Van mammoet tot Big Mac : een geschiedenis van onze voeding
Staf Henderickx
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
EPO, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : HEND |
31/12/2003
Een guitige jongenskop siert het voorplat van de roman Steentjes. Het zou inderdaad de kop van Staf kunnen zijn, het hoofdpersonage uit Steentjes, de debuutroman van Staf Henderickx. De schrijver is werkzaam als huisarts bij Geneeskunde voor het Volk en heeft bij uitgeverij Epo enkele werken gepubliceerd over sociale en ecologische wantoestanden. Met deze autobiografische roman debuteert de schrijver op het literaire vlak, maar de maatschappelijke geëngageerdheid is nooit ver weg.
De 'steentjes' uit de titel verwijzen naar het beroep van de vader, diamantslijper in Nijlen. In het boek beleven we de goede en slechte tijden van die typische huisnijverheid in de Antwerpse Kempen. Op pallieterachtige wijze laat de schrijver zijn hoofdpersonage, net als hijzelf Staf genoemd, zijn onbevangen jeugd vertellen. We leren Vlaanderen kennen zoals Felix Timmermans het heeft beschreven: kattekwaad, onbezoedelde natuur, vechten tegen de jongens uit de betere buurten en alles vooral beeldend beschreven. Ook Nijlen ligt aan de Nete.
Met vaart vertelt de opgroeiende Staf ons hoe hij zich ontwikkelt. Vrij snel blijkt dat voor hem een andere toekomst is weggelegd dan voor zijn jeugdvriendjes: die worden aangetrokken door het werk 'in de diamant', terwijl Staf na zijn collegejaren in Herentals naar de universiteit gaat en dokter wordt. Die evolutie gaat gepaard met een groeiend maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel, dat hem zelfs enige tijd het idee geeft dat hij priester zou willen zijn. Het zijn echter vooral de tweede helft van de jaren '60 en het contact met de meisjes die Staf een andere maatschappelijke richting doen gaan.
De schrijver heeft voor wie ongeveer dezelfde leeftijd heeft, een bijzonder herkenbaar beeld gecreëerd. De verwijzingen naar de snelle evolutie in België en elders vanaf de jaren '50 en vooral dan in het decennium daarna, doen aan de eigen jeugd en de latere eigen keuzes denken. De schrijver schuwt hierbij de wat gezochte beeldspraak niet, maar dat past wel bij het plattelandse katholieke Vlaanderen van zijn jeugd, toen gezwollen taal van de preekstoelen rolde. Dit autobiografische verhaal zit structureel netjes, maar nogal gezocht, verpakt tussen de beginscène, met de begrafenis van de vader diamantslijper en het slotbeeld waarbij de verteller boven zijn dorp, boven de wereld uitstijgt en constateert hoe het verleden nu blijkbaar helemaal voorbij is: zijn vader dood en alle diamantslijpers verdwenen. [Christiaan Hemelaer]
Marita de Sterck
De 54-jarige Belgische arts publiceerde eerder al over de effecten van de milieuvervuiling in de Antwerpse Kempen en over de geschiedenis van de zinkarbeiders in die streek. In deze autobiografische schetsen blikt hij terug op zijn tienertijd in de jaren '60. Als collegejongen, zoon van een diamantslijper en een boerendochter, verzet hij zich tegen de strenge schoolregels. Later, aan de universiteit in Leuven, neemt dat verzet tegen het establishment nog toe tot hij zich als arts bij de vereniging 'Geneeskunde voor het Volk' aansluit. In 50 korte pittige schetsen evoceert de auteur zijn wonderjaren. Het is een woelige tijd, de tijd van de teloorgang van de diamant in de Kempen, van mei '68 in Parijs, van Guevara, van de protestsongs... Levendig beschreven, met veel gevoel voor tekenende details en veel ingehouden humor. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.