Wat is echte democratie?
Jan-Werner Müller
Jan Van Riemsdijk (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Klement, cop. 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 606.1 RIEM |
31/12/2002
Met zijn tien tot honderd miljard neuronen is het brein het meest complexe en moeilijkst te beschrijven systeem dat wij kennen. Tegelijk is het een bijzonder bevreemdend onderzoeksobject. Want die hersenen, dat zijn wij. Toch? Valentijn is misschien de enige dag in het jaar waarop mensen nog geloven dat hun zielenleven zich in hun hart afspeelt. De rest van het jaar verhuist de geest naar onze hersenen. Het maakt niet uit of we dan spreken over een geest of over een ziel of desnoods over ons 'commandocentrum', het gaat om onze persoon, onze ik, degene die alles beleeft en overdenkt. Nu mag je een topspecialist neurologie zijn of een complete leek op dat gebied, de ervaring een zelfstandig denkende en coherente persoonlijkheid te zijn, is voor iedereen gelijk.
Nochtans wijst de praktijk van het hersenonderzoek een andere richting uit. In de hersenen is geen plaats voor een controlekamer. We mogen onszelf dan wel voelen, het is de vraag of die zelf wel bestaat. Zo langzamerhand ontstaat er een impasse doordat wetenschappers steeds meer feiten kennen over ons brein, waar we ons steeds minder bij kunnen voorstellen. Daarom vond Jan van Riemsdijk dat het tijd werd om een voorlopige balans op te maken. Zijn boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel geeft hij een summier overzicht van de verworven kennis die geleid heeft tot de huidige visie op het brein. Van Riemsdijk vertrek daarin echt van nul: hij begint met enkele algemeenheden over atomen. Minder dan honderd bladzijden verder komt hij uit bij de modernste beeldtechnieken en computersimulaties. Toch heb je nergens het gevoel dat hij zich moet haasten of dat hij de materie grof vereenvoudigt. Om dat te vermijden maakt hij een heel overdachte en soms eigenzinnige selectie uit de overvloed van gegevens. Een selectie die, volgens mij, behoorlijk verstaanbaar is voor een leek, maar ook heel zinvol voor wie al meer weet over het brein.
In het tweede deel bouwt Van Riemsdijk verder op die feitenkennis. Hij gaat op zoek naar een consistent filosofisch model om hogere hersenfuncties zoals bewustzijn, nadenken, taal en emoties beter te begrijpen. Je zou kunnen zeggen dat hij een brug probeert te slaan tussen de bevindingen van neurologen en de ideeën van psychologen. In eerste instantie doet hij dat door ons dagelijks taalgebruik onder de loep te nemen. Woorden als 'ik' en 'zelf' zijn zulke ingeburgerde begrippen dat het voor een wetenschapper bijzonder moeilijk is nog neutraal over de inhoud van die begrippen na te denken. Daarna probeert Van Riemsdijk de organisatie in de hersenen te verklaren, op basis van de evolutieleer en de bestaande theorieën over zelforganisatie in complexe systemen.
De ideeën in dit boek zijn niet ongelofelijk origineel. De grote verdienste van Van Riemsdijk is dat hij de verwarrende en elkaar tegensprekende vaststellingen uit de neurowetenschappen samenbrengt in een helder opgebouwde en raak geformuleerde theorie over de werking van het brein. Op die manier krijg je misschien een vaag vermoeden van die onvoorstelbare symfonie in onze hersenen. Voorlopig zal je daarmee tevreden moeten zijn. [Filip Bilsen]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.