Cruise : roman
Christophe Vekeman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, © 1999 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VEKE |
Jos Borré
te/ep/23 s
Christophe Vekeman. 'Alle mussen zullen sterven': een betere Brusselmans
Herman Brusselmans vormt, mede door zijn grote productie, nu al zeventien jaar lang op zijn eentje een stroming in de Vlaamse literatuur. Dat kon niet blijven duren. Keer op keer neergesabeld door samenheulende critici, maar schijnbaar onaantastbaar en daarbij als een cultauteur op handen gedragen door een schare trouwe lezers - vroeg of laat moest dit dubbelzinnige succes gelijkgestemde zielen uitdagen om het ten minste even goed te doen. Yves Petry zocht in Het jaar van de man (1999) een eigen weg in een grote bocht om Brusselmans heen, om de verwantschap niet al te opzichtig te maken. Kris Wagner wond er geen doekjes om in De zelfmoord van Herman B. (1997), maar niet duidelijk was of het hier wel om een persiflage ging, dan wel of een en ander misschien toch chagrijnig serieus bedoeld was. Vooralsnog stak niemand Brusselmans echt naar de kroon.
Maar daar wordt aan de deur geklopt. Christophe Vekeman meldt zich met Alle mussen zullen sterven aan als niets minder dan een troonpretendent. Hoe speelt hij dat klaar?
Door Brusselmans' springerige mafkezerij te filteren tot humor van een zuiverder gehalte, zou ik op het eerste gezicht zeggen. Brusselmans is ongrijpbaar doordat hij heel bewust schuilgaat achter poses en imago's en dubbelzinnige ironie. Doordat hij hondervoudig en snel verschijnt en weer verdwijnt in de ruiten van een spiegelpaleis. Doordat hij de ware emotie die hij toch wel wil tonen aanlengt met oeverloos gezwets. Om zichzelf te overstemmen met nihilistische relativering, om zijn schaamte en zijn ongemak over de blote, lillende emotie toe te dekken. Christophe Vekemans durft het aan om in een traditioneler vorm met minder omhaal dicht bij Brusselmans te gaan staan en te tonen waar het hem om te doen is. En daar hoort zeker bij: mensen aan het lachen brengen. Maar dat gaat dan toch gepaard met meer technische vaardigheid en mededeelzaamheid over het levensgevoel van zijn generatie dan je bij een vluchtige lezing opvalt.
De plot is eigenlijk bijkomstig. Graf is gek op zijn Kadett en Dorothy. Dorothy is eigenlijk met François. Wellicht is het dus François die een kei door de achterruit van de Kadett heeft gegooid. Elsje is zwanger, niet van Paul, bekent ze aan Graf, maar van François. Als Graf dit doorspeelt aan Paul, neemt die in Grafs plaats wraak op François. Maar wie heeft François vermoord, als niet Paul het is geweest? Waar gaat dit toch over?
Hoewel deze opeenvolgende gebeurtenissen van volstrekt ondergeschikt belang zijn, laat Vekeman ze grotendeels de vorm van zijn boek dicteren. De ontwikkeling is strak in de hand gehouden. Meer zelfs, ze evolueert van een schijnbaar onbenullige aanzet (wat moet je toch met die uitgesponnen, banale dialogen?) naar een functioneel raamwerk, als Vekeman gezegd wil hebben dat de werkelijkheid zich graag in bedrieglijke wanen voordoet en dat je er dus niet omzichtig genoeg mee om kan springen, anders gezegd: er beter niet in betrokken wordt, zo verraderlijk onbetrouwbaar meeslepend als ze kan zijn. Je liegt en bluft en rookt en drinkt je er een weg uit. "Als je mekaar verkeerd begreep, dán kwam kennelijk de waarheid op de proppen." Ik stel het nu wel voor alsof Vekeman de lezer wil vermanen en hem een 'bedoeling' oplepelen, maar zo opdringerig is hij niet. Het gaat om een subtiel surplus als de lach je op de lippen bestorven is.
Daarnaast blijkt Vekeman zijn plot erg handig te gebruiken om hier en daar heel bescheiden, heel ironisch wat filosofische wijsheid te laten vallen. Een plukje Kierkegaard. Valt nauwelijks op. Over de achtergronden van deze schrijver is niets bekendgemaakt, maar het zou mij niet verbazen dat (ook) hij een filosofiestudie achter de rug heeft - na de diplomaten, de ambtenaren en de leraren begeven de filosofen zich aan de literatuur. Vanwaar toch die wens of behoefte om met zulk groot relativiteitsbesef in literaire teksten een soort abstinentie van het leven te gaan prediken?
Daarin loopt Vekeman bijvoorbeeld opvallend gelijk met Brusselmans. De buitenwereld is lelijk en onaantrekkelijk en dom, en bevolkt met losers. Er gaat geen enkele stimulans van uit, ze nodigt niet uit tot enige zinnige vorm van participatie. Niets is in staat om het "leeg en nutteloos gevoel" op te heffen. "Elke daad is au fond een daad tegen beter weten in." Zelfs de gestorven moeder blijft niet achterwege.
