On the road
Jack Kerouac
Jack Kerouac (Auteur), Johannes Jonkers (Vertaler), Pauline Bock (Nawoord)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Oevers, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KERO |
Christophe Vekeman
i /un/17 j
43 was Jack Kerouac, de Amerikaanse schrijver van de acht jaar eerder, in 1957 verschenen beatbijbel On the road , toen hij op zoek naar zijn roots tien dagen lang in Parijs en Bretagne verbleef. Zijn echte naam was Jean-Louis Lebris de Kérouac, en omdat zelfs vogelvrije zwerverszielen annex niet te temmen asfalttijgers blijkbaar nood hebben aan zoiets als een vaststaande identiteit, wilde hij erachter komen waar hij vandaan kwam en dus wie hij was. Minder dan een handvol jaren later zou hij in zijn woonplaats Florida sterven aan de gevolgen van levercirrose. In 1965 was de legendarische literaire kompaan van William S. Burroughs en Allen Ginsberg dan ook in de eerste plaats een zwalpende, verlopen dronkenlap, zoals overvloedig blijkt uit zijn reisverslag Satori in Parijs .
Gebral
Waarom hij zoveel dronk? 'Omdat ik van de extase van de ziel hou', beantwoordt Kerouac de vraag in zijn dunne, van veel wit doordesemde boekje, dat voor hardnekkige liefhebbers van zijn werk uiteraard ronduit onmisbaar moet heten, maar in wezen weinig meer is dan een schrijnende getuigenis van het verval van een heel groot talent.
Moest volgens de katholieke Kerouac zelf zijn On the road worden gelezen als de zoektocht van een stel jongemannen naar God, dan leidt het gestrompel en gestruikel van 'de eenzaamste man in Parijs', zoals hij zichzelf op een bepaald moment omschrijft, louter naar het volgende glas cognac, en dit met alle gevolgen van dien: 'Ik stond op het punt om kennis te maken met een paar van de mooiste vrouwen ter wereld, maar naar het liefdesbedrijf kon ik fluiten want ik begon nu echt stomdronken te worden.' Jammer voor hem, maar erger is dat het roemruchte 'spontane proza' van On the road hier is verworden tot een woordenbrij die soms sterk op gebral begint te lijken.
Het begint nochtans best wervelend, met een schrijver aan het stuur die geen tijd lijkt te willen verliezen aan voorzichtig optrekken, maar onmiddellijk het gaspedaal helemaal indrukt, schuin in de bochten gaat en wat je maar wil. 'Ergens tijdens mijn tien dagen in Parijs (en Bretagne) kreeg ik een soort verlichting die me opnieuw lijkt te hebben veranderd en vermoedelijk voor nog eens zeven jaar of langer mijn levensloop zal bepalen: in feite was het een satori', luidt het in de eerste zin. En: 'Hoe je het ook wilt noemen, er is echt iets gebeurd'.
Maar van verlichting of een gebeurtenis die naam waardig valt vervolgens bitter weinig te bespeuren, en terwijl Kerouac zich, zijraampjes open, wind in de haren, bij momenten nog wel lijkt te amuseren, zit je zelf van lieverlede meer naar dit proza te kíjken dan dat je werkelijk leest. Wat ook niet helpt, is dat op de achtergrond van de tekst duizenden epigonen zo vals staan mee te zingen dat Kerouacs eigen stem van de weeromstuit eveneens klinkt als die van een kat.
Koning Kerouac
Een weinig poezelige straatkat, weliswaar, maar toch, hier en daar treffen wij onmiskenbaar zinnen aan die net zo goed niet van de hand van de meester zelf maar uit een pas gepubliceerd studentenblad afkomstig zouden kunnen zijn: 'Me dunkt dat vrouwen gek op me zijn en dan beseffen dat ik dronken ben van alles ter wereld en dat doet ze inzien dat ik me niet lang alleen op hen kan concentreren en maakt ze jaloers, en ik ben een dwaas die Verliefd is op God. Ja.'
Tezelfdertijd is de sfeer van ontluistering waarin Satori in Parijs baadt krachtig en onweerstaanbaar genoeg om zijn effect op de lezer geenszins te missen. Scènes als die waarin de wereldberoemde 'King of the Beats', zoals zijn bijnaam luidde, twintig minuten lang op zijn knieën op het treinstation van Brest met zijn koffer zit te worstelen in een poging hem open te krijgen, luid vloekend, graatmager en dronken, tot hij op zeker ogenblik - al dan niet in zijn verbeelding - een voorbijganger 'Le roi Kerouac' hoort zeggen, honend of toch minstens smalend, weten wel degelijk deernis te wekken.
Ook het bezoek dat Kerouac tracht af te leggen aan zijn Franse uitgever, waarbij hij door een hautaine secretaresse afgepoeierd wordt als de verzopen schooier die hij nu eenmaal is, doet in diep meelij het hoofd schudden. Maar een boek waarvan de grootste kwaliteit bestaat in het feit dat het zo treffend aantoont hoe buitengewoon beroerd de auteur eraan toe was toen hij het schreef, is natuurlijk slechts in een welbepaald, zeer specifiek opzicht echt de moeite waard te noemen.
Beluister hier de podcast met Christophe Vekeman over Jack Kerouac.
Vertaald door Johannes Jonkers, Oevers, 192 blz., € 21.
Ariejan Korteweg
te/ep/02 s
Jack Kerouac heette eigenlijk Jean-Louis Lebris de Kérouac en was de verre nazaat van een Bretonse prins - tenminste, dat dacht hij. Zo rond 1965 voelde hij de dood naderen en besloot hij in Frankrijk op zoek te gaan naar zijn voorvaderen. Kerouac was pas 43 maar had zwaar geleefd en ingenomen. Vier jaar na Satori in Parijs zou hij als een gevierd schrijver sterven. Ook op zijn tiendaagse reis werd veel gedronken. Cognac vooral, vaak met een biertje ernaast. Al doet zijn succesroman On the Road anders vermoeden, Kerouac reisde zelden buiten de VS. In Frankrijk kijkt hij zijn ogen uit en neemt er steeds wat te drinken bij, wat leidt tot een stortvloed aan proza dat soms amper te volgen is. Hij wankelt naar de Bibliothèque nationale, schrikt van elk groepje mannen in het donker, mist het vliegtuig van Parijs naar Bretagne, waar het onderzoek moet worden voortgezet, mist de trein terug naar Parijs en komt eerlijk gezegd niet veel verder met zijn naspeuringen, al weet een via het telefoonboek gevonden restauranthouder in Brest hem lang bezig te houden. Satori is Japans voor 'plotselinge verlichting'. Helder licht op zijn afkomst kwam pas jaren later: alle Amerikaanse Kerouacs stammen af van een geëmigreerde notariszoon uit Huelgoat in Bretagne die de dingen graag mooier maakte.
Uit het Engels vertaald door Johannes Jonkers.
Oevers; 146 pagina's; € 21.
Bookarang
Een reisverslag van Jack Kerouac (1922-1969), waarin hij een zoektocht onderneemt naar zijn Franse voorouders. De familie van Jack Kerouac was Frans-Canadees. Het boek vertelt het verhaal van een tiendaags bezoek aan Parijs en Bretagne. De zoektocht naar zijn voorouders wordt gekenmerkt door ontmoetingen, onder meer met een verbleekte Franse schoonheid in een