Nooit te vangen met haar eigen pen : de vrouwelijke stem in de Nederlandstalige poëzie in 200 gedichten
Lut De Block
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7545 |
T. van Deel
Lut de Blocks tweede dichtbundel bij De Arbeiderspers - daarvoor bracht zij twee bundels uit in Vlaanderen die niet tot Nederland zijn doorgedrongen - is al even sterk, gepassioneerd en woordwellustig als de eerste. Hier spreekt een dichter die van de taal geniet. Aan het woord is een vriendin van de schilder James Ensor: 'Je schilderde me als rog, keerde me weerloos op mijn rug / en liet me lijdzaam liggen op het doek. Je schold me uit voor / slijmaal, schol, voor rotte vis. Je spuwde gal en gif, je noemde / me de zilte paaidoos van Pandora.' In vier afdelingen komen achtereenvolgens schilderkunst en erotiek, moeders en kinderen, de filosofie en nogmaals de erotiek aan de orde. Opmerkelijk zijn de vele verwijzingen naar andere schrijvers, zoals Gezelle, Mulisch, Beckett, Van Vliet, Hertmans, Descartes, Levinas, Dante, Dylan Thomas. Dat maakt deze gedichten overigens niet minder zinnelijk, beeldend en bespiegelend. Vooral de klankwaarde van dit werk heeft een grote aantrekkingskracht: 'Ze luistert, maar laat haar, ja, laat haar en leid haar.' 'Het hier en het heden gaan weelderig geuren.' 'Kan je de dingen ooit kennen?' Drie versregels die klinken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.