Hou je mond en zeg iets : roman
Matt Greene
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Meulenhoff, cop. 2001 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : PSYCHOLOGIE : 418.1 GREE |
31/12/2002
<4>In nog niet zo lang vervlogen dagen gebruikte ik de dichtkunst om mijn nog niet geliefde te overtuigen van mijn neigen tot haar en met immer wisselend succes. Maar geen lijn viel te trekken in wie wel dan niet zou bezwijken onder mijn licht dansende woorden. Desondanks zijn verleidingstechnieken en -middeltjes beproefd in alle tijden en doorgaans allen even bedenkelijk. In wat we voor het gemak de Middeleeuwen zullen noemen werden heksen naast hun omgang met de Duivel ook wel beticht van de aanmaak en verstrekking van liefdesdrankjes. De persoon die een dergelijk drankje innam, verliefde zich doorgaans in de eerste persoon die hij of zij ontmoette. Maar de meest effectieve drankjes waren zeer specifiek en op een welbepaald individu gericht, waartoe een stukje van het slachtoffer moest worden bemachtigd -- haren of nagels -- om in het drankje te worden verwerkt. Er waren niet alleen drankjes. Ook bepaalde planten en vruchten werden verleidende eigenschappen toegekend, zoals de asperge omwille van zijn gelijkenis met het mannelijk genitaal. Gelukkig zijn de tijden veranderd en net zoals Ludwig Wittgenstein afrekende met een voor hem twijfelachtige metafysica door de mathematische opbouw van zijn Tractatus Logico-Philosophicus presenteert vandaag Robert Greeves -- tevens auteur van De 48 wetten van de macht -- met De 24 wetten van het verleiden een mathematica van de verleid(st)erskunst.
Afgelopen is het -- zo lijkt dit boek ons te beloven -- met halfslachtige methoden, trial-and-error. De krachten in het verleidersspel worden zorgvuldig gewogen en bepaald, waarop het doelgerichte toeslaan volgt met zeker succes. De 24 wetten van het verleiden overstijgt moeiteloos het niveau van boekjes met titels als 'Hoe word ik rijk in 10 stappen' of 'Hoe word ik een succesvol manager in 30 uren', al heeft het er naar structuur wel veel mee gemeen. In het eerste deel maken we uitgebreid kennis met de verschillende types verleid(st)ers en slachtoffers van verleid(st)ers. Greene kent hen minder of meer bekend in de oren klinkende namen toe: de Sirene, de Ideale Minnaar, de Coquette, de Charismaticus etc... De betekenis die hij aan deze typeringen toekent verschilt in niets van wat de lezer in eerste instantie denken zou. Elk type verleider illustreert hij echter aan de hand van anekdotes uit de levens van de grootste verleiders uit de wereldgeschiedenis en de literatuur, als Giovanni Giacomo Cassanova, Lou Andreas-Salomé (die o.m. Friedrich Nietzsche, Rainer Maria Rilke en op platonischer wijze Sigmund Freud op haar lijstje mag plaatsen), de godheid Zeus -- die ettelijke schoonheden, tot spijt en woede van zijn vrouw Hera, benaderde --, J.F. Kennedy -- want ook de verleiding van de massa wordt onder de loep genomen -- en vele anderen. Deze verhaaltjes zijn aardig om lezen en vormen dan ook een van de sterke kanten van dit boek, al moeten we eraan toevoegen dat Greene uiteindelijk op een vrij beperkt aantal personages terugvalt en hun lotgevallen soms letterlijk tekstverwerkersgewijs kopieert en plakt in de verschillende hoofdstukken. Na een korte karakterisering van de anti-verleider -- alles wat men dient te mijden in het verleidersspel -- en de slachtoffers van de verleiding komen we tot het hart van het boek: het verleidingsproces. 24 stappen die vertrekken bij het zich laten opmerken en eindigen bij de -- mogelijk vervelende -- afloop van de geslaagde verleiding, in de aard van "hoe raak ik hem/haar nu zo gauw mogelijk kwijt" of de nog vervelender sleur van alledag.
Het eerste wat opvalt wanneer men het boek doorbladert zijn de op elke pagina in de marge afgedrukte fragmenten uit klassieke werkjes. Deeltjes uit Plato's Symposium, Verhalen van Duizend-en-één nacht, toneel van Shakespeare en nog een paar honderd meer. Uiterst prettig en aardig om lezen binnen een in het oog springende typografie. Dit is het werk van Joost Elffers, die al heel wat uitzonderlijke kijkboeken en interactieve boeken op zijn naam heeft staan. Het boek krijgt terecht als -- ietwat verdoken -- ondertitel 'Een Joost Elffers-boek', een kwaliteitslabel waar het de vormgeving betreft. De tips en strategieën komen het best tot hun recht wanneer men ze beschouwt met een licht ironische blik -- al vrezen we dat de auteur op een ernstig smachtend publiek mikt. De Machiavallistische benadering van de verleiding roept enig ethisch onbehagen op, maar goed, wie proberen wil, die mag.
