Gestameld liedboek : moedergetijden
Erwin Mortier
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MORT |
Annemiek Neefjes
ob/kt/21 o
Proza
De sfeer in het boek is vaak ongegeneerd romantisch
Met Alle dagen samen zijn we terug in het nostalgische fotoboek van Erwin Mortier. Net als in zijn eerdere werk roept hij met zijn nieuwe novelle een besloten plattelandswereld op, met dit keer als sfeerscheppende elementen een boomgaard, ganzen, knersend grint. En een huis dat niet vers uit een catalogus komt, maar dat er al eeuwen staat en generatie op generatie herbergt. Alle dagen samen lezen is voor wie zijn eerdere werk kent in de eerste plaats een vorm van herkenning.
De sfeer in het boek is vaak ongegeneerd romantisch. Om het grote-familiegevoel te creëren, presenteert Mortier een tableau de la troupe van vader, moeder, tantes, ooms, groot- en overgrootouders, nonnetjes, buren en kennissen, die vrijwel allemaal licht karikaturale trekken hebben, al was het maar door hun bijnamen, zoals tante Cactus of Zie, die zo heet omdat ze elke zin met dat woord begint.
De figuren zijn poppen in de goedaardige poppenkast van Mortier. Zelfs de moeder van het jonge kind Markus krijgt iets onuitstaanbaars in haar rol van zachter dan zachtaardige hoedster.
Nu is het nooit Mortiers streven geweest boeken te schrijven met een hedendaagse, rauwe setting. In zijn essaybundel Pleidooi voor de zonde (2003) typeert Mortier, een kunsthistoricus, zichzelf als schrijver: ,,Al wat naar de rommelmarkt van het denken of het uitgestrekte depot van het grote Museum van de Ziel wordt verbannen, oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uit.''
Het is niet voor niets dat hij in Alle dagen samen vooral aan vrouwen een belangrijke rol toekent, want als het gaat om de plattelandsgeschiedenis, verdwijnen zij in de plooien van de geschiedenis. Immers, wat valt er te schrijven over ,,drogen en strijken en bleken en stijven'', zoals een van de personages haar leven samenvat?
Centraal in het boek staat het huis dat ,,grootmamá'' in het begin van de vorige eeuw liet bouwen en dat wat mocht kosten, opdat het lang zou meegaan, want een huis, ,,daar moet in geleefd en gestorven worden. Wat voor manieren zijn dat om ergens anders dood te gaan? En het gebeurt zoals haar wens was: er wordt in het huis geleefd en gestorven, zo veel en zo nadrukkelijk dat het een beetje veel van het goede is.
De tweeënnegentigjarige overgrootvader ligt na een hartaanval te zieltogen in het duistere binnenste van het huis. De vijfjarige Markus is dan net genezen van een levensbedreigende ziekte. Tijdens de rouw om de inmiddels overleden overgrootvader, als het huis vol mensen is, horen we verhalen over de een die verdronken is, de ander die zich opgehangen heeft en een derde die ooit, lang geleden, met zijn paard onder de trein terechtkwam.
Het zijn verhalen die, vanwege hun folkloristische karakter, vooral gezellig klinken. Maar naast al die dood is er ook nog leven: dat huis vol mensen met hun geklets en het nieuwe leven dat groeit in de buik van Markus' moeder. Het vertrouwde koppel leven en dood komt in deze novelle nogal schetsmatig aan de orde.
Het verhaal wordt verteld vanuit het kinderlijke perspectief van Markus. Hoe ervaart een kind een dode, volgens het cliché? Hij ziet de dode plotseling omhoog komen en zeggen ,,Al dat volk''; hij hoort tegensputterend ,,gebonk en geklop'', ,,maar toen hebben ze het deksel er opgelegd''. Tja. Markus zou het toppunt van sensitiviteit moeten zijn, zoals de hoofdfiguren uit Mortiers vorige boeken, eerder een begaafd kijker en luisteraar dan een deelnemer aan het leven, maar de schrijver ondermijnt dat nu en dan door zijn jonge held binnen voorspelbare kaders op te roepen. Veel overtuigender zijn de scènes waarin de jongen aan die kaders probeert te ontsnappen, door zijn eigenzinnige omgang met de taal.
Markus worstelt met de taal, vooral 's nachts, ergens tussen slapen en waken in. ,,Mijn woorden houden van het donker. Ze wachten tot mijn kop zacht en beurs op mijn borst zakt. Onrustig duwen ze tegen de binnenkant van mijn hoofd. Motten, gaasvliegen, waterjuffers, hommels. Hoe slapper ik word, hoe meer er naar buiten breken, een bries van vleugelslagen, staat er ergens, lichtelijk geëxalteerd.
Niet de kleine jongen vangt met taal de werkelijkheid, nee, de taal probeert hém uit. Er komen woorden in hem naar boven die hij proeft als waren het dingen: ,,Woorden als magnifiek. Splinterwoorden als Pinksteren. Dikke woorden bezaaid met dons. Lobelia.
Markus zoekt rusteloos naar wat dat nu precies is, doodgaan en dood. Soms lees je een treffende, kinderlijke vergelijking, soms is de vondst nadrukkelijk van de schrijver afkomstig.
Juist het feit dat Mortier zo mooi kan schrijven - hij is er al vaak om geroemd - is een gevaar: zijn verbale ornamentiek kan een sta-in-de-weg worden, kan beletten dat je in de belevingswereld van het kind terechtkomt, zoals bij deze beschrijving: ,,Dood-gaan is de grote verstrooidheid van de lafste dagen in augustus, een kloppende hitte die lijm weer vloeibaar maakt, de woorden losweekt en zorgeloos in het rond strooit.
Fraai gezegd, maar door de auteur, Markus staat hier buiten. Uiteindelijk voelt Markus dat de dood vooral te maken moet hebben met zwijgen. Zwijgen, dat was toch al zijn talent.
Op de laatste bladzijde van de novelle ligt hij met zijn moeder in de tuin en hij vraagt haar met hem mee te spelen dood te zijn. Daar liggen ze, de moeder met het kind in haar buik en de zoon die denkt: ,,Altijd dood is langer dan je ogen dichtdoen als Mamá je ingezeepte haar uitspoelt. Langer dan niet-kijken als er beren op de televisie zijn.
Het is een mooie scène, waarvan je er meer had willen hebben. Hier voel je een ademloze spanning tussen spel en ernst bij de jongen, hier komt hij tot leven. De novelle is onbedoeld vooral een strijd tussen de schrijver en zijn schepping Markus.
Op de momenten dat Markus het pleit wint, als dat kleine kinderhoofd het met zijn taal- en hersenspinsels voor het zeggen heeft, ja, dan ben je om.
ERWIN MORTIER
Alle dagen samen. De Bezige Bij, Amsterdam, 96 blz., 14,50 eur.
DE AUTEUR Erwin Mortiers debuutroman Marcel (1999) werd onder meer bekroond met de Gerard Walschapprijs, de Van De Hoogtprijs en het Gouden Ezelsoor. In 2000 verscheen zijn tweede roman, Mijn tweede huid , die werd genomineerd voor onder andere de Libris Literatuur Prijs en De Gouden Uil. Voor zijn dichtbundel Vergeten licht (2001) ontving hij de C. Buddingh'-prijs. Zijn derde roman, Sluitertijd (2002), werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. In hetzelfde jaar verscheen zijn essaybundel Pleidooi voor de zonde .
31/12/2004
Geschreven vanuit de visie van de vijf jaar oude Markus (zijn naam wordt pas aan het slot prijsgegeven) roept de novelle Alle dagen samen een breed en geheimzinnig universum op waarin leven en dood samenvloeien. In zijn tekst wisselt Mortier zonder opdringerigheid van vertelstandpunt: in enkele hoofdstukken laat hij het jongetje zelf aan het woord, maar voor het overgrote deel, mede omdat het de auteur er in de eerste plaats om te doen is een bepaalde sfeer te creëren, wordt over de jongen verteld. Behoedzaam leidt Mortier zijn lezer binnen in de denk- en gevoelswereld van de kleine Markus. Die herinnert zich hoe hij het jaar voordien ziek is geworden ("Dat lijveke gloeit lijkt koperdraad") en hoe de volwassenen in zijn omgeving erop reageerden. Die volwassenen: dat zijn ouders en grootouders, een inwonende Tante, de buurvrouw Zie (zo genoemd naar het stopwoord dat ze te pas en te onpas gebruikt). Mortier toont zich bijzonder sterk in het portretteren van een aantal figuren. Een dorpsvrouw als Swegens bv. (haar naam verwijst inderdaad ook naar haar stopwoord) die boodschappen aan huis brengt en een meesterlijk taaltje hanteert: ze is "omnibus" verzekerd, lust een "portatiefje", staat "perplets" van wat ze om zich heen ziet gebeuren en weet hoe een "gedistilleerde" dame te onderscheiden van iemand zonder manieren. Nog een voorbeeld van Mortiers indringende vertelkracht -- in een woordenvloed die herinnert aan Leo Pleysier -- is de monoloog van de grootmoeder, "ons moeder heeft dat huis hier nog gezet. In vijfendertig". Tussen al dit verbaal geweld door gaat het jongetje zelf op zoek naar de woorden, die zich niet direct aan zijn wil en verlangen willen onderwerpen: "Hem houden de woorden nog voor zich. Mondjesmaat mag hij van hun kruiken drinken." Daarnaast is er de ingrijpende gebeurtenis van de dood van zijn overgrootvader: hoe onbegrijpend hij tegen dit alles aankijkt, hoe de familie reageert... en met als spiegelmotief het feit dat zijn moeder in verwachting is, "uw broerke slaapt daar in zijn nestje". Leven en dood trekken een blijvend spoor in het leven en de wereld van de jongen. Alle dagen samen is sensitief sterk geladen en aangrijpend proza. Mortier schrijft geen woord te veel, maar des te meer suggereert hij wat in het hoofd van het jongetje omgaat. Zijn ziekte was "een tropisch feest, broeiend in zijn binnenste". Wat aan en met zijn lichaam gebeurt, geldt evenzeer voor zijn gevoelswereld. Maar dat moet de lezer zelf gaan invullen. [Jooris Van Hulle]
Drs. Cees van der Pluijm
De Vlaamse schrijver Erwin Mortier (1965) is zeer succesvol. Boeken als "Marcel", "Mijn tweede huid", "Pleidooi voor de zonde" en "Sluitertijd" werden bekroond en vertaald. In deze nieuwe novelle beleeft een vijfjarige jongen de dood van zijn overgrootvader en herbeleeft hij zijn eigen ziekzijn van een jaar eerder. In kort bestek slaagt Mortier erin met zeer poëtisch en raak (vaak Zuidnederlands) taalgebruik de wereld van het kind en de volwassenen om hem heen te treffen. Het boek is een familieroman, teruggebracht tot een novelle, die hier en daar aan Hugo Claus' "De Metsiers" doet denken. Humor, verbeeldingskracht, taalschoonheid en psychologisch inzicht gaan moeiteloos samen. Juist bij zo'n briljante stilist storen de zetfouten die dit boekje rijk is en die ene lelijke grammaticale fout, die een redactie had moeten ontdekken! Verder is deze mooi uitgegeven novelle een uniek kunstwerkje in taal, zeer authentiek en tot herlezen uitnodigend. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.