De vrouw en het jongetje
Geert De Kockere
Geert De Kockere (Auteur), Johan Devrome (Illustrator)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
De Eenhoorn, 2002 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : GEDICHTEN : KOCK |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2002 |
Woord Jeugd Gedichten :
|
31/12/2002
Waar is het goddelijk? Voor Geert de Kockere blijkbaar in de hemel, bij de vrouw en op het land. Het goddelijke duikt af en toe op in deze bundel bespiegelingen en indrukken, maar een echt leidmotief kun je het niet noemen. Net als in vorige bundels lijken de tekstjes losse hersenspinsels die toevallig in dit boek samenkomen. In hun vluchtigheid zijn ze al even schetsmatig als de illustraties van Johan Devrome die zo uit een schetsboek met 'studies' van het menselijke lichaam lijken te komen. De illustrator gebruikt meer technieken dan de schrijver. Op de duur worden de woordspelingen te doorzichtig zoals in 'Sleutelgat': "In elk gedicht / zit een sleutelgat. // en wie nieuwsgierig genoeg is, / kan mij zien. // door dat sleutelgat." Opvallend in dit vers is de herhaling aan het slot, een techniek die De Kockere ontleent aan oude bakerrijmen en veelvuldig aanwendt in zijn kindergedichten. Daar werken ze vaak functioneel als speels element, hier zijn ze nogal eens storend. In andere gedichten melkt hij de woordspelingen uit, zoals in 'Melkdistels': "Ik hou van melkdistels, / die u doen geloven / dat ze paardebloemen zijn. // Ze nemen u staande beet. / Nog voor u hen. // Onze tuin is er wild van." In 'Muggen' vind ik de woordspelingen 'bloedloos': "Muggen zijn zo eentonig / Steeds hetzelfde liedje. // En zo bloedserieus. / Slechts af en toe / doorprikken ze het leven." Hier, net als in veel andere tekstjes, kreeg ik heel even een 'aha'ervaring waarna de gedachte meteen verdwenen was. De meeste tekstjes zijn op zichzelf al lichtvoetig (of -vleugelig), slechts enkele zijn zwaarmoediger. Het mooist zijn die tekstjes die meer oproepen en waarin de klank de inhoud sterker ondersteunt zoals 'Avond'. Dit gedicht is minder puntig dan veel andere, maar ook minder gezocht. Het begint speels "Als de avond valt, / kan je hem oprapen / en er vaak nog iets moois mee doen." De regels doen denken aan een kindervers van Riet Wille "Toen de duisternis viel / heb ik ze opgeraapt" (uit: Als de koeien bloeien). Het moois dat je ermee kan doen is onder meer: "je kan hem gebruiken / als leestafel, / waarop boeken zo zacht / openslaan." Misschien moet je dit boekje wel zo gebruiken, als iets voor op het nachtkastje, om af en toe rustig open te slaan. [Jan Van Coillie]
Inge Lievaart
Een bundel met in hoofdzaak korte gedichten (33) waar het taalplezier van af spat. Te volgen is hoe een woord, een uitdrukking, de dichter (vooral bekend als kinderboekenschrijver) uitlokte om er mee te spelen. Zo wordt het metaforische bijv. heel realistisch uitgewerkt. Op het oog heel simpel maar raak, van grappig tot geestig (een enkele wat flauw) maar de beschrijving van een vrijpartij is ronduit schitterend ('we lagen op een hoopje'), zelfs ernstige zaken worden licht aangeroerd. De tekeningen van Johan Devrome zijn eveneens zogenaamd simpel, meest lijnfiguren, niet meer dan ongeslachtelijke 'aanduidingen', maar vol levensdrift, of 'inbundig', passend bij de poëzie. Aparte, levendige grafische opmaak. Ook aardig voor middelbare scholieren. Eerder verscheen de vergelijkbare bundel 'Gevulde vogels'*.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.