De schatkamer van Alamire : muziek en miniaturen uit Keizer Karels tijd 1500-1535
Eugeen Schreurs
Bruno Bouckaert (Auteur), Erik Duverger (Auteur), Barbara Haggh (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ludion, 2000 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 718.1 BOUC |
31/12/2001
Dit boek over de Sint-Baafskathedraal in Gent valt een beetje tussen twee stoelen. Afgaand op de titel is het een vulgariserende publicatie die in een causerende stijl de geschiedenis van de kathedraal vertelt. De foto's, de algehele lay-out en het formaat versterken dat beeld. Maar bij nader toezien raakt de kijker/lezer verward. Want vele foto's zijn onscherp en van een bedroevende kwaliteit. Van de uitspraak "Dit ging gepaard met de zorg, de nauwkeurigheid en het geduld die bij een dergelijke fraaie uitgave vereist zijn" uit de inleiding komt niet veel terecht, zeker niet in confrontatie met het schimmige zwartwitbeeld van de zingende engelen uit het Lam Gods van Jan van Eyck. Gaat het hier dan toch niet om het zoveelste mooi ogende kunstboek met prachtige foto's, maar om een wetenschappelijke publicatie? Inderdaad.
Deze publicatie brengt nieuwe ideeën en ongekende facetten van de rijke geschiedenis van de Sint-Baafskathedraal tot leven. Zeven bijdragen verhalen de historiek tot en met het episcopaat van Antoon Triest, overleden in 1657. Daarbij ligt de nadruk niet zozeer op de kerk als monument en als bewaarplaats van bijzondere kunstwerken (zie daarvoor de artikels van Marie Christine Laleman en in zekere zin ook dat van Erik Duverger), maar op facetten die zeer verbonden zijn met het culturele en het devotionele leven in en rond de kathedraal. Vooral de muziek, waarover totnogtoe niets of nauwelijks iets was geweten, staat in de aandacht. Barbara Haggh behandelt het muzikale leven in de periode vóór de omvorming van de Sint-Baafsabdij tot kapittelkerk (1536). Bij het lezen van haar tekst weerklinken de gregoriaanse gezangen in de oren. Maar ze blijken niet altijd aan een herkenbaar standaardrepertoire te beantwoorden. De religieuze gezangen bezitten een eigenheid die nauw samenhangt met de specifieke heiligen- en reliekenverering in de kerk. Bruno Boeckaert, tevens de wetenschappelijke uitgever van de publicatie, belicht het muziekleven na de omvorming tot kapittelkerk. 1536 blijkt immers een bijzondere cesuur, waarbij de gregoriaanse gezangen definitief plaats ruimen voor de 'Vlaamse polyfonie'. Er ontstaat een professioneel muziekensemble, dat de concurrentie aankan met de muzikale verenigingen in de andere kapittelkerken uit de Nederlanden -- uitgebreid toegelicht door Eugeen Schreurs. Voor de omkadering en de verankering van dat muzikale leven in een ruimere context zijn de artikels van Paul Trio en Jan Roegiers van een wezenlijk belang. Het eerste belicht de volksdevotionele aspecten tot omstreeks 1560, terwijl het tweede de geschiedenis van Sint-Baafs van abdij tot kapittelkerk en kathedraal vertelt.
In haar totaliteit mag deze publicatie dan ook het motto 'eenheid in verscheidenheid' dragen. De artikels staan op zichzelf, maar zijn tegelijk via onzichtbare draadjes met elkaar verbonden. Ze vertellen gefacetteerder en rijker dan tevoren de gekende geschiedenis van de Sint-Baafskathedraal. Voor een geïnteresseerd publiek dat de basisgegevens over de kathedraal wil aanvullen met nieuw wetenschappelijk onderzoek, is dit boek een absolute aanrader. [Brigitte Dekeyzer]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.