Lezen in verwondering : veertien leeswijzers bij een roman van Hugo Claus
Mathijs Sanders
Mathijs Sanders (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Vantilt, cop. 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : * 851 SAND |
31/12/2002
De Nijmeegse uitgeverij Vantilt verwerft stilaan een vooraanstaande plaats op het gebied van wetenschappelijke studies met betrekking tot de Nederlandse literatuur. Het voortreffelijke boek van Mathijs Sanders, dat eerder als doctorale dissertatie werd verdedigd, vormt daarvan het zoveelste bewijs. In zijn studie onderzoekt Sanders de visie van de katholieke auteurs en critici in de periode 1870-1940. Daartoe wordt een groot aantal tijdschriften onderzocht en gedetailleerd in kaart gebracht, om vervolgens de gehanteerde literatuuropvatting te distilleren. Op die manier slaagt Sanders erin om tegelijk het grote esthetische kader in kaart te brengen waartegen de toenmalige literaire kritiek gelezen dient te worden én om te laten zien hoe particuliere casussen in dat verband een probleem, een frustratie of een creatieve uitdaging kunnen vormen. Vooral de hoofdstukken die gewijd zijn aan de literatuur tot 1920, zijn baanbrekend, zowel wat betreft de hier (voor het eerst) verzamelde documentatie als wat betreft de gereconstrueerde literatuuropvatting. Met betrekking tot de periode van het interbellum zijn Sanders' beschouwingen associatiever en globaal minder overtuigend, maar dat doet geen afbreuk aan de verdienste van deze helder geschreven studie. Gezien het gespecialiseerde onderwerp richt dit boek zich uiteraard tot de echt geïnteresseerde lezer, maar die zal Het spiegelend venster dan ook geenszins ongelezen kunnen laten. Deze dissertatie laat alleszins zien hoe nauwkeurig onderzoek aan de traditionele literaire historiografie daadwerkelijk nieuwe impulsen kan verlenen. [Dirk De Geest]
Drs. E. Wigchert
Sanders beschrijft de literatuuropvattingen van drie generaties katholieke schrijvers en critici in Nederland in de periode 1870-1940. Hij vult hiermee een hiaat in de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Hij beschrijft en interpreteert in vier hoofdstukken de literatuuropvattingen in de katholieke tijdschriften: de verhouding tussen literatuur en levensbeschouwing ofwel tussen esthetica en moraal. Ieder hoofdstuk opent met een korte inleiding en een schets van het katholieke circuit rond respectievelijk 1870, 1880, 1900 en 1920. De hoofdstukken zijn gestructureerd rond enkele toonaangevende kwesties, publicaties, figuren en debatten. Drie kwesties worden meer in detail belicht: de toneelstrijd 1881-1882, opkomst van jonge katholieke literatoren rond 1900 en het blad de Beiaard. Het spanningsveld tussen literaire moderniteit en katholieke levensbeschouwing loopt als een rode draad door dit boek. De katholieke kopstukken van weleer komen voorbij (Alberdingk Thijm, Schaepman), de onderlinge strijd in het katholieke bolwerk, de rol die de kerk en de priester-dichters spelen, enz. Deze indrukwekkende, heldere en goed geschreven studie is meer dan een samenvatting: hij werpt nieuw licht op een te lang onderbelicht gebleven gebied van onze literatuurgeschiedenis.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.