De uitgestrektheid van het duister
Alistair MacLeod
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Anthos, cop. 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MCLE |
31/12/2001
Geen groot verlies is de eerste roman van de Canadese hoogleraar in de Engelse literatuur Alistair MacLeod, die eerder twee verzamelingen kortverhalen publiceerde, een eerste in 1976, volle acht jaar na zijn debuut in een tijdschrift en een tweede tien jaar later. Toen moest de lezer nog eens dertien jaar wachten op de eerste roman. Een veelschrijver is MacLeod dus niet en het gebeurt niet vaak dat een dergelijk laat debuut als romanschrijver zo enthousiast ontvangen werd: het boek kreeg lovende recensies van de grootste Canadese auteurs (Alice Munro en Michael Ondaatje), werd genomineerd voor alle grote literaire prijzen in Canada en kreeg uiteindelijk de Trillium prijs en de prijs van de Canadian Booksellers Association.
Hoewel een deel van het verhaal zich afspeelt in Schotland, is deze roman zo Canadees als maar kan. In het begin van het boek is het herfst in Zuidwest-Ontario in het midden van de jaren '80: de oogst wordt binnengehaald, enerzijds door mensen uit verre landen, anderzijds door Canadese families die gebruikmaken van de "zelf-plukken" gewoonte om, uiteraard tegen betaling, zoveel vruchten te plukken als ze zelf kunnen gebruiken. Door dit landschap rijdt Alexander MacDonald, een orthodontist die net als MacLeod in Windsor lijkt te wonen, naar Toronto om daar in een verlopen wijk zijn broer te bezoeken. Die is na een verblijf in de gevangenis aan langer wal geraakt en terwijl Alexander drank gaat kopen voor zijn broer, krijgen we in een hele reeks flashbacks de omstandigheden die daarvan de oorzaak waren.
De twee broers zijn katholieke Schotten uit Cape Breton, een hoekje van Canada in een provincie die niet toevallig Nova Scotia heet. Zij behoren tot de overal in Canada beroemde en beruchte familie van de MacDonalds die allemaal zwart of ros haar en donkere ogen hebben. De familie komt uit Schotland waar ze, uiteraard aan de verliezende kant, meevochten in de slag van Culloden. In Cape Breton vestigen ze zich in het onherbergzame land als vissers, later gaan ze werken in de bosbouw en de mijnen. De grootvaders van Alexander ontsnappen aan dat harde leven en werken in de bouw als timmerman en als onderhoudsman in een ziekenhuis.
Na zijn dienst als marinier tijdens de oorlog vindt Alexanders vader werk als vuurtorenwachter. Op het eiland twee kilometer voor de kust leeft hij met zijn familie, die in de winter profiteren van het ijs om regelmatig het vasteland op te zoeken. Tijdens één van die overtochten verdwijnen Alexanders ouders en zijn oudste broer. De oudere jongens gaan apart wonen en leiden het harde leven van hun voorouders, zij gaan vissen in de zomer en knappen tijdens de winter allerlei klusjes op. Samen met een hele groep neven en andere familieleden maken ze de buurt onveilig en houden ze de familietrots van de oeroude clan van de MacDonals in ere. Zij drinken en vechten en werken en doen niet veel anders, want daar is helemaal geen tijd voor. Later trekken ze over heel de wereld om in de mijnen te werken. De nakomelingen van de eerste MacDonalds lijken niet alleen erg op elkaar, ze spreken allemaal nog Gaelic en drinken whisky, ook de vrolijke grootvader maar ook de sobere en ordelijke grootvader die maar twee glazen per dag drinkt: ééntje bij het ontwaken en ééntje om naar bed te gaan.
Alexander en zijn tweelingszus trekken in bij de ouders van hun vader, maar krijgen mee dankzij de goede zorgen van hun andere grootvader een opleiding waardoor ze aan het harde leven kunnen ontsnappen. Alexander gaat naar de plaatselijke grote stad om als eerste van zijn familie te studeren en hij haalt een universitaire graad in de tandheelkunde. Zijn professor deelt hem onmiddellijk mee dat hij met zijn talenten maar beter naar Ontario vertrekt, want in Nova Scotia zijn de mensen niet ijdel genoeg om veel geld aan hun tanden uit te geven. Studeren betekent dan ook meteen vertrekken en dat is een keuze die voor Alexander net iets te vroeg komt. De solidariteit met zijn familie wordt nog versterkt als één van zijn neven sterft in een ongeluk in een mijn in Noordelijke Ontario en Alexander laat zijn makkelijke zomerbaantje staan om hem te vervangen. Het harde leven in de mijn met de groep Schotten die de concurrentie aangaat met een even stoere clan van Franstalige Canadezen vormt het centrale verhaal in dit boek en geeft aanleiding tot een ontknoping die meer dan één leven ingrijpend verandert.
Het "oude" puriteinse en conservatief-protestantse Canada was altijd al Brits en Schots, maar het harde en katholieke Schotland van Cape Breton is iets heel anders. De MacDonald familie houdt vast aan tradities die meer lijken op die van Ierland dan op wat we van Schotland gewend zijn en er zijn momenten dat dit boek heel erg lijkt op de bestsellers van de Keltische broertjes McCourt. MacLeods held mag dan al zijn kost verdienen met het verfraaien van de monden van rijke en verwende klanten, hij bekijkt de wereld nuchter en vertelt zijn ouderwets-romantische verhaal zonder franjes. Zijn stijl doet nog het meest denken aan die nieuw-realistische schilders die in Canada in de jaren '70 en '80 zo populair waren: de wereld is wat er te zien is en meer moet dat niet zijn.
Het is alleen jammer dat de vertaling niet helemaal klopt: op Yonge Street kan je niet in westelijke richting lopen want die straat loopt noord-zuid, zodat je wel aan de westelijke kant van de straat kan stappen. En op de kaft meldt men dat het moderne verhaal zich afspeelt in 1980, wat onmogelijk is want dan zou de tandarts niet bang kunnen zijn om AIDS te krijgen. Maar dat zijn vitterijen die een met zorg geschreven boek niet stuk krijgen. [Geert Lernout]
M.C. Brak
Een kaakchirurg vertelt rond 1980 het verhaal van zijn familie, de clan 'Rode Calum'. Hun clanvader vertrok in 1779 vanuit Schotland naar Kaap Breton, in het huidige Canada. De eigenlijke hoofdpersoon is zijn oudste broer, Calum. Na de dood van hun ouders woonden de jongste kinderen bij hun grootouders en probeerden de drie oudste broers zo goed en kwaad als dat ging in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Ondanks het verschil in opleiding en status bleef de tandarts trouw aan zijn broer en zijn clan, tot aan het einde, waar hij met Calum, nu alcoholist, midden in de winter naar Kaap Breton rijdt, voor het laatst. De storm rond Kaap Breton, de grootvader en de opa met hun Keltische liederen, het barakkenkamp in het Canadese woud en de ondergrondse gangen van de mijnen… het blijft op het netvlies hangen en leeft meer dan het luxe huis en de prestigieuze praktijk van de verteller. De weemoed van Rode Calum's clan naar Schotland, en die van de kaakchirurg naar Kaap Breton, daarvan blijft ook bij de lezer een weerklank hangen. Een bijzonder, erg mooi boek. Auteur werd in Canada uitgeroepen tot auteur van het jaar en zijn roman tot boek van het jaar. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.