Moriae encomium, dat is De lof der zotheid
Desiderius Erasmus
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2001 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : FILOSOFIE : 155.2 ERAS |
31/12/2002
In 1530 publiceerde Erasmus zijn Etiquette voor de jeugd. Hij droeg dit werkje op aan een elfjarige adellijke jongen, maar zijn gedragsregels zijn voor alle jongens bedoeld. Het schoolgedrag, dat niet voor de adel toepasselijk was, is niet behandeld. De meeste regels zijn zo universeel dat ze ook op volwassenen toepasselijk zijn, en daarom is het geen bezwaar dat in de titel van deze vertaling 'voor de jeugd' wegviel.
Volgens Erasmus mag de opvoeding niet tot religieuze en intellectuele vorming beperkt blijven, maar moet ze ook voor de wellevendheid aandacht hebben. Die vergemakkelijkt het samenleven met andere mensen en bevordert het sociaal contact. Eerst heeft hij het uitvoerig over het lichaam (met o.m. blik en houding, niezen en snot, geeuwen en lachen, boeren en winden laten) en de kleding. Vervolgens geeft hij regels voor een goed gedrag in de kerk, aan tafel, bij ontmoetingen en in de slaapkamer. De auteur heeft een voorkeur voor algemeen herkenbare omgangsvormen die op de redelijkheid gebaseerd zijn. Hij aanvaardt sociale en geografische verschillen, maar als ze in strijd zijn met de natuurlijke goede smaak of schadelijk voor de gezondheid, wijst hij ze af. Vele richtlijnen zijn nog altijd van kracht, omdat ze gewoon in de lijn van het gezond verstand liggen, maar andere zijn natuurlijk gedateerd, zoals het maken van een kruisteken na een niesbui of het bedekken van de schaamdelen voor het oog van de altijd aanwezige engelen. De soms grappige verwijzingen naar dieren getuigen van een sterk observatievermogen: trompetgeluiden van de neus moet je aan hoornblazers en olifanten overlaten, lachen met de mond open, of met de nagels etensresten tussen de tanden lospeuteren doet aan honden denken, grote brokken voedsel in één hap doorslikken is goed voor ooievaars...
Dit eenvoudig en boeiend geschreven werkje werd een bestseller. Een inleiding (van iemand die regelmatig lezingen over etiquette houdt) wijst erop dat het min of meer aan de basis ligt van alle geschriften die later op dit gebied verschenen, en verzoent beleefdheidregels met de idealen van vrijheid en gelijkheid. In het nawoord lichten de vertalers Erasmus' werkje toe. [Jef Ector]
Toos Verhoeven-van Raamsdonk
Erasmus schreef voor Hendrik van Bourgondië, zoon van de prins van Veere, een manierenboek. Het werd in 1529 in Keulen en Basel uitgegeven en kwam datzelfde jaar ook in Antwerpen, Straatsburg en Parijs uit. Het sloeg dus enorm aan: binnen twintig jaar verschenen er vertalingen in het Frans, Italiaans en Engels. Hoewel voor een adellijke jongeman geschreven en toegespitst op diens toekomstige positie, was het duidelijk ook bruikbaar voor de hogere stedelijk burgerij van die dagen. Veel van de raadgevingen van Erasmus blijven geldig, anderen daarentegen geven een aardig beeld van de omgansvormen in de zestiende eeuw in West-Europa. Mevrouw Van Ditshuyzen stelt in haar voorwoord kort het doel van etiquetteregels en geeft aan dat principes van hoffelijkheid niet tijdgebonden zijn; de vertalers plaatsen in hun nawoord het boekje van Erasmus in zijn tijd. Jammer dat ze niet ingaan op de 'Adagia', het spreekwoordenboek van Erasmus waarnaar veel noten verwijzen. De band toont een detail van een schilderij van Hans Holbein.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.