De grote kudde : roman
Jean Giono
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : GION |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
In verwerking |
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2024 |
VOLWASSENEN : ROMANS : GION |
Marijke Arijs
i /ul/06 j
Er was een tijd dat Jean Giono (1895-1970) te boek stond als een foute schrijver. Dat had alles te maken met zijn compromisloze pacifisme. De Provençaalse auteur had na zijn ervaringen aan het front in de Eerste Wereldoorlog zijn bekomst van gewapende conflicten. Het vaderland was hem geen mensenleven waard.
Zijn defaitistische houding deed hem in 1939 de das om. De gezworen antimilitarist belandde achter de tralies wegens zijn oproepen tot desertie en werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog nog eens opgepakt op beschuldiging van collaboratie met het Vichy-regime.
Als gevolg daarvan was de belangstelling voor zijn werk in ons taalgebied lange tijd maar matig, maar daar is gelukkig verandering in gekomen. Drie jaar geleden gaf Zsuzsó Pennings De huzaar op het dak , zijn bekendste roman, een grondige opfrisbeurt, Kiki Coumans zette haar schouders onder de vertaling van Heuvel en Manosque , en nu ligt er ook nog een Nederlandstalige versie van De blauwe jongen (1932) in de boekhandel.
Het is Giono's enige autobiografische werkstuk, al moest dat autobiografische volgens de auteur met een korrel zout worden genomen: “Dit boek heb ik net zo goed verzonnen als de andere.” Eén episode eruit inspireerde zijn streekgenoot en collega-schrijver Marcel Pagnol tot een verfilming. Met overdonderend succes, maar Giono kon La femme du boulanger niet waarderen. Een en ander leidde tot een onverzoenlijke vete, die zelfs in de rechtbank werd uitgevochten.
Muskusgeur
Met De blauwe jongen nam Giono op zijn 37ste afscheid van zijn kindertijd in Manosque, het Zuid-Franse stadje waar hij geboren was en waar hij ook zou sterven. Niemand was zo honkvast als deze Provençaal, die zijn heimat zo min mogelijk verliet en naar eigen zeggen alleen in zijn verbeelding reisde. Zijn geboortehuis in de Rue Grande, dat nog steeds keurig overeind staat, bestond uit twee totaal verschillende werelden: het schoenmakersatelier van zijn vader op zolder en het strijkatelier van zijn moeder op de begane grond. Aan de aangrenzende binnenplaats hadden een heleboel armoezaaiers een onderkomen gevonden, onder wie een acrobaat met zijn dochtertje, een Mexicaanse die de godganse dag zong, een prostituee die naar muskus rook en twee rondtrekkende muzikanten, die de kleine Jean de liefde voor klassieke muziek bijbrachten.
De jongen werd na een ernstige ziekte ondergebracht bij een herder op het platteland, waar hij de geneugten van het landleven en het lezen ontdekte. De alomtegenwoordige geur van vrouwen liet zijn prille verlangens ontluiken. Van zijn vader, een man met anarchistische sympathieën, leerde hij het verstand te wantrouwen, “want daarmee eindig je nog met een koord om je nek”, en de verhalen zonder kop of staart van de dichter Odripano namen hem mee naar een poëtische wereld op de grens tussen droom en werkelijkheid.
Over het blauw uit de titel heeft al menig recensent zijn hoofd gebroken. Volgens de schrijver verwijst die kleur naar de heldere ogen en de dromerige natuur van de jonge held. De kleine Jean staat op het punt de wereld van de kinderen te verlaten en een man te worden, maar de blauwe jongen in hem is niet klein te krijgen. Zelfs niet als hij van school af moet en bij een bank gaat werken. Zelfs niet als de wereld stopt met zingen, de tyfus om zich heen grijpt en het lijkt “alsof de dood met volle kracht in alles rondhakt”. Zelfs niet als de Eerste Wereldoorlog losbarst en zijn vrienden bij bosjes sneuvelen.
De blauwe jongen is een indrukwekkende poëtische vertelling over een ontluikende sensualiteit en verbeeldingskracht. Giono's zinderend zintuiglijke proza, waarin de meest verrassende beelden roekeloos haasje-over spelen, staat bol van de anekdotes over dorpsbewoners. Het is doordesemd van de bedwelmende geuren en kleuren van de Provence, maar de setting is allesbehalve idyllisch. Zijn Midi is geen paradijselijk vakantieoord, maar een imposant, angstaanjagend decor waarin dieren en engelen, natuur en mythe elkaar ontmoeten en de eenvoudigste dorpelingen uitgroeien tot homerische helden. Dankzij Kiki Coumans sprankelt en bruist al dat onstuimig lyrisch geweld nog net zo mooi in het Nederlands.
Vertaald door Kiki Coumans, De Arbeiderspers, 224 blz., € 24,99. Oorspr. titel: 'Jean le bleu'.
Bookarang
Een literaire roman over opgroeien in de Provence in de eerste helft van de twintigste eeuw. Het boek betreft een geromantiseerde autobiografie van de auteurs jeugd in Manosque, Haute Provence, een dorpsgemeenschap vol markante figuren. Zijn ouderlijk huis huisvest boven het donkere schoenlappersatelier van zijn vader en beneden de wasserij van zijn moeder, met wasmeisjes die zijn interesse wekken. In beeldende stijl geschreven. Uitsluitend geschikt voor een literaire lezersgroep. Jean Giono (1895-1970) was o.a. schrijver, scenarist, dichter en toneelschrijver. Hij schreef vele boeken. Zijn werk, veelal gesitueerd in de Provence, is in Nederland slechts spaarzaam vertaald. Het wordt in meer dan veertig landen uitgegeven en won meerdere literaire prijzen, zoals de Légion d'honneur en de Prince-Pierre-de-Monaco Award. Giono's romans zijn meerdere malen verfilmd, onder andere door Marcel Pagnol, die de film La femme du boulanger baseerde op een hoofdstuk uit 'De blauwe jongen'. 'De blauwe jongen' werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1932.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.