O, was ik maar een aap
Gerard Tonen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Leopold, © 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : TONE |
31/12/2004
Het leven van Maarten verandert ingrijpend als hij op een ochtend een vreemde jongen ziet die zich op dezelfde behoedzame wijze naar school begeeft als hijzelf. De nieuwe jongen, Poentie noemt hij zich, Sander heet hij, lijdt ook onder de pesterijen van Henrie en zijn vazallen. De twee jongens zoeken steun bij elkaar en na enige tijd, helemaal in de ban van Poenties verhalen over het Verdreven Volk van de Indiaanse Maya's, worden ze bloedbroeders. Op hun programma staan twee belangrijke zaken: Henrie moet op zijn nummer gezet worden en ze beginnen aan de bouw van een zeewaardig vlot waarmee ze naar Zuid-Amerika willen varen. Het eerste lukt; met een list weten ze Henrie in een vernederende situatie te brengen, daar maken ze foto's van en verspreiden die op school. Het vlot komt niet veel verder dan een ambitieus plan want intussen heeft Poenties ziekte zich in alle hevigheid geopenbaard. Wat hij steeds voor zijn vriendje verborgen heeft weten te houden -- een hersentumor -- valt niet meer te ontkennen. Poentie wordt opgenomen in het ziekenhuis. Voor hij overlijdt bevestigen hij en Maarten hun bloedbroederschap. Voor altijd. Tot zover een boeiend, avontuurlijk en soms ook ontroerend verhaal over een hechte vriendschap. Maar dan... Tijdens de begrafenisdienst, als iedereen langs de open kist loopt om afscheid van Poentie te nemen, is Maarten ervan overtuigd dat zijn vriend hem een knipoog heeft gegeven. Hij maakt een scène die erin resulteert dat er een dokter moet komen om definitief vast te stellen dat Poentie dood is. In de dagen na de begrafenis manifesteert Poentie zich aan Maarten. Die verkeert aanvankelijk in grote verwarring maar als hij arm, wang en haren van zijn vriend heeft aangeraakt en in hun eigen gebarentaal met hem heeft gesproken, twijfelt hij niet meer. Dit alles doet sterk denken aan de verhalen over de verschijningen van Jezus na diens dood zoals die beschreven staan in hoofdstuk 24 van het Lucasevangelie. De auteur geeft zelfs een hint in die richting. Nog een keer zorgt Poentie ervoor dat Maarten het met succes opneemt tegen Henrie. Dan verdwijnt hij voorgoed. Maarten heeft er vrede mee, Poentie zit in zijn hoofd en hij zit in het hoofd van Poentie. Hij zegt tegen zichzelf: "Ik zorg dat jij op aarde een beetje kan voortleven". En hij is weer terug in het gewone leven, met thee en sprits.
Dat de auteur op de een of andere manier wil aangeven hoe sterk de band tussen Maarten en Poentie is geweest, ligt in de lijn van het verhaal. Ik ben er nog niet achter waarom hij twee zo heftige situaties heeft opgevoerd, schijndood en opstanding, om daaraan vorm te geven. Is het de bedoeling dat de lezer de betreffende passage uit het boek gaat vergelijken met het bijbelverhaal?
Het is de verdienste van de auteur dat hij fantasie en werkelijkheid op een vanzelfsprekende manier in elkaar laat overgaan. Maar het meest waardevol in de beschrijving van een vriendschap die tot over de dood heen reikt. [Herman Kakebeeke]
Felix Meijer
Wanneer de elfjarige Sander bij Maarten in de buurt komt wonen, nemen zij het samen op tegen Henrie en zijn vrienden, van wie ze op weg naar school niet door hun straat mogen. Sander en Maarten worden bloedbroeders en noemen zich koningen van het Verdreven Volk van de Indiaanse Maya's. Samen willen ze een vlot bouwen om naar Zuid-Amerika te varen om terug te gaan naar hun volk. Helaas komt het er niet van, als Sander overlijdt aan een hersentumor. Na zijn overlijden blijft hij nog een tijd aan Maarten verschijnen. De kaft toont de twee jongens in hun fietsenkelder vol Mayabeelden. Een mooi, spannend, humoristisch en verdrietig boek over vriendschap en dood. Het verhaal is in een vlotte stijl geschreven zonder moeilijke woorden en begrippen en met veel dialogen in korte overzichtelijke hoofdstukken. Voor kinderen vanaf ca. tien jaar een mooi en ontroerend boek.
Tanja Michiels
ua/an/22 j
Maarten wordt gepest door Henrie en zijn bende. Hij heeft blijkbaar niet veel vrienden, voelt zich eenzaam en zijn ouders zijn gescheiden. Het moet je maar overkomen! Daar komt verandering in wanneer hij bevriend geraakt met Sander, een nieuw klasgenootje. Sander beweert dat hij de laatste overlevende koning is van de uitgeroeide Maya’s. Dit is het begin van een bloeiende vriendschap die Maarten ook de kracht zal geven om tegen Henrie terug te vechten en meer zelfvertrouwen op te bouwen. Maar ook aan deze vriendschap moet een einde komen, want Sander -alias Peertie in Maya-taal- heeft een hersentumor waaraan hij overlijdt. Maarten kan de dood van zijn vriend (de bloedbroeder) niet verwerken en krijgt waanideeën dat hij nog leeft. Uiteindelijk belandt Maarten bij de psycholoog, na een gesprek (of zijn het meerdere sessies?), beseft hij dat hij Sander moet loslaten, maar de geest van zijn vriend zal hij altijd met zich meedragen. Een zoveelste ‘kommer-en-kwel’-verhaal dat je buikkrampen bezorgt! De personages zijn heel oppervlakkig uitgewerkt, het verhaal is nogal simplistisch. Om dit toch wat in te kleden, heeft de auteur besloten om het flinterdunne verhaal te bedekken met een exotisch Maya-sausje. Het resultaat is ontgoochelend en clichématig.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.