Van de verliezer en de lichtbron : gedichten
Kees Ouwens
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff, 2003 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : OUWE |
31/12/2002
De weerklank van het poëtische werk van Kees Ouwens gaat weliswaar resoluut in stijgende lijn daarvan getuigt o.m. zijn bekroning met de prestigieuze VSB-prijs --, maar dat neemt niet weg dat de dichter voor veel lezers nog steeds een onbekende is. De uitgave van deze prestigieuze verzamelde gedichten maakt het alvast mogelijk om tot een grondiger kennismaking met Ouwens' werk te komen. Zoals zo vaak valt daarbij op hoe het oeuvre van Ouwens enerzijds blijk geeft van een duidelijke evolutie, maar hoe anderzijds bepaalde contouren reeds van meet af aanwezig blijken te zijn (ook al heeft men ze eerder nauwelijks opgemerkt). Zo worden de eerste gedichten gekenmerkt door een duidelijke pathos, die men op dat ogenblik in verband bracht met de toen heersende ironische variant van een neo-romantiek. Tegelijk echter formuleren die verzen reeds aanzetten voor een vrij absolute poëtica, waarbij het dichter-zijn beschouwd wordt als een compromisloze roeping die met tragische visionaire trekken gepaard gaat. Die verabsolutering van het dichterschap is met de jaren enkel krachtiger geworden. Ouwens schaart zich gaandeweg nadrukkelijker bij de mystieke poëzie, die beoogt om de ultieme zingeving en de ultieme samenhang in de werkelijkheid via het gedicht te achterhalen. Bij Ouwens wordt dat totale streven dat zich o.m. uit in een sterk apodictische zegging en een groot gehalte aan abstractie echter geproblematiseerd door het besef dat die roeping voor de postmoderne mens verloren is gegaan. Als gevolg daarvan wordt die droom als het ware gefragmenteerd, uiteengerafeld in details, observaties, verbrokkelde gedachten. Precies die spanning tussen ideaal en besef, tussen geheel en verdeling maakt de lectuur van Ouwens' oeuvre des te fascinerender en ondoorgrondelijker. Gemakkelijke lectuur is deze poëzie allerminst, waardevol echter buiten elke proportie. Weinig dichters zijn op dit ogenblik zo indrukwekkend bezig met hun vak als deze Kees Ouwens. [Dirk De Geest]
Hans Groenewegen
Met deze prachtige (gebonden) uitgave is het poëtisch oeuvre van een der uitzonderlijkste naoorlogse schrijvers (dichter en romancier) weer ontsloten: Kees Ouwens (1944). Bij zijn debuut 'Arcadia' (1968) werd hij een neoromanticus genoemd. Heel precies is nu te volgen hoe hij zich vanaf zijn derde bundel 'Als een beek' (1975) manifesteerde als een volstrekt unieke stem. Elke bundel van de eerste fase van zijn dichterschap is het resultaat van een apart project. Tegelijk is elk gedicht onmiskenbaar Ouwens. Met de zesde bundel 'Afdankingen' begon Ouwens een project dat een reeks bundels beslaat, tot en met de in de verzameling opgenomen nieuwe bundel 'Etgroen'. Terwijl hij in de persoonlijke mythe van het besloten bosgebied naar de open zee reisde werden de gedichten steeds compacter en dichter, culminerend in 'Mythologieën' (2000). In 'Etgroen' opent het werk zich weer in verzen van klassieke schoonheid. Ouwens herzag voor deze uitgave diverse gedichten uit verschillende bundels.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.