Filosofen van deze tijd
Maarten Doorman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bakker, 1994 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 700.6 DOOR |
31/12/2006
Vooruitgang is sinds de 18e eeuw een centraal begrip in de westerse cultuur en heeft ook lange tijd het denken over en het scheppen van kunst beheerst. In deze opgemerkte studie, voor het eerst verschenen in 1994, graaft de filosoof Maarten Doorman naar de wortels van de vooruitgangsideeën. Hij bepleit een middenweg tussen realisme en nominalisme in de ideeëngeschiedenis. Na de 'Querelle des Anciens et des Modernes' komen in de verlichting langzamerhand vooruitgangsnotities op, waarbij het finalistisch denken op de achtergrond raakt. Van de romantiek tot de moderne avant-garde groeit het belang van de eigen verbeelding. Aan de hand van het model voor wetenschappelijke revoluties van Thomas Kuhn belicht de auteur hoe artistieke veranderingen vaak breuksgewijs plaatsvinden en met een revolutionaire retoriek worden gepresenteerd. Twee gevalstudies onderzoeken hoe vooruitgangsbegrippen strategisch werden toegepast bij de vernieuwing van de Nederlandse poëzie door de Beweging van Vijftig en bij de veranderingen in de beeldende kunst en architectuur door De Stijl. De laatste hoofdstukken leveren weerwerk tegen Arthur Danto's veelbesproken stelling over het einde van de kunst in deze postmoderne en posthistorische tijd. Volgens Doorman is er nog steeds reden om aan vooruitgang in de kunsten te geloven. Er komt ten eerste meer kunst bij die gebruik maakt van nieuwe technieken en uitdrukkingsmiddelen. Maar nog belangrijker is het cognitieve gehalte van kunst, dat een steeds rijkere interpretatie van de werkelijkheid mogelijk maakt.
Doorman heeft in dit boek veel hooi op zijn vork genomen. Het is gedeeltelijk een uitgebreide literatuurstudie van bronnenmateriaal over vooruitgangsbegrippen in de kunst. Andere hoofdstukken bevatten een diepgaande geschiedtheoretische en -filosofische reflectie. De twee concrete gevalstudies wegen lichter en trappen nogal wat open deuren in. De methodologische verscheidenheid en soms onduidelijke betoogtrant maken de studie af en toe verwarrend. Ze bevat echter een schat van relevante gegevens en ideeën. De persoonlijke stellingname tegenover het geproclameerde einde van de kunst verdient alle aandacht. Dit is de vijfde druk van Doormans studie, waarvan in 2003 ook een Engelse vertaling is verschenen. Hij kreeg een eigentijdser, intrigerend foto-omslag. [Erik de Smedt]
Redactie
Studie over de wijze waarop over vooruitgang in de kunst werd en wordt nagedacht alsmede over de vraag wat hier de zin van zulke begrippen is. Doorman (1957, filosoof, dichter, essayist) bespreekt het begrip eerst in het kader van de ideeëngeschiedenis. In hoofdstukken over de tijdschriften De Stijl (beeldende kunst, architectuur) en Podium (literatuur: de Vijftigers) verduidelijkt hij hoe vooruitgangsbegrippen in de praktijk van een vernieuwingsbeweging functioneren. Hoewel hij meent dat ze te kort schieten als men de geschiedenis van de kunst wil beschrijven en dat de idee van toenemende artistieke kwaliteit een fictie is, hoeven zijns inziens niet alle gedachten over vooruitgang 'onder postmodern tromgeroffel' persé als verouderd verworpen te worden. Er komt immers steeds meer kunst bij en in de kunst wordt een steeds rijker interpretatie van de werkelijkheid mogelijk (cognitieve groei). Een notie van vooruitgang acht hij bij uitstek een oriëntatiemiddel in het onmisbare debat over smaak. Bovendien stimuleert het geloof in vooruitgang originaliteit. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.