Moeders zijn gevaarlijk met messen
Do Van Ranst
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Averbode, 1999 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : VANR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Averbode, 1999 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VANR |
Wim Onselaere
em/ov/04 n
Hamme
Dominique Van Ranst debuteert als jeugdschrijver bij uitgeverij Altoria uit Averbode. In het boek Boomhuttentijd behandelt de auteur het gebrek aan communicatie in een gezinnetje, waar op het eerste gezicht alles perfect loopt. Dat is geen gebruikelijk thema voor dertien- en veertienjarigen, de leeftijdsgroep waarvoor Van Ranst schreef. Midden december gaat ook het eerste toneelstuk van Do Van Ranst, de auteursnaam van de vijfentwintigjarige etalagist, in première. Daarvoor zorgt de toneelvereniging Schakels. Telkens geeft Do de lezers of kijkers een boodschap mee. Debuteren met een jeugdboek vindt de auteur logisch. Hij koestert al jaren een liefde voor de jeugdliteratuur en schreef in zijn kinderjaren al poëzie. De ingewikkelde verhaallijn, met vele flashbacks, een directe schrijfstijl en het gebruik van de ikvorm zorgen voor de nodige spanning.
Praten
Van Ranst pakt bovendien een hedendaags probleem aan, dat zich niet alleen manifesteert bij de jeugd, maar ook bij volwassenen. Heel wat mensen praten nog nauwelijks met elkaar. Zij leven naast, in plaats van met elkaar. "Praat meer met mekaar, zo worden veel problemen voorkomen", luidt de boodschap van het boek. Ondertussen werkt Do Van Ranst al aan een tweede jeugdverhaal, terwijl hij ook luidop droomt van een echt kinderboek. Tenslotte maakt Do eind dit jaar zijn debuut als toneelauteur. Theatergezelschap Schakels verzorgt op 10 december in zaal Zouaaf de première van Kostelijke Kerst. Net als in zijn eerste jeugdboek steekt de auteur een boodschap in het volkse blijspel. Met zijn verhaal over misverstanden in een rusthuis, waar de bejaarden op liefdesavontuur trekken, geeft Do Van Ranst aan dat in een bejaardentehuis de rijkeren nog al eens voorrang krijgen. Boomhuttentijd telt 81 bladzijden en werd uitgegeven bij Altoria in Averbode. De illustraties zijn van Tom Schamp. Op 11 november signeert de auteur zijn debuut op de Antwerpse Boekenbeurs.
Jan Van Coillie
ob/kt/07 o
Boeken over verborgen leed blijven in trek in de jeugdliteratuur. Twee nieuwe debuten bewijzen dat nog maar eens. Marie uit De schommel van Gerda De Preter doet niets liever dan schommelen. Sylvia Weve typeert haar beweeglijkheid in haar tekeningen met enkele rake trekken. Tegen haar schommel kan Marie alles kwijt, hij is een geduldig luisteraar en helpt bijna altijd tegen verdriet. Als ze een nieuw buurmeisje krijgt, ontdekt ze dat een vriendinnetje nog leuker is. Ze kunnen samen schommelen en elkaar geheimen vertellen. En zo blijkt Marthe een vreselijk geheim te hebben... Geleidelijk bouwt de auteur een spanningsveld op rond Marthe. Ze schrikt telkens als haar vader roept, ze vlucht bang weg als ze limonade morst en ze sluit zich af als de poes haar goudvis doodt. Marie begrijpt haar niet maar wil haar nieuwe vriendin voor niets ter wereld kwijt. Als Marthe haar benen vol blauwe plekken laat zien, begrijpt Marie heel veel . Samen projecteren ze het verdriet in de wolken, een mooi fragment, al was de reactie van Marie een beetje ongeloofwaardig wijs.
Als je door dit verhaal gefascineerd raakt, dan is dat mee te danken aan de taal. Wonderlijk is het beginfragment waarin de schommel als vanzelfsprekend gepersonifieerd wordt. Als Marie valt, doet de schommel of ie van niks weet, hij schommelt vrolijk voort. Als ze boos wegloopt, wordt hij er treurig van en stil. De auteur verwoordt in eenvoudige en herkenbare beelden. De boze stem van de juf ,,knapt als een elastiekje''. Marthes oorschelp is 'klein en roze. Een sierlijke krul. Als een vraagteken.'' Als papa pannenkoeken bakt, is het net een ,,flensjescircus''. Veel van de beelden proberen de taal van het lichaam te verwoorden: ,,En nog een grote mond ook! zegt mama. Ze bijt boos op de 'oo' van 'ook'. Alsof ze het woord in stukken wil bijten.''