Nog meer blijkt hij recht op zijn doel te zijn afgegaan in een van de drie verhalen die aan de lange titelnovelle zijn toegevoegd. Twee ervan ademen dezelfde sfeer van hopeloosheid en ongein, insinueren hoe nutteloos en overbodig elk streven is. Het derde spreekt in dat verband boekdelen. In een brief antwoordt een vrouw op een contactadvertentie van iemand die een leeftijdsgenote zoekt om een keer per week samen te masturberen. "Het komt mij voor dat dit precies is wat ik nodig heb om mijn geluk compleet te maken," luidt het bij de aanvang van de brief. Maar ze wil ook wel enkele eisen stellen. Dan volgt een bladzijdenlange opsomming van wat allemaal niet kan, gaande van "Je had einde jaren zestig toch stellig geen achttien geweest willen zijn?" tot "(...) wees nooit enthousiast en nooit ontgoocheld. Er is niets wat ik bij anderen zo haat als overmoed die tot mislukking leidt, als hoop die tot spijt omslaat." Op zich een lange opsomming, anderzijds in nauwelijks zeven bladzijden niets minder dat een algehele afwijzing van elk emotioneel, relationeel of idealistisch engagement. De abortering van elke mogelijke hunker. Een kil en hardvochtig stoïcijns credo. Wanhoop toegedekt met stoere onverschilligheid.
Christophe Vekeman is als het ware een verbeterde heruitgave van Herman Brusselmans, hij hertaalt en verheldert en vat samen. Ambitieus en zelfverzekerd. Trefzeker in de humor en toonvast in de ironie. En hij is zo mogelijk nog veeleisender voor zichzelf dan Brusselmans, met dat adagium van die entertainer uit die film uit de jaren vijftig voor ogen. Wat je ze ook wil vertellen, je grootste verdriet, je verste wanhoop, je diepste walg: make 'em laugh.
Eva Berghmans
te/ep/23 s
Met Christophe Vekeman heeft De Arbeiderspers nu ook een exponent van de verveelde generatie, die in Vlaanderen aangevoerd wordt door Paul Mennes. Vekemans debuut, Alle mussen zullen sterven , bestaat uit de gelijknamige novelle en drie verhalen. De eerste twee verhalen in die reeks doen vermoeden dat Vekeman meer in zijn mars heeft dan blijkt uit de tamelijk eentonige novelle. ,,Brief'' is een originele literaire gadget. Een vrouw reageert op een contactadvertentie van een seksegenote en in plaats van zichzelf aan te prijzen somt ze alle criteria op die ze zelf van een partner vereist. Zeven bladzijden lang beschrijft ze alle types, activiteiten en uiterlijkheden die haar afstoten, een lijst waaruit duidelijk blijkt dat de briefschrijfster noodgedwongen de rest van haar leven solitair zal slijten. Inhoudelijk is de lijst hilarisch gevarieerd, bij tijd en wijlen grof maar in zijn geheel onvermijdelijk grappig, en ook stilistisch mag hij er wezen. Vekeman springt binnen de beperkingen van het briefgenre duidelijk zorgvuldiger met zijn taal om dan in het grootser opgezette ,,Alle mussen zullen sterven''.
In het verhaal ,,Marokko'' komt de ik-figuur thuis van een lange reis en stelt vast dat iemand die hem om onduidelijke redenen na aan het hart ligt, ondertussen ernstig depressief en onhandelbaar is geworden. Wat begint als een zoveelste relaas van drugsgebruik en nietszeggende, hulpeloze ontmoetingen, krijgt even een bijtende kracht wanneer blijkt dat de jongens broers zijn.
De ik-verteller uit ,,Alle mussen zullen sterven'' is wat mij betreft dezelfde als die uit ,,Marokko'', zo weinig verschillen toon en verteltrant van elkaar. Graf, schrijver van een pophitje maar eigenlijk amper begaan met muziek, is een misantroop die niet zonder mensen om zich heen kan en de tijd doodt met seks en drugs. Het eerste hoofdstuk beschrijft een onduidelijk clubje dat de dag dronken en stoned aan het zwembad slijt en niet in staat is fatsoenlijk te converseren. Tot zover het overbekende verhaal dat de laatste jaren talloze keren herhaald werd. Mennes' ,,samples'' worden hier op hun beurt gesampled, er wordt bijvoorbeeld naar het tv-journaal gekeken zonder het geluid maar met zelfgekozen muziek op de achtergrond en een sigaret is geen sigaret maar steevast een Marlboro.
Vekeman heeft echter ook nog een verhaallijn in zijn debuut verwerkt, een verhaal van hopeloze liefdes, passionele moord, folteringen en vooral wraak. Het had net zo goed het scenario van een weekendfilm kunnen zijn, en echt goed gebracht is het niet. De stijl is te vlak, de structuur te voorspelbaar en ondanks het vele geweld is het verhaal op zich niet spannend of shockerend.
Wat het toch enigszins interessant maakt, is de hoofdfiguur. Omdat Graf zelf het verhaal vertelt, valt het eerst niet echt op maar de jongen is emotioneel gestoord, veel gestoorder dan alle nevenfiguren die verwikkeld zijn in intriges van bedrog en overspel. Graf beschouwt zichzelf als uitzonderlijk intelligent en meent zelfs over een accuraat psychologisch doorzicht te beschikken. Dat hij zelf een probleem heeft met de dood van zijn moeder, negeert hij. Het enige dat bij hem emoties opwekt, is zijn auto, een Opel Kadett, waarover hij denkt als over een geliefde, waartegenover hij zich op tijd en stond schuldig voelt, en die hij ziet als een wezenlijk onderdeel van zijn psyche. Kadett-rijders zijn een ras apart. Hij zou er letterlijk voor moorden.
Leent Vekemans stijl zich niet echt voor het brengen van een spannend verhaal, als middel om Graf te portretteren is hij wel degelijk accuraat. Chaotisch, gespeend van elke subtiliteit, nonchalant en niet betrokken, maar onvoldoende om Alle mussen zullen sterven tot een echt interessant debuut te maken. En een stilistische ingreep als van een dooie mus een leidmotief maken verhelpt dat niet. Achteraf heb je zo'n leeg en nutteloos gevoel, zou Graf zelf ongetwijfeld over dit boek melden. En ik vrees dat dat gevoel zelfs tijdens de lectuur de kop al af en toe opsteekt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.