituee is die niet voor haar kinderen zorgt. Rafael vindt hun leven op straat niet zielig. Gabriel en Rafael snuiven regelmatig lijm, om zich goed te voelen of om de honger niet te voelen knagen. Gabriel vrolijkt hun leven op door zijn fantasievolle verhalen. De jongens gaan ook regelmatig metrosurfen. Ze klimmen dan op het dak van de metro en zweven zo door de tunnels. Rafael vindt Croco nog te klein om te M-surfen maar op een avond, om hem te troosten, belooft Rafael dat Croco een keertje mee mag. En die keer wordt hem fataal. Croco kan zich niet langer vastklampen en vliegt van het dak. Hij sterft in de armen van Rafael terwijl Gabriel hulp gaat zoeken. Hoe moet je aan je moeder vertellen dat je broertje dood is? Het verhaal wordt verteld door Rafael, die de lezer regelmatig rechtstreeks aanspreekt. Hij vertelt dat dit geen spannend boek is, dat als de lezer zoiets verwacht hij maar moet stoppen met lezen en een boek van Harry Potter moet gaan lezen, een boek of personage waar Rafael duidelijk een hekel aan heeft. Het boek begint met een duidelijke uitleg over hoe je lijm moet snuiven, en welke lijm daarvoor het beste is. Regelmatig staat er een Spaans woord of zinnetje in het vet gedrukt, dat dan vertaald en verklaard wordt, veel leuker en rechtstreekser dan opzoekwerk via voetnoten. Het boek schetst de harde realiteit van het straatleven van de jongens maar door de keuze van het vertelstandpunt (Rafael) raak je zo nauw betrokken bij het verhaal en de personages dat je het evenmin een zielig bestaan gaat vinden. De personages zijn goed uitgediept: Gabriel is een wat stoere bink, een beetje macho, die zegt dat jongens niet huilen en elkaar niet mogen zoenen. Croco is het typische kleine broertje dat zeurt voor een trom. Rafael is een zeer zelfstandig kind, erg rijp voor zijn leeftijd. Hij heeft een scherpe tong die hij regelmatig laat voelen aan de hulpverlener, die af en toe langskomt en op hem probeert in te praten. De verhalen die Gabriel vertelt, staan in aparte hoofdstukjes cursief gedrukt. Het zijn fantasietjes van Gabriel die verdoken iets vertellen over wat de jongens bezighoudt op dat moment. Mooie doordenkertjes. Het boek is mooi geschreven met vele rake zinsneden en treffende woordkeuzes, een verrassende evenwichtsoefening tussen drama en humor. De scène waarin Croco sterft, gaat door merg en been, de schrijver weet dit prachtig te verwoorden. Ook mooi hoe Rafael met het geld dat hij met een bingospelletje wint een witte doodskist voor zijn broertje koopt. De drie jongens hebben allen engelennamen. Ook de coverfoto (intrigerend) insinueert een jongen (engel) met vleugels. Daardoor heeft het boek een toch wel sarcastische titel.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.