Spiegel van uw eenzaamheid : een keuze uit de poëzie
Paul van Ostaijen
Stefaan Evenepoel (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Universitaire Pers, 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NEDERLANDS 851.6 KOPL |
31/12/2001
De poëzie van Rutger Kopland is tegelijkertijd bijzonder populair bij een groot lezerspubliek én hoog gewaardeerd door de literaire kritiek. Dat hangt samen met zowel de inhoudelijke finesse als de stilistische uitbouw van die lyriek. In zijn boek (een bewerkte versie van een doctorale dissertatie) legt Stefaan Evenepoel voor het eerst uit hoe de formele structuur van Koplands vroege poëzie (de eerste vijf bundels) werkt. De auteur laat in een uiterst lezenswaardige, erudiete én inzichtelijk geschreven studie zien hoe Kopland van bij het begin creatief omspringt met de beperkingen en de mogelijkheden van anekdote, met de structuur van versregels, met de zinsbouw en de diverse teksten waarop hij creatief alludeert. Die 'formele' aanpak blijkt daarenboven uiterst instructief om de eigenheid van Koplands poëzie voor het eerst echt onder de loep te nemen. Volmaakt onaf groeit daardoor uit tot een gezaghebbende studie voor het onderzoek van Koplands poëzie in het bijzonder, en voor een onderzoek naar de mechanismen van gelijksoortige lyriek in het algemeen. Het boek richt zich allereerst naar gespecialiseerde lezers, maar het kan allicht ook een wat ruimer publiek interesseren. [Dirk De Geest]
Hans Groenewegen
Evenepoel bewerkte voor deze uitgave zijn Leuvense proefschrift uit 1992*. Theoretische beschouwingen schrapte hij. Zijn begrippen verantwoordt en verheldert hij in voetnoten. Over bleef een grondige en verhelderende analyse van de 'vroege poëzie' van Kopland. Evenepoel toont hoe het eenvoudige voorkomen van Koplands werk voortkomt uit de zorgvuldige poëtische toepassing van de lexicale en grammaticale eigenheden van onze spreektaal. De analyse van hoe verteld wordt, wat verteld wordt en wat weggelaten, van woordkeus, zinsbouw, de verhouding tussen versbouw en zinsbouw, de verwerking van bijbelteksten, sprookjes en popsongs, vormt de solide basis voor een exposé van waar het Kopland in zijn poëzie om te doen is: de mens die zonder zingevend groter verband, als geloof of paradijselijke mythe, een plaats vindt om te blijven. Poëzie als de paradox van de bezette lege plek, van een betekenisvol zinloos bestaan. Heldere en sytematische opgezette studie, ook geschikt voor de geïnteresseerde leek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.