Ik Jan Cremer
Jan Cremer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 1999 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : CREM |
31/12/2000
Ongeveer veertig jaar geleden schokte Jan Cremer met zijn "onverbiddelijke bestseller" de goegemeente en de literaire kritiek door zijn toen als schokkend proza ervaren schelmenroman. Als bestsellerauteur heeft Cremer nooit nog het succes van zijn eersteling kunnen evenaren en ook zijn groots opgezet epos De Hunnen werd niet door alle critici echt gesmaakt. Later kortte Cremer zelf zijn trilogie in tot Wolf en dat moet ongeveer het laatste prozawerk van de auteur geweest zijn. Dat betekent niet dat hij het schrijven had opgegeven, want met een zekere regelmaat bleef hij journalistiek proza schrijven voor diverse bladen. De Venus van Montparnasse is een bundeling van journalistiek werk dat tussen 1987 en 1999 verscheen in allerlei kranten en tijdschriften. Eén ding staat als een paal boven water: Cremer heeft zijn onstuimigheid zeker niet verloren, integendeel. Ik kan me dan ook best voorstellen dat sommige lezers en critici niet hoog zullen oplopen met deze artikels, want de auteur heeft geen last van zelfonderschatting en aarzelt niet om boude en vlijmscherpe opmerkingen ten koste van anderen te maken, omdat hij zichzelf graag en moeiteloos als de vernieuwer op het toneel voert. Maar wie het branieachtige van zijn proza erbij wil nemen, zal moeten toegeven dat Jan Cremer nog steeds op een bijzonder indringende en beeldrijke manier weet te beschrijven. Zijn verhalen situeren zich zowel in het Parijs van het einde van de jaren '50 als in het Boedapest van 1990. Herinneringen aan het zwervend bestaan en het leven als armoedig kunstenaar in Parijs, dagboekfragmenten, reisimpressies en andere notities wisselen elkaar af en laten zich door de vaart waarmee ze geschreven zijn lezen als een trein. Cremer kan bijzonder passioneel schrijven over de onderwerpen die hem altijd geboeid hebben: zijn liefde voor Hongarije, het geboorteland van zijn moeder, en voor de Hongaarse keuken, waarmee de Nederlandse in geen enkel opzicht kan concurreren; maar ook de onweerstaanbare aantrekkingskracht van beeldschone vrouwen, die zich ondanks hun verscheidenheid altijd wel om de hongerende kunstenaar willen bekommeren. Zo krijgt de piepjonge Brigitte Bardot het gezelschap van de tippelaarsters van Montparnasse. Ook een serie kunstenaars passeert de revue: sommigen worden door Cremer bewonderd, anderen worden genadeloos de grond ingeboord. De grote volksschrijver pleegt stukjes waarin vaak een vleugje heimwee weerklinkt, maar zelden berusting. [Luk De Geyter]
Jos Damen
Deze bundel bevat twaalf journalistieke verhalen die Jan Cremer tussen 1987 en 1999 schreef voor zulke uiteenlopende bladen als de Haagse Post, Panorama en de Volkskrant. Op het omslag prijkt een zwoel kijkende zwartharige vrouw met bruine ogen. Cremer rept hier liever van 'zuidelijke warmte uitstralende schonen met mystieke glimlach, het nog hete bloed van de Romeinen, Kelten en Moren stromend door hun aderen'. De liefhebbers van het ook in de titel gesuggereerde erotische genre komen echter niet aan hun trekken. Deze bundel gaat daarentegen wel over de Hongaarse keuken, bootjes en restaurants in Saint Tropez en Armando en Johnny the selfkicker. Ook wie wat wil horen over de Haagse Post van 40 jaar geleden wordt bediend. Cremers ijdelheid steekt verder wat bleekjes af bij zijn tante-betje stijl ('voordat de koperen ploert zich voor de rest van de dag in de hemel genesteld heeft'). Niet al te sterke journalistiek. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.