Noem ons geen helden
Marc Wildemeersch
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
In de Knipscheer, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : WILD |
31/12/2003
Aan de hand van een aantal taferelen die elk afzonderlijk gedateerd worden en zich grotendeels afspelen tijdens de Eerste Wereldoorlog roept Marc Wildemeersch in zijn debuut als romancier aan de ene kant de wreedheid op van de oorlog, aan de andere kant weeft hij een liefdesgeschiedenis door het geheel. Aan dit alles gaat de mislukte emigratie vooraf van hoofdfiguur Bert Stubbe die het arme Vlaanderen was ontvlucht om in Canada een nieuw bestaan op te bouwen. Bert, die op het college onder meer Paul van Ostaijen tot zijn vrienden mocht rekenen, vertrekt net voor de oorlog uitbreekt naar Canada. De avond voor zijn inscheping bedrijft hij de liefde met Anna, een vriendin van Van Ostaijen. Als een rode draad zal deze Anna verder door zijn leven lopen: als hij er niet in slaagt in Canada vaste voet aan de grond te krijgen, neemt hij dienst in het leger, "met de totaal irrationele hoop dat hij haar aan het front zou terugvinden". Het grootste deel van de roman beschrijft de gruwelen in de loopgraven, de onzinnige aanvallen tegen de Duitsers, de psychologische impact ervan op jonge mensen die gedwongen worden medemensen te doden. Bert vindt, als hij gekwetst raakt, Anna terug, maar dan wordt ook zij getroffen door een inslaande obus. Ze overleeft en na de oorlog trekken beiden naar Berlijn, waar ze Paul terugvinden die daar nu met Emma samenleeft. In Berlijn maken ze de onrustige periode mee van het opkomende communisme en de moord op Rosa Luxemburg.
De roman blijft steken in een al te doorzichtige rationele constructie: Wildemeersch wilde zonodig Van Ostaijen en diens Berlijnse periode betrekken op de liefdesstory tussen Bert en Anna. Ook de episode rond Berts emigratie naar Canada komt niet van de grond: het blijft bij algemeenheden, zonder dat daarbij de psychologische gedrevenheid van de hoofdfiguur ook echt naar voren komt. En stilistisch stelt het geheel zwaar teleur: Wildemeersch wringt zich in al te opzichtige bochten om zijn tekst enige literaire allure mee te geven. Zo "roept Bert bloedserieus zijn keel schor" bij zijn vertrek naar Canada, en daar aangekomen komt hij opzeker moment in een sneeuwstorm terecht: "In het begin had de kou hem uitzinnig gebeten, maar een tijd geleden raakte die verzadigd, want loomheid was in hem geslopen". Wat je met zo'n zinnen aan moet, blijft me een raadsel. [Jooris Van Hulle]
Drs. E.A. van Kemenade
De eerste roman voor volwassenen van Marc Wildemeersch is op zijn minst bijzonder te noemen. Bert is de beste vriend van Paul, dichter uit Antwerpen, die met zijn achternaam Van Ostayen heet. In het boek wordt de hoofdrolspeler Bert verliefd op Anna, vlak voordat hij vertrekt naar Canada. Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, komt hij terug. Hij vecht, verliest vriend en vijand en ontmoet zijn Anna opnieuw. Samen met haar zoekt hij opnieuw rust en vrede bij Paul, die inmiddels in Berlijn woont. Bert en Anne hebben echter te veel meegemaakt. De laatste strofe is prozaïsch: "Net als een koppel voor het slapengaan: ze hebben wat geknuffeld, liggen een tijdje met hun benen over elkaar. Nu is het tijd om te slapen en elk legt zich op zijn zij. Twee eilanden die even samen kwamen en nu weer van elkaar wegdrijven, zo groeien ze dichter en dichter uiteen. Zo begint de vreugde van de eenzaamheid". Maar Van Ostayen schrijft er zijn grootste werk, de bundel 'Bezette Stad'. Een interessante combinatie van fictie en werkelijkheid.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.