Als volwassen lezer word je geregeld getroffen door de aparte manier waarop de twee kinderen tegen de dingen aankijken. Voor Marthe mogen goudvissen niets zeggen, ook niet als ze pijn hebben: ,,Ze praten niet met hun mond vol water. Dat is niet netjes.'' Verder in het verhaal blijkt de vis een symbool voor haar eigen stilzwijgen. Soms filosoferen ze echt, zoals Marie over het verschil tussen alleen en eenzaam zijn. Het einde van het boek is open. Marthe heeft haar zwijgen doorbroken, maar de vraag blijft wat er met de ,,boze man'' zal gebeuren. Dat maakt dat het misschien aangewezen is dat kinderen en volwassenen De schommel samen lezen.
In Boomhuttentijd van Do van Ranst staat de boomhut symbool voor onmacht maar op het einde ook voor hoop. Zijn vader beloofde Thomas als kleine jongen al een boomhut, maar het vele werk stelde het plan altijd maar uit. Als hij eindelijk tijd heeft, breekt het leven van Thomas af. In cursieve tekstgedeeltes lees je hoe het gezin met het verlies omgaat. Zijn vader probeert krampachtig de boomhut alsnog af te werken. Zijn moeder slaapt niet meer, bekijkt oude foto's en zoekt in Thomas' poëziebundels (Rilke, Charles, Van Bruggen, Dèr Mouw, Holst-Van der Schalk) naar sporen van haar verloren zoon. Zijn kleine broertje Tim legt zijn gevoelens in zijn tekeningen en in vragen aan zijn juf en zijn moeder. Lies is de enige die echt op zoek gaat. In een gesprek met Thomas' beste vriend Robin ontdekt ze de waarheid: de overgevoelige Thomas zocht de dood nadat hij zich afgewezen voelde in zijn homoseksualiteit. De compositie van het boek is doordacht. Het verhaal van Thomas' laatste dagen krijgt de lezer in de verleden tijd en in de derde persoon. Dat verhaal haalt geleidelijk de andere in, geschreven in de tegenwoordige tijd en in de ik-vorm als gedachten en brieven. Bij het begin weet je niet precies wat er gebeurd is (jammer genoeg verklapt het omslag hier te veel). Ongewone reacties en de open plaats aan tafel roepen vragen op. De auteur houdt die onzekerheid wel iets te lang aan, wat de inleving schaadt. Bovendien bouwt hij af en toe te opzettelijk hints in naar Thomas' geaardheid zoals de scène onder de douche of die waar zijn zus haar ogen niet kan afhouden van zijn geslacht in het strakke zwembroekje op een foto. Ook het gepest waar Thomas het slachtoffer van is, lijkt te veel ingevoegd.
Tegenover de enkele gezochte passages staan er verschillende die je naar de keel grijpen. Het gesprek tussen Thomas en Tim voordat Thomas uitgaat, is veelzeggend, vooral door wat niet gezegd wordt: ,,'Je gaat dansen', zei hij. 'Misschien', zei Thomas. 'Met een meisje.' 'Wat kom je hier nou eigenlijk doen?' ''
De brief van Thomas' vader waarin hij zijn spijt uitdrukt en zijn onmacht omdat hij er niet in slaagde zijn zoon voor zich te winnen, is in zijn soberheid ontroerend. Het gesprek tussen Tim en zijn moeder rond de centrale vraag ,,Duurt doodgaan lang?'' roept scherpe beelden op van de weg die Thomas letterlijk naar zijn dood gegaan moet zijn. Indringend verwoord is ook het gesprek tussen Thomas' ouders, waarin ze voorzichtig elkaars gevoelens en gedachten aftasten in een poging om te gaan met wat ze hebben gemist.
De soberheid waarmee de dood van een jong iemand benaderd wordt, maakt dit verhaal zeer de moeite waard. Daar staat wel tegenover dat het boek het thema homoseksualiteit ongewild problematiseert. Eerder verschenen jeugdromans - Gebr. van Ted van Lieshout, Je moet dansen op mijn graf van Aidan Chambers of De trimbaan van Imme Dros - pakten dit onderwerp beter aan.
