Het boek van alle dingen
Guus Kuijer
Guus Kuijer (Auteur), Alice Hoogstad (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2001 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KUIJ |
31/12/2001
Als een soort inleiding op het boek, nog voor het eerste hoofdstuk begint, staat er al een gedichtje van Polleke, waarin de toon wordt gezet van dit vierde boek: verdriet. Meteen komt in dit inleidende gedichtje ook de dubbelzinnige ondertoon naar voren (de traan én de lach), die deze reeks kenmerkt: "Ze zeggen dat gedichten moeten gaan over verdriet en dat is waar: dit is een lied over verdriet piedewiedewiet". "Verdriet" laten rijmen op "piedewiedewiet": typisch Polleke...
Voor de mensen in Pollekes omgeving (moeder, meester Wouter, vriendinnetjes) draaien de komende weken rond de bruiloft van Pollekes moeder met meester Wouter. Polleke zelf wordt volledig in beslag genomen door de ziekte van haar opa. Ze begrijpt niet, dat er gewoon een huwelijk wordt voorbereid, dat er gewoon jurken worden gepast, dat je gewoon naar school moet gaan als je opa in het ziekenhuis ligt. Ze is bang en in de war. Aanvankelijk wordt het allemaal als onschuldig en routine afgewimpeld en probeert iedereen Polleke gerust te stellen. Maar wat heeft ze nou aan al die goedbedoelde raad, of aan Spieks mystieke boodschap: "En intussen gaat het leven door. Intussen gaat de zoektocht door. Er is een tijd voor ongerust zijn en een tijd voor rust..."? Ook al staat de ongerustheid over opa centraal voor Polleke, toch gaat het leven gewoon door. Zo zijn er de problemen met Pollekes vriendinnen. Ze probeert haar ex-vriendin Caro te vergeven dat die in het park stond te smoezen met Mimoen. Maar Pollekes beste vriendin Consuele, die in Het geluk komt als de donder nog zo'n belangrijke plaats innam in haar leven, blijkt óók nog een Spaanssprekend vriendinnetje te hebben. En daar heeft Polleke het moeilijk mee. Met Mimoen gaat het dan weer stukken beter. De twee "trouwen" zelfs met elkaar, in een echte kerk, ze krijgen er de slappe lach van. Door opa's ziekte speelt de kerk trouwens nog een belangrijke rol. Hoewel Polleke "niks van haar geloof is", gaat ze een kerk binnen om met Maria te praten. Maar overtuigd of bekeerd wordt ze er toch niet door. Zoals vele 12-jarige meisjes is Polleke ook bezig met haar uiterlijk. Ze is niet tevreden over haar lange armen en benen, of haar lange tenen, ze oefent haar glimlach voor de spiegel... De gedichtjes, die net als in de voorgaande boeken her en der in kleine tekeningetjes tussen de tekst staan, zijn de ene keer nog kinderlijk speels, de andere keer gaan ze over de dood. Het boek wordt afgesloten met een heel ontroerend "gebed" aan God, over haar doodzieke opa... Toch is dit geen verdrietig boek, Polleke hanteert een grappige, open en eerlijke taal. Zo levert bv. haar weergave van de toespraak van "een meneer van de gemeente" bij het huwelijk van haar moeder, een erg ludiek stuk op. Polleke blijft een boeiend personage, o.m. door de evolutie die ze doormaakt onder invloed van de steeds veranderende wereld waar ze in staat.
[Karin Van Camp]
W. van der Pennen-Schleicher
Rond auteur Guus Kuujer was het een aantal jaren stil, totdat hij in 1999 met het eerste deel van een serie kwam over Polleke, dat meteen goed was voor een Gouden Griffel. In rap tempo volgden in 2000 twee delen en nu dan het vierde. Hoewel los van elkaar te lezen zal iedereen die eenmaal een deel gelezen heeft, alles willen weten over Polleke, haar moeder die met de meester trouwen gaat, Spiek, haar vader die in de esoterie verdwaald lijkt en in een soort jurk rondloopt, Mimoen, haar vriendje, die met haar beste vriendin gezoend heeft, en opa en oma, met wie Polleke een fijne band heeft. Opnieuw worstelt de innemende Polleke met haar gevoelens, die zij in korte gedichtjes verwoordt. Zo komt er weer toenadering tussen Mimoen en Polleke en staat de meester erop dat ze vrede sluit met vriendin Caro. De trouwplannen tussen Pollekes moeder en de meester nemen vaste vormen aan. En dan is er nog opa, die ongeneeslijk ziek blijkt. Gelukkig is er geen sprake van droevig gesomber. Met veel gevoel voor humor en compassie zet de auteur de personages neer. Een heerlijk boek voor 10-jarigen e.o. Zilveren Griffel 2002.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.