De pest
Clem Martini
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Gottmer, cop. 2005 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MART |
31/12/2005
Elk voorjaar verzamelen honderden kraaien na de grote trek naar het zuiden in een eeuwenoude boom. Ze vertellen er elkaar de bijzonderste gebeurtenissen van het voorbije jaar. Die zal Kalum, hun leider, aan de kraaienkronieken toevoegen. De bijeenkomst loopt uit op een drama als Kryp, een overmoedige jonge kraai, een kat uitdaagt en per ongeluk de dood van een kraaienkuiken veroorzaakt. Enkele oudere kraaien eisen de zwaarste straf: verbanning. Niet iedereen is het daarmee eens en sluimerende ruzies dreigen tot uitbarsting te komen. Dan stelt een zware sneeuwstorm de kraaienbende voor een verscheurende keuze.
Het verhaal wordt verteld in de ik-vorm door de oude Kalum aan de kraaienkinderen. Geregeld spreekt hij hen rechtstreeks aan: "Jonkies luister, luister en huiver" of "Jongens en meisjes, onthoud dit alles voor later; hou het vast in je ene vrije poot en laten we met de andere poot nu ons verhaal weer oppakken." Typerend is ook het gebruik van de wij-vorm, die de voor kraaien zo belangrijke groepssolidariteit in de verf zet: "Overigens gebeurde er nog iets van belang voor ons verhaal, net voordat Kyp ons tijdelijk zou verlaten."
De aanval sleepte me van bij het begin mee in een heel andere, bijzondere wereld. Dat is de grootste uitdaging voor de auteur van een dierenverhaal: ervoor zorgen dat de lezer zich dier met de dieren kan voelen. De kraaien worden heel bijzonder getypeerd, je vliegt, eet, vecht en denkt zelfs met hen mee. "Maar bramen, tjee, die zijn niet alleen heerlijk, maar ook nog zo mooi om te zien, zo'n wolk van kleine blauwzwarte bolletjes, boordevol sap. De golf nectar die je snavel in loopt als je erop bijt. En het mooie is dat er aan elke bramenbos genoeg zit, hoe hongerig je ook bent." Bijzonder intens is de beschrijving van het gevecht tussen de jonge kraai Kyp en de Rooie, waaruit het volgende fragment komt: "Kyp verdraaide zijn nek, sloeg hard toe en raakte de kat voluit op dat héél zachte plekje aan de binnenkant van zijn neusgat. De Rooie krijste het uit van pijn en liet Kyp instinctief vallen. Kyp rolde van hem weg en sloeg meteen zijn vleugels uit. Hij zeilde weg van de bek van de kat -- en vloog prompt tegen het rotsdak aan."
Door hun kijk leer je ook de mensenwereld te relativeren. Huizen, flatgebouwen, auto's: je ziet ze met kraaienogen. "Kyp vloog dus van de tak, met die eigenaardige valstart die hij geperfectioneerd heeft, en zeilde weg in de richting van de oude mensenroest. Ik had heus wel even naar dat nest gekeken toen we erlangs vlogen. Het was als de meeste van hun schuilplaatsen: een vierkant ding met kleine openingen aan twee kanten en grotere aan de andere. Maar er zat geen kleur meer aan, het hing scheef, en het gras ervoor was wild en onverzorgd. En er was nergens zo'n bewegende doos te zien waarin ze altijd rondknetteren, en dat betekent meestal dat er geen mens in de buurt is." Soms is de kraaienvisie voor ons mensen amusant, bv. als Kyp tegen Kym zegt "Je kunt ze leren bepaalde woorden te herhalen." De kraaien hebben zes hoofdrichtingen in plaats van vier: ze kunnen ook omhoog en omlaag. Illustratief voor de verhouding tussen kraai en mens is ook het volgende kraaiengezegde: "Er zijn drie dingen onvoorspelbaar: de weg van de storm, het uitkomen van een ei en het humeur van een mens." Uiteindelijk hebben de kraaien gemengde gevoelens tegenover de mensen: "we zijn vaak afhankelijk van ze geworden, maar liever waren we dat niet." In het verhaal redt een goed mens overigens een deel van de vlucht tijdens de storm.
Interessant is het scheppingsverhaal van de vlucht, waarbij Kraai het eerste was wat de Maakster schiep. Bescheiden zijn de kraaien allerminst: "Maar is er één vogel die mooier vliegt dan de kraai? Die fraaier zwenkt en zwiert? Is er één vogel die beter de wind kan wegen, testen, proeven, bespelen, plagen en berijden? Wij kraaien zijn de stuurman van de wind, de acrobaat van de lucht, op de wereld gezet door de Maakster om elk zuchtje, elke vlaag te proeven -- daarin kennen wij onze gelijke niet. Haviken en sternen mogen dan het snelst en het verst vliegen -- kraaien vliegen met stijl en gratie." Dit fragment toont ook de rijke taal waarmee de auteur de kraaien typeert, gebaseerd op scherpe observaties; een taal die in de vertaling overigens goed tot haar recht komt. Elke kraai krijgt van de auteur een eigen persoonlijkheid mee, die door de gebeurtenissen ook kan evolueren. De typering is nergens zwart-wit. Zo wordt de oude, norse en betweterige Kyrk tijdens de zoektocht naar een schuilplaats op zijn manier een held.
Typerend voor het genre is ook de boodschap die het verhaal meegeeft; het gaat in wezen over het belang van normen, waarden en regels om te kunnen overleven. In die zin houdt de kraaiensamenleving de mens ook een spiegel voor: "En zonder aandacht voor de belangrijkste leefregels, voor orde en verantwoordelijkheid, overleeft de vlucht niet. Het zou niet eens een vlucht zijn dan, want wat is een vlucht meer of minder dan een verzameling individuen die zich vrijwillig aan de regels houden?"
Dit eerste deel uit 'De kraaienkroniek' neemt meteen een hoge vlucht. Het is een meeslepend dierenverhaal in de grootse traditie van Waterschapsheuvel van Richard Adams of de Wolvensaga van Käthe Recheis. [Jan Van Coillie]
Hannie Humme
Kalum is de leider van een grote groep kraaien. Hij geniet aanzien en respect, is streng maar rechtvaardig. Honderden kraaien strijken neer bij de grote boom waar ze eens per jaar bij elkaar komen. Onder hen is Kyp, een jonge overmoedige kraai die door onoplettendheid en roekeloosheid de dood van een jonge kraai veroorzaakt. Over zijn straf breekt een korte, maar heftige machtsstrijd los tussen Kalum en Kyrk. Kyp wordt zes dagen verbannen en mag geen contact met de anderen hebben. Twee kraaien houden zich niet aan dit verbod: Kuper een solovlieger en Kym, een vrouwtje dat graag met mensen omgaat. Een sneeuwstorm maakt dat Kyp, Kuper en Kym hun krachten moeten bundelen om de andere kraaien te redden. De roman bestaat uit twee delen, het eerste gaat over de verbanning, het tweede over de sneeuwstorm. Kalum vertelt de geschiedenis van Kyp als een kroniek: in chronologische volgorde, maar wel in losse delen. Het vergt behoorlijk wat aandacht om in het verhaal te blijven. De vele kraaiennamen, die allemaal met een K beginnen, en de vele gebeurtenissen maken het de lezer niet makkelijk. Bevat kleine realistische pentekeningen bij het begin van elk hoofdstuk. Vanaf ca. 12 jaar. Deel een van een trilogie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.