Een paard voor Sinterklaas
Ted van Lieshout
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Goor, cop. 2004 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : MAKKELIJK LEZEN : ROOD : VANL |
31/12/2005
Een jongen erft van zijn oom een goochelkist. Dolenthousiast gaat hij meteen aan de slag, maar niets lukt, tot hij op de bodem een briefje vindt. Dan neemt het verhaal een absurde wending: als hij er een weesmeisje in legt, kan hij haar doormidden zagen. Bij gebrek aan weesmeisje, vraagt hij zijn vader als proefkonijn. De spanning stijgt als hij aan de grote truc begint. En inderdaad, hij zaagt zijn vader doormidden, "maar gelukkig bloedde hij niet". Het probleem is dat hij de twee helften niet meer aan elkaar krijgt. Dus belt hij het alarm, wat de volgende absurde dialoog oplevert: "'Mijn papa is kapot,' riep ik. 'Hoe komt dat?' Vroeg het alarm. 'Ik heb hem doormidden gezaagd,' zei ik. 'Waarom?' vroeg het alarm. 'Was het voor straf?' Eh, nee, zei ik. 'Deed je het expres? Want dan moet je de politie hebben.' 'Nee, het was per ongeluk.' 'Dan stuur ik meteen hulp,' zei het alarm." In afwachting kleeft de jongen de twee helften met pleisters aan elkaar. De hulpdienst kan niets doen, maar dan komt de hond Snoet met de oplossing. De jongen blijkt de verkeerde zaag gebruikt te hebben. Hij stopt zijn vader nog eens in de kist en probeert de truc opnieuw, dit keer met de juiste zaag. En jawel hoor, zijn vader is weer heel. Als beloning mag de jongen een koekje nemen. Hij neemt er drie. "Eén voor Snoet. Eén voor mij. En één voor Snoet". De afloop van het verhaal vond ik flauw, maar deze drie slotregels die subtiel de hond op de voorgrond plaatsen, maken veel goed.
De tekst bestaat uit korte zinnetjes, aangepast aan een beperkt leesniveau. Het nadeel hiervan is dat de zinnen niet altijd prettig (voor)lezen en dat de dialogen nogal eens onnatuurlijk klinken: "Nou, dit is een goochelstok. Volgens mij erf ik een goochelkist!" "'Wat leuk,' zei pap. 'Als je oefent, kun je goochelaar worden'. 'Dat is inderdaad een leuk beroep,' zei ik". Dit laatste hoor ik een jongen nog niet zo snel zeggen. De illustraties versterken de absurditeit van het verhaal. Opvallend zijn de sprieterige, elastische lijven die zich in allerlei bochten wringen. Met minimale middelen bereikt Hopman op de gezichten een maximale expressiviteit. De illustrator voegt ook extra grapjes toe. Terwijl paps doormidden gezaagd wordt, denkt Snoet aan een bot (te zien op een gedachteballonnetje). Een hoogvlieger is dit niet, maar door de absurde humor is het toch een waardige opvolger voor Van Lieshouts vroegere bundel met nonsensverhalen, Luitje, Wimper en Pipet. [Jan Van Coillie]
Hannelore Rubie
Een uit een erfenis verkregen goochelkist zorgt voor veel plezier bij de ik-figuur, zijn vader en de hond Snoet. Een zwarte hoed, een goochelstok, verschillende attributen en een stuk papier zijn het begin van een weesmeisjes-doorzaag-truc. Omdat hij geen weesmeisje kent, probeert hij de truc uit op zijn vader (die immers ook geen ouders meer heeft). Als zijn vader in twee stukken gezaagd is, heeft het heel wat voeten in aarde om hem te redden: hoe wordt hij weer een mens uit één stuk? Gelukkig helpt Snoet een handje mee. Tekst en illustraties vertellen het verhaal op een grappige manier. Het is geschreven in duidelijke taal, in korte zinnen. Deze zijn gedrukt in een groot lettertype, beginnen allemaal met een hoofdletter, beslaan zelden meer dan een regel en zitten vol serieuze, kinderlijke fantasie. De prachtige zwartwittekeningen, vaak paginagroot, zijn treffend van lijn en geven veel gevoel, rust en humor aan het verhaal. De gewassen achtergrond gaat vaak over beide pagina's en de tekst heen. Naast de rustige 'binnenkant' doet de kaft erg kleurig, druk en vol aan. Zowel schrijver als illustrator hebben al veel titels op hun naam staan! Een mooi boek dat kinderen (vanaf ca. 5 jaar) meeneemt in een verhaal dat ieder van hen zou willen meemaken. Zelf lezen vanaf ca. 7 jaar
Claudine Vandendriessche
ua/an/22 j
Een jongetje krijgt als erfenis van een verre oom een goochelkist. Hierin zitten allerlei spullen maar ook een handleiding om een weesmeisje door te zagen. Omdat hij geen weesmeisje kent en zijn papa geen ouders meer heeft, zal papa wel een weespapa zijn. Dus denkt het jongetje dat het met de weespapa ook wel moet lukken. Papa moet in de kist en wordt doormidden gezaagd. Maar alles loopt mis en het jongetje heeft nu twee stukken papa. Gelukkig vindt de hond Snoet de juiste zaag en komt alles weer goed. Zeer vlot en grappig geschreven boekje. Het verhaal is origineel en verrassend. De taal en woordkeuze zijn duidelijk, zeker leesbaar voor kinderen eind eerste, begin tweede leerjaar. De opbouw van het verhaal is goed en de schrijver slaagt erin de lezer nieuwsgierig te houden en telkens een origineel vervolg van de gebeurtenissen te bedenken. De talrijke tekeningen zijn bijzonder grappig, zeer expressief en gedetailleerd. Alle illustraties zijn in het wit-zwart en geven de sfeer in het boekje goed weer. Over de gehele lijn een knap boekje, eentje om te lezen en daarna nog eens en nog eens.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.