Fateless
Lajos Koltai
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ZSOL |
31/12/2004
De auteur (1895-1949) was tijdens het interbellum met tien romans en vier toneelstukken een van de meest toonaangevende schrijvers van Hongarije. Hij was van joodse origine, afkomstig uit Nagyvárad (het huidige Oradea in Roemenië), een typisch habsburgerstadje, waar Hongaren, Roemenen, Duitsers en joden naast elkaar leefden, tot de Tweede Wereldoorlog daar een einde aan zou maken. In 1920 verhuisde Zsolt naar Boedapest, waar hij hoofdredacteur werd van het liberaal-progressieve blad 'De Pen'. Toen in maart 1944 de Duitse troepen Hongarije binnentrokken, begon de jodenvervolging pas goed, ofschoon het antisemitisme al voor die tijd heftig opstak. Veel joden, waaronder ook Zsolt, waren toen al als dwangarbeiders naar Oekraïne gestuurd. Weliswaar lukte het hem naar Boedapest terug te keren, maar enkel om daar in de gevangenis en later in het getto terecht te komen. Negen koffers is het verslag van die tijd.
De bizarre titel verwijst naar de negen koffers bezittingen waarvan Zsolts vrouw in 1939 in Parijs, waar het koppel een vlucht plande, maar geen afscheid kon nemen. De enige trein die de negen koffers nog wilde opnemen, was de trein terug naar Boedapest en vandaar de ellende die in dit boek centraal staat. Zsolt opent zijn verhaal met de beschrijving van zijn tijd in de ziekenboeg van het getto, een voormalige synagoge waar de mensen creperen als ratten. Hij vertelt de gebeurtenissen die aan zijn opname in het getto zijn voorafgegaan, een door commentaren en opmerkingen onderbroken flashback. Zich richtend tot een van zijn lotgenoten, beschrijft Zsolt ook wat hem in Oekraïne overkwam, waar hij, als jood in dienst van het met de Duitsers optrekkende Hongaarse leger, met honderdduizend andere joden dwangarbeid moest verrichten, o.m. als grafdelver in de barre koude. Het is een huiveringwekkend relaas met niets ontziende eerlijkheid geschreven. Zsolt moraliseert zelden ("Als de mensen niet gek gemaakt werden door hun principes en hun god, dan zou bv. niemand oorlog voeren, waarin je hongeren moet en creperen"), noteert scherp alle verschrikkingen van de hel die hij doorleeft. Daarmee neemt zijn boek een vooraanstaande plaats in tussen andere chroniqueurs van de dood als Jorge Semprun, Primo Levi of Samuel Pisar.
Het vermelden waard is zeker dat Zsolt uiteindelijk uit Bergen-Belsen is kunnen ontkomen in een groep geselecteerde joden die tegen duizend dollar per persoon door de nazi's naar Zwitserland werden gebracht (de zgn. Kasztneroperatie). Zsolt keerde na de oorlog terug naar Boedapest, richtte er het weekblad 'Progressie' op, stichtte zelfs de Hongaarse Radicale Partij en werd ook verkozen voor het parlement. Hij stierf in 1949. De tekst van Negen koffers is bij Zsolts leven nooit in boekvorm verschenen. Wel schreef Zsolt zijn belevenissen neer in bijdragen in 'Progressie'. Hij trapte daarbij op nogal wat politiek gevoelige tenen. Daardoor is zijn boek slechts postuum in 1980 verschenen. En ook daardoor is het abrupte slot van het boek te verklaren.De schrijver is er niet meer aan toegekomen het te voltooien. De vertaler voegde evenwel twee losse stukken uit 'Progressie' toe over de bizarre Kasztnergroep.
Negen koffers is op zijn manier deel gaan uitmaken van die Hongaarse renaissance die we nu meemaken. Er was de herontdekking van Sandor Marai, van Magda Szabo, de publicatie van Harmonia Caelestis van Esterhazy, Het Boek der Herinneringen van Péter Nadas en de Nobelprijs voor Kertész. Zsolts naam mag daar gerust tussen staan. [Jos Van Damme]
Leo Boode
De titel van het boek van de Hongaarse schrijver (1895-1949) verwijst naar de bagage die zijn vrouw in 1939 mee naar Parijs neemt. Die is ook de oorzaak van hun terugkeer naar Hongarije. Het boek is een verzameling van bijdragen, die de joodse schrijver kort na de oorlog in een Hongaars blad publiceerde. In de verhalen, die zich grotendeels in 1944 in het getto van Nagyvárad afspelen, wachtend op transport naar een vernietigingskamp, vertelt hij aan lotgenoten over zijn wederwaardigheden aan het front in de Eerste Wereldoorlog, in de gevangenis en het getto. Het zijn terugblikken met kritiek op de maatschappij, op de verschrikking, met hoop, humor en bitterheid. Het boek dat doordat de schrijver voortijdig stierf een open einde heeft. Het geeft een realistisch beeld van het vooroorlogse leven in Hongarije, het antisemitisme en het leven in het joodse getto. Zsolt tekent scherp de mensen met hun gebreken, daders en slachtoffers. Doordat hij en zijn vrouw aan het transport naar Auschwitz ontkwamen, overleefde hij de oorlog en kon dit boek tientallen jaren later verschijnen. Knap geschreven. Paperback; vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.