Angst : Trump in het Witte Huis
Bob Woodward
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Balans, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERENIGDE STATEN 945.6 |
31/12/2004
De nu al legendarische onderzoeksjournalist Bob Woodward ('Washington Post') -- die destijds het Watergateschandaal aan het licht bracht -- werkt vooral op basis van interviews met toppolitici, die hem hun diepste zielenroerselen toevertrouwen. Zijn netwerk is dermate verfijnd en zijn prestige dermate groot dat geen enkele politicus het zich kan veroorloven Woodward -- ook wel eens de ultieme establishment-journalist genoemd -- niet te woord te staan. In die zin doet hij een beetje denken aan Hugo de Ridder bij ons, die tijdens de jaren '80 dezelfde positie bekleedde en zo ons politieke leven tot in de kleinste details kon ontleden. Woodward kan onder de spectaculaire regering-Bush zijn hartje ophalen. In oktober 2002 publiceerde hij Bush in oorlog, het ware verhaal achter de aanval van Bush op Afghanistan. Nu ligt de opvolger al klaar en deze keer is de aanval op Irak zijn doelwit. In totaal interviewde Woodward 75 direct bij de feiten betrokken sleutelfiguren, waaronder ook de president zelf, Colin Powell en Donald Rumsfeld. Woodward is zeer vastberaden in de afbakening van zijn onderwerp: hij schrijft in dit 384 bladzijden tellende waar gebeurde epos -- dat als een echte thriller leest -- uitsluitend over het complexe besluitvormingsproces -- geconcentreerd in de periode november 2001-maart 2003 -- dat leidde tot de oorlog tegen Irak. Andere thema's komen niet aan bod. Zo wordt Het aanvalsplan een ultieme vorm van microscopische geschiedschrijving, erg psychologiserend en erg afhankelijk van de eerlijke bedoelingen en waarachtigheid van de tipgevers: elke diplomatieke beweging, elk gesprek van enige betekenis, elke conflictje, soms zelfs nooit uitgesproken gedachten, worden in detail weergegeven, maar de bredere context -- wél in het ware leven aanwezig -- ontbreekt. Een goed voorbeeld van het smalle randje waarop Woodward zich begeeft, is het gesprek tussen Powell en Bush op 5 augustus 2002, waarin Powell Bush voor het eerst klaar en duidelijk waarschuwt voor een oorlog tegen Irak: "U zult de trotse eigenaar worden van 25 miljoen mensen, u zult al hun hoop, aspiraties en problemen bezitten... Het zal de energie uit alles wegzuigen en de eerste termijn bepalen... Irak heeft een zeer complexe geschiedenis en heeft nooit democratie gekend". Wat verder schrijft Woodward dat Powell er niet zeker van was dat de president -- ondanks die woorden -- de betekenis en gevolgen van een oorlog volledig inschatte. Woodward kan die informatie alleen van Powell zelf hebben gekregen, die hier aan zelflegitimatie doet: hij poneert zichzelf als een slimme, vooruitziende staatsman die de actuele problemen in Irak heeft zien aankomen en er ook voor heeft gewaarschuwd. De vraag rijst of Woodward hier niet wordt misbruikt. Het aanvalsplan bevat een aantal onthullingen, die intussen ook al uitvoerig het nieuws hebben gehaald: reeds op 12 september 2001 vraagt Rumsfeld aan Bush of de aanslagen geen gelegenheid vormen om tegen Irak op te treden; op 21 november 2001 geeft Bush aan Rumsfeld de opdracht in het grootste geheim de plannen tegen Irak uit te werken; Rumsfeld krijgt daartoe in juli 2002 een bedrag van 700 miljoen dollar dat als "extra geld voor de oorlog in Afghanistan" door het parlement wordt goedgekeurd; in januari 2003 valt de beslissing dat de oorlog zal worden gevoerd (de strijd startte de facto op 19 maart 2003) nadat George Tenet, directeur van de CIA, verzekert dat de aanwezigheid van massavernietingswapens vaststaat; de Saoedische ambassadeur prins Bandar is twee dagen eerder op de hoogte van de beslissing om Irak binnen te vallen dan minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell; diezelfde Bandar belooft Bush dat de olieprijzen tegen de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november historisch laag zullen staan (is intussen door de realiteit ontkracht!)... Enkele stellingen van Woodward -- waaronder die laatste -- worden door het Witte Huis bestreden, maar niettemin stond zijn boek bovenaan de lijst "aanbevolen lectuur" op de officiële verkiezingswebsite van Bush. [Gunter Bousset]
E. Westerhuis
Bob Woodward is Amerika's bekendste journalist. Meer dan dertig jaar is hij reeds werkzaam als verslaggever voor de Washington Post. Zijn bestseller 'All the President's Men' bracht het schandaal rond de Watergate-affaire aan het licht en was indirect de reden voor het aftreden van president Nixon. Andere bestsellers van zijn hand over de Amerikaanse politiek in het algemeen en de rol van het Witte Huis in het bijzonder, hadden als onderwerp de Panama- en de Golfoorlog van Bush Sr. ('The Commanders') en de verwikkelingen rond de Clinton-regering ('The Agenda'). Zijn nieuwste publicatie is een gedetailleerd verslag van het besluitvormingsproces van president George W. Bush en zijn oorlogsraad om ten strijde te trekken tegen het Irak van Saddam Hussein. Zijn verhaal is gebaseerd op interviews met meer dan 75 direct bij de gebeurtenissen betrokken sleutelfiguren, officiële en officieuze rapporten, telefoontranscripten, memo's en persoonlijke aantekeningen. Wederom is Bob Woodward erin geslaagd een staaltje van ongeëvenaarde onderzoeksjournalistiek te leveren. Het boek is een must voor een ieder die is geïnteresseerd in de Amerikaanse politiek en de gebeurtenissen achter de schermen, die hebben geleid tot de huidige crisissituatie in Irak. Geïllustreerd met zwartwitfoto's.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.