In het laatste hoofdstuk van De 24 wetten van het verleiden lezen we: "De nasleep van een geslaagde verleiding is vol gevaren.[...] Als u de verhouding gaande wilt houden, pas dan op voor een verslapping van de energie, het binnenkruipen van een vertrouwdheid die de fantasie lamlegt. Als het spel voortgezet moet worden, dan is een tweede verleiding nodig. Uw aanwezigheid mag voor de ander nooit vanzelfsprekend worden: trek uzelf terug, zorg voor pijn en conflict, en houdt uw verleide partner in spanning." En over deze bedenking handelt De minnares : geschiedenis, mythe en waarheid over 'de andere vrouw' van Victoria Griffin. De minnares, omschreven als die vrouw die een sexuele verhouding heeft met een man die relationeel gezien niet beschikbaar is -- wegens getrouwd, vriendin of andere redenen -- is de verleidster of slachtoffer van een verleiding in een verhouding die nu net niet vanzelfsprekend is of vertrouwd, verhouding die immer voor de nodige spanning zorgt. Victoria Griffin spreekt daarbij uit -- maar niet over -- eigen ervaring. Haar eigen minnares-zijn spoorde haar tot het schrijven van dit boek aan. Een reflectie over het waarom van deze soms verfoeide positie, waarbij blijkt dat ze al bij al geen redenen kan aanvoeren om in een spreekwoordelijke huwelijkse staat te treden. Op schitterende wijze voert ze ons mee door verhalen over minnaressen van "Altamira tot heden". De Griekse goden en hun capriolen, de befaamde liefdesgeschiedenis van Heloïse en Abelard, de schrijfster-kameleon George Eliot en anderen. Sommige personages kwamen we reeds in De 24 wetten van het verleiden tegen, maar hier klinken Zeus' escapades welluidender en de anekdotes komen onder de zachte dwang van Griffins elegante schrijfstijl waarlijk tot leven. Deze verhalen zijn hier ook meer dan louter illustratie. Griffin onderwerpt ze aan haar eigen minnaressen-blik, waardoor gaandeweg een kleurrijk beeld van de minnares opduikt. Haar twijfels aangaande de liefde die haar op afspraak wordt toebedeeld, haar houding tegenover de immer aanwezige 'echtgenote' die niet noodzakelijk negatief gekleurd is. Griffin komt tot het inzicht dat elke poot van een driehoeksverhouding noodzakelijk is om elke één-aan-één verhouding daarbinnen in stand te houden. De minnares redt in vele gevallen het huwelijk met die bedenking dat voor Griffin een vrouw die aanstuurt op een 'huwelijk' geen echte minnares is. Bijzonder is Griffins boek omdat er verhalen zijn van zowel minnaressen, echtgenotes en de mannen die zich tot minnaressen richten. Wat deze mensen drijft, wat zij hopen te vinden en wat zij vrezen -- de ontdekking, het verlaten worden -- maar ook de meerwaarden van een dergelijke liefde zijn me duidelijk geworden na de lectuur. Griffin is steeds voorzichtig in haar interpreteren. Wat onnodig is maar haar wel tot eer strekt. Luchtig geschreven zal iedereen genieten van dit boek, eventuele belanghebbenden maar ook degenen die met een dergelijke verhouding onbekend zijn.
Vergeleken met Minnaressen valt De 24 wetten van het verleiden enigszins licht uit. Zo blijkt minstens dat niet ieder gevoelig is voor de tactieken zoals uiteengevouwen in De 24 wetten van het verleiden, want Victoria Griffin heeft daarvan geen enkele in haar boek toegepast en toch -- wij bekennen deemoedig -- heeft zij ons verleid, door nuchterheid, intelligentie, ironische zelfkennis en ongrijpbare charme. [Jan De Wit]
Drs. J.P. Bringman
Evenals bij zijn vorige boek over macht zoekt de schrijver in de literatuur (biografieën, fictie) naar materiaal dat zijn optiek ondersteunt. Die optiek is dat 1: amoureuze verleiders tot een of enkele van negen typen zijn te herleiden, en 2: dat verleiding een proces is waarbij 24 wetten in acht moeten worden genomen. 'Verleiden' wordt niet gedefinieerd en afgebakend en de werkwijze wordt niet verantwoord. Circa de helft van de tekst bestaat uit veroveringsbeschrijvingen, de andere helft wordt besteed aan het afhangen van dit materiaal in de 'systematiek'. Die systematiek stelt wetenschappelijk niet veel voor. Ook het empirisch materiaal (over Casanova, koningin Victoria, Madame Bovary, Eva Peron en vele anderen) stelt als empirisch observatiemateriaal niet veel voor. Bijvoorbeeld: een tekstfragment uit de roman van Flaubert moet mede bewijzen dat het effectief is om "psychische lokmiddelen" in te zetten. Sociaal-wetenschappelijke gezichtspunten komen niet aan de orde. Materiaal van na de seksuele revolutie ook niet. Wat moet je er mee op de hedendaagse partnermarkt? De anekdotes lezen echter lekker weg.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.