Oliver
Edward van de Vendel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VEND |
31/12/2004
'Echt of niet echt?', zei hij. 'Gaat het daar allemaal over?'". Deze vraag in het tweede hoofdstuk van Edward van de Vendels nieuwe jeugdboek Gloeiende voeten kán je niet anders dan bevestigend beantwoorden. 'Echt - niet echt' is onmiskenbaar het thema in Gloeiende voeten, zoals dit ook het thema was in Van de Vendels eerder dit jaar verschenen eerste lezersboek Zootje was hier.
Kennelijk is de met literaire prijzen overladen Van de Vendel gefascineerd door de schijnbare tegenstelling 'fantasie en werkelijkheid'. In Zootje was hier creëren drie jongetjes Zootje, een voor hen levensecht fantasiefiguurtje waaruit ze kracht putten. In de loop van het verhaal wordt de hoofdpersoon zich geleidelijk aan bewust dat Zootje een creatie is die fantasie en werkelijkheid laat samenkomen in het geloof.
Ook in Gloeiende voeten creëert de tienjarige hoofdpersoon Claudio twee fantasiefiguren waarin hij onvoorwaardelijk gelooft. Voor hem zijn Jesse en Duiv, gekleed in lange witte jurken waaronder gloeiende voeten uitsteken, meer dan echt. Ze functioneren als 'troostvrienden' en zijn een krachtbron waaruit Claudio moed put. Troostvrienden die hem helpen in een levensfase die door verwarring en eenzaamheid gekenmerkt wordt. Deze verwarring wordt veroorzaakt door Claudios van oorsprong Braziliaanse moeder, die als baby geadopteerd is door Nederlandse ouders en onlangs haar biologische zuster Rosalia heeft ontdekt in New York. Sindsdien reist ze veelvuldig heen en weer tussen haar gezin, dat uit geldgebrek bij haar adoptiefouders inwoont, en zuster in New York. Claudios moeder voelt zich verscheurd tussen haar biologische, echte familie en gezin in Nederland. "Ik heb opeens familie', zei mama, 'daar moet ik aan wennen".
Dat onthullingen over je afkomst kunnen leiden tot een optelsom van verwarrende gebeurtenissen roept Thérèse Majors tweede jeugdboek Wat mijn moeder niet weet in herinnering. In dit kleine familiedrama ontdekt de moeder van de tienjarige Johnny Mooiweer bij toeval dat ze bij haar geboorte is afgestaan aan haar moeders broer, omdat haar Hongaarse moeder met de communisten heulde. Deze ontdekking heeft een grote weerslag op de rest van het gezin. Net zoals in Gloeiende voeten.
De hechte grondslagen waarop Claudios gezinsleven rust blijken heel wat minder hecht dan hij ooit kon vermoeden. "Als opa en oma niet mama's echte vader en moeder zijn, dan heb ik toch eigenlijk geen opa en geen oma. Niet echt, niet hier. Toch?", vraagt Claudio bezorgd aan zijn vader. Eenvoudig maar treffend verwoordt Van de Vendel Claudio's verwarrende gedachten over wat nu eigenlijk echte familie is. Ongeloofwaardig is het gemak waarmee Claudios vader deze vraag vervolgens wegwuift, alsook het gemak waarmee Claudio het wegwuiven accepteert. Ook later in het verhaal komt vader niet wezenlijk terug op de, voor een tienjarige, complexe levensvraag: Wat is familie? Bovendien, als lezer wil je toch ook wel weten hoe het zit met de grootouders en familie van vaders zijde. Wat voor rol spelen die in Claudios leven? Jammer dat Van de Vendel de wereld rondom Claudio niet verder heeft uitgediept.
De plot in Gloeiende voeten ontvouwt zich dan ook voornamelijk in Claudios hoofd, middels innerlijke monologen, die Van de Vendel knap vorm geeft in de gesprekken die Claudio voert met zijn imaginaire vrienden Duiv en Jesse. De stijl van die dialogen is kenmerkend voor Van de Vendel: Speels, vol eenvoudige beeldspraak, ontwapenend en humoristisch. Zoals het gesprek dat Claudio met zijn troostvrienden voert in de toiletruimte van Schiphol, waar hij naartoe is gevlucht nadat zijn ouders terplekke hebben besloten de reis naar Rosalia in New York wegens geldgebrek af te zeggen: "Het bonkte vanonder het dichte wc-deksel, vanonder zijn billen. 'Wollo,' klonk het, 'wollo!' Claudio stond op. De klep ging open. 'Halloooo!'riep Duiv. 'Ik zat er dus in'. Zijn hoofd verscheen, hij grijnsde breed. 'Hé jij!'riep iemand. 'Je moet niet alleen maar de put in koekeloeren, hoor. Omhoog is veel leuker!'Claudio keek omhoog. Jesse hing languit over de bovenkant van de wanden van het toilethokje".
Gedurende het hele boek vergezellen Duiv en Jesse Claudio, die samen met de jonge lezer gaandeweg de functie van de 'gejurkte jongensmannen', de 'vuurvoeters', begint te begrijpen. Wanneer Claudio wil weten waarom Duiv en Jesse in zijn leven gekomen zijn, antwoordt Duiv: "Als jij niet meer weet waarheen je moet denken of wat je moet doen, dan zijn wij er allebei. Kunnen we je twee kanten laten zien, rechts en links, links en rechts. Lekker gezellig".
Zonder dat Van de Vendel in overdreven sentimentaliteit vervalt, lossen Claudio's problemen zich op. Duivs en Jesses gloeiende voeten, die Claudios brandende vragen en 'vlammende' gedachten weerspiegelen, koelen langzaam af. Zijn ze als troostvrienden nog wel nodig nu de mist in Claudios hoofd optrekt en Claudio uiteindelijk ontdekt dat alles echt is? Het echte schooltoneelstuk waarop Claudio zich voorbereidt en waarin fantasie en werkelijkheid vloeiend in elkaar overgaan, zijn echte tante Rosalia, zijn echte opa en oma en zijn echte verzonnen vrienden Duiv en Jesse. "Wat kan mij het schelen of dit een droom is of niet?" Jammer dat Van de Vendel betrekkelijk weinig moeite heeft genomen dit fascinerende werkelijkheidsspel en het geladen onderwerp adoptie te situeren in een geloofwaardiger, realistischer buitenwereld. Claudio staat té veel op zichzelf. Dat is onecht.
Van de Vendel speelt in Gloeiende voeten een vernuftig, origineel spel met dat wat echt is en dat wat echt lijkt. Daarin speelt Claudio een herkenbare, levensechte tienjarige, die enerzijds nog onvoorwaardelijk gelooft in hersenschimmen en zich anderzijds zich gaat afvragen hoelang hij de grens tussen werkelijk en niet werkelijk kan blijven ontkennen. [Mirjam Noorduijn]
Hendrien Kars-ten Cate
Claudio’s tiende verjaardag wordt bedorven door de grote mensen, die uitsluitend met hun eigen problemen bezig zijn. Onverwacht krijgt hij steun van twee “cadeauvrienden” met gloeiende voeten die Claudio’s eenzaamheid doorbreken met hun grollen. Ze fungeren als klankbord en helpen hem over zijn onzekerheden heen. 41 korte hoofdstukken onthullen in stapjes voor- en achteruit in de tijd dat Claudio met zijn ouders bij zijn rijke grootouders woont. Claudio’s moeder is een adoptiekind uit Brazilië, die haar echte zusje gevonden heeft en naar New York is gereisd. Claudio’s vader werkt na diverse baantjes als fotomodel. Alleen de huishoudster geeft Claudio aandacht. Claudio maakt een plan om de janboel van de volwassenen op te lossen. Vanuit de bewegelijke dromer Claudio beschreven. Hij heeft de hulp van zijn fantasievrienden niet langer nodig als hij zich realiseert dat hij hen zelf stuurt met zijn gedachten: ”wat je verzon was zoveel sterker dan wat je voor je zag”. Na de ijskoude start groeit het poëtische verhaal naar een warm happy end. Om samen met ca. 10-jarigen te genieten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.