Koning van de bergen
Maggie Pearson
Maggie Pearson (Auteur), Gavin Rowe (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eekhoorn, cop. 2001 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : PEAR |
31/12/2002
Griezelsprookjes kunnen volgens de selectienormen die Maggie Pearson voor haar bundel hanteerde toversprookjes, etiologische verhalen, sprookjes met de domme duivel, kluchten, sagen en een vrije combinatie van internationale vertelmotieven zijn. Hét verteltype bij uitstek, dat "griezelen" thematiseert, met name AaTh 326: De jongen die wilde leren griezelen, is vreemd genoeg met geen enkele tekst vertegenwoordigd. Jeugdauteurs die zich op de sprookjes toeleggen, beschikken niet altijd over de nodige wetenschappelijke basis om tot een representatieve keuze te komen. De protagonist uit AaTh 326 slaapt onder een galg waaraan doden bengelen en verblijft drie nachten in een spookkasteel. Hier kegelt hij met een afschuwelijke man en gebruikt voor dit spel doodskoppen. Tenslotte moet hij het nog opnemen tegen duivelse katten én tegen een boosaardige dode, die door de warmte van een vuurtje weer tot leven gekomen is. In dit verteltype vindt men zowat alle ingrediënten, die een "griezelsprookje" kunnen karakteriseren. Het Schotse sprookje 'Het dappere kleermakertje' vertelt over een nachtelijk verblijf op het kerkhof als proeve van moed. Het avontuur loopt ternauwernood goed af. In 'De geraamte vrouw' uit Australië komt een vrouwelijk skelet, dat een visser per toeval in zijn net aan wal getrokken heeft, door de warmte van zijn lichaam opnieuw tot leven. En zo gaat het diepmenselijke verlangen van de eenzame visser naar een levensgezellin in vervulling. In het zigeunersprookje 'Afspraak is afspraak' sluit de duivel, die steeds op zieltjesjacht is, een contract af met een arme vader van drie zonen. De duivel verleent de arme man 10 jaar rijkdom in ruil voor diens ziel. Wanneer de dag van de afrekening aangebroken is, wordt de ongenaakbare handelaar in het kwaad door de listige mens, met name door de jongste zoon die advocaat geworden is, voor schut gezet. 'De mensenetende reus' is een variante van het internationale verteltype AaTh 1137: Polyphemus. Hier is een kleine jongen de eenogige reus te slim af doordat hij het oog van de reus met een gloeiende speerpunt blind maakt, zich vervolgens gehuld in een schapenvacht bij de kudde van de reus voegt en zo de reus die op de tast naar de jongen zoekt, om de tuin leidt. Het verhaal van 'Het elfenkind' behoort tot het sagencomplex van de zogenaamde wisselkinderen. Een mensenkind wordt door elfen of door dwergen uit de wieg geroofd en vervangen door een aartslelijke elf of dwerg. De sagen van de zogenaamde wisselkinderen zijn steeds tweeledig opgebouwd: er wordt niet alleen van de verwisseling bericht, maar ook van het menselijk verweer tegen deze gruwelijke roof. Door een groteske handeling -- het brouwen van bier of het koken van water in eierschalen -- wordt het wisselkind gedwongen te spreken en zijn leeftijd te verraden, waardoor hij machteloos wordt en de ruil ongedaan maakt.
De opgenomen griezelsprookjes eindigen ondanks alles toch goed. De auteur waagde zich niet aan de zogenaamde afschrikkings- of waarschuwingssprookjes. Die dienden om kinderen schrik aan te jagen, meestal met de bedoeling hen te waarschuwen gehoorzaam te zijn en op het goede pad te blijven. Terwijl de klassieke toversprookjes goed aflopen, eindigen de zogenaamde afschrikkingssprookjes vaak met de ondergang van de held. Vond de auteur die sprookjes net iets te griezelig voor kinderen? [Harlinda Lox]
Drs. J.M.C. Didden
De samenstelster van deze bundel heeft veertien griezelige verhalen bijeengebracht, afkomstig uit uiteenlopende streken als West-Afrika en Groenland. Zes van de verhalen zijn bekend ('De ruiter zonder hoofd') of zeer bekend ('Blauwbaard'), maar de andere acht niet. Gemeenschappelijke noemer is dat ze griezelig moeten zijn. Dat klopt voor de meeste wel, maar bij een paar verhalen lijkt het enge wat gezocht (bijv. 'De weg naar Samarra'). Elk verhaal wordt voorafgegaan door een paginagrote kleurenillustratie en is verder gelardeerd met paginagrote of zelfs paginaoverschrijdende illustraties, maar ook met kleinere plaatjes. De stijl is realistisch; de illustraties, uitgevoerd met aquarel en acryl, zijn buitengewoon sfeervol en soms ronduit griezelig. Zij voegen beslist iets toe aan de verhalen. Voor lezers vanaf ca. 10 jaar of om voor te lezen aan iets jongere kinderen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.