GERDA DE PRETER,
De schommel,
Querido, 40 blz., 499 fr.
DO VAN RANST,
Boomhuttentijd,
Averbode, 82 blz. 395 fr.
em/ec/18 d
Een probleemboek over een veertienjarige jongen die slecht in zijn vel zit, en dan van zijn vader te horen krijgt dat hij eindelijk voor hem die beloofde boomhut gaat bouwen.
Maar Thomas is te oud voor de boomhut. Hij leest liever poëzie. En hij heeft veel succes bij de meisjes maar weet er geen blijf mee.
Met stukjes en beetjes komt het verhaal op gang. Om beurt vertellen vader, moeder, zijn zus Lies, zijn broertje Tim wat er gebeurd is. Dat vraagt voor al te jonge lezers waarschijnlijk teveel inspanning. Maar het is dan ook een verhaal dat bestemd is voor veertien, vijftienjarigen.)
Boomhuttentijd, door Do van Ranst, uitgeverij Averbode, 81 blz.
te/ep/25 s
Voor cultuurminnend Hamme is Do Van Ranst geen echte onbekende. Als lid van het Hamse amateurtoneelgezelschap Voor God en de Evenmensch stond Van Ranst immers al verschillende keren op de planken. Schrijven is echter de grote passie van Do.
,,Als jonge knaap ben ik altijd bezig geweest met schrijven. Eerst waagde ik me aan poëzie, maar al snel bleek dat het schrijven van verhalen me beter lag. Dat mijn debuut een jeugdboek geworden is, kan geen toeval zijn. Ik ben gepassioneerd door jeugdboeken,'' vertelt Do Van Ranst die Bart Moeyaert en Guy Didelez als zijn favoriete jeugdauteurs bestempelt.
Meir
Echt nadenken over het feit dat hij een jeugdboek ging schrijven, moest Do dan ook niet doen. ,,Het was bijna vanzelfsprekend dat het een jeugdboek zou worden. Het idee voor Boomhuttentijd is al wandelend over de Antwerpse Meir ontstaan. Opeens viel het idee me binnen en ik was vertrokken.''
,,Op een paar maand tijd heb ik m'n boek geschreven. Voordien had ik al een aantal andere pogingen ondernomen om een verhaal te schrijven, maar ik raakte elke keer sloot. Ik heb het verhaal opgestuurd naar de Averbode-uitgeverij en die zagen het wel zitten''
De opvallende, ietwat aparte structuur van het boek, dat met flashbacks werkt, is volgens Van Ranst automatisch ontstaan. ,,De structuur van het boek is niet alledaags. Dat is zo gegroeid tijdens het schrijven, ook al zonder veel planning,'' stelt Van Ranst.
Met Boomhuttentijd viert Van Ranst zijn debuut, maar de jonge auteur heeft nog een pak ideeën die hij op papier wil zetten. ,,Ik ben momenteel zelfs de laatste hand aan het leggen aan een nieuw jeugdboek. Op termijn wil ik ook nog een kinderboek schrijven. Een boek is voor mij een kaft met bladen waarop iemand z'n hersenkronkel neerpent. Dat vind ik er zo mooi aan. Illustrator Tom Schamp heeft met mij op voorhand nauwelijks gesproken. De cover is eigenlijk de weergave van de gedachten van Tom Schamp nadat hij Boomhuttentijd gelezen heeft,'' besluit Van Ranst.
Boomhuttentijd van Do Van Ranst telt 81 bladzijden en wordt uitgegeven bij Averbode. Het boek is voor jongeren vanaf dertien jaar. Do Van Ranst signeert op 1 en 11 november op de Antwerpse Boekenbeurs.
31/12/2000
Net wanneer vader meer tijd voor hem heeft en de belofte van wel drie jaar geleden gaat nakomen, stopt het leven van Thomas" -- lezen we op de achterflap van Do van Ransts debuut. Thomas stopt zijn leven -- lezen we binnen de kaften van het verhaal. Op een zaterdagnacht, na een conflict met zijn beste vriend naar aanleiding van een incident in een dancing, zwaait de knappe 14-jarige zijn benen over de brug. Vanaf de volgende zaterdagmorgen, zeven dagen dus na de zwartste dag in het leven van Thomas' naasten, observeert dit verhaal als een camera obscura een week lang de gedragingen en gedachten van Thomas' ouders, zus Lies en broertje Tim. Do van Ranst probeert het onzegbare te verwoorden en de poëtische formulering is een sterk punt van dit boek. De auteur kiest een veelzijdig perspectief, dat echter té duidelijk wordt gemaakt door expliciet te vermelden om welk dagboek of welke innerlijke monoloog het telkens gaat. Moeder Yvette neemt de pen in de hand, zodat er een geschreven verhaal in een verhaal ontstaat, en reflecteert met psychologisch inzicht haar verdriet en de reacties van Thomas' naasten. Met pijn ziet ze haar man bezig in de tuin: Daniel is bezeten van de idee om de boomhut af te maken die hij Thomas jaren geleden had beloofd. De zesjarige Tim begrijpt en begrijpt toch nog niet de draagwijdte van wat is gebeurd: hij maakt tekeningen waarop Thomas engelvleugels heeft, maar wenst ook: "Als ik mijn eerste communie doe mag niemand in het zwart of het grijs komen want ik hou niet van zwart en grijs en niemand mag huilen (...) En Thomas moet er ook zijn." Zus Lies is de enige die zich reeds snel de moedige waaromvraag durft stellen. Dankzij een gesprek met zijn beste vriend achterhaalt ze Thomas' wanhoop omdat hij zich in zijn homoseksualiteit onbegrepen en alleen voelt; zijn vriend, op wie hij verliefd is, heeft hem geschokt "vuile flikker" genoemd.
Als lezer die de opbouw van het verhaal ontdekt, voel je de dwang die deze formele structuur aan de inhoud en vooral aan het tempo oplegt. De laatste scène vindt nauwelijks twee weken na Thomas' dood plaats en vertelt hoe de hele familie verenigd in de nu afgewerkte boomhut staat, klaar om -- met een antwoord op de waaromvraag en met een blijvende liefde voor hun broer en zoon -- een nieuw hoofdstuk te beginnen. Literatuur als ver-dicht-ing van gebeurtenissen kan slechts functioneren wanneer ze geen gebruikmaakt van een strak en expliciet gemaakt tijdschema: daardoor wordt de lezer precies gedwongen om steeds met de realiteit te vergelijken en het achterhaalde criterium van waarschijnlijkheid te hanteren. Jammer is ook de stereotiepe beschrijving van de persoon die uit het verhaal stapte vooraleer hij er de protagonist van werd. Dit dunne boek biedt niet echt genoeg verstopplaats voor de tegenstrijdige en onverzoenbare aspecten van het fenomeen zelfmoord. Uit het boek blijkt onvoldoende dat er vragen moeten blijven die meer dan zeven dagen en éénentachtig bladzijden nodig hebben. Net als de boomhut is "Boomhuttentijd" te af en zijn de personages onrealistisch vroeg "klaar" met een gebeurtenis die hun leven deed stoppen, met een sociale omgeving die Thomas' leven deed stoppen. Vanaf 13 jaar. [Katrien Vloeberghs]
H. Koch
Thomas, vijftien jaar, komt uit een harmonieus gezin, met een oudere zus en een broertje van zes. Hij wordt op school gepest, maar heeft één hele goede vriend Robin, die hem beschermt. Zelf is hij een teruggetrokken, gevoelige puber, die het heel moeilijk heeft, maar thuis niets zegt. Geduldig accepteert hij het dat z'n vader een drie jaar geleden gedane belofte om een boomhut voor hem te maken, nu ineens wil uitvoeren, maar dat is drie jaar te laat. Z'n zoon is hem allang ontgroeid. Dat blijkt wel als ze het, bericht krijgen, dat Thomas dood is. De reden van z'n zelfgekozen dood: eenzaamheid, voortkomend uit de homofiele liefde voor z'n vriend, die niet beantwoord wordt, is de ouders niet bekend. Zijn zus weet het wel, want Robin vertelt haar achteraf de hele toedracht. Geen vrolijk verhaal, maar wel een aansporing toch vooral over problemen te praten, hetzij thuis of elders. Het verhaal is afstandelijk verteld, steeds onderbroken door de persoonlijke manier waarop een ieder het verlies verwerkt. Het leest vlot, is beknopt en bedoeld voor dertien jaar e.o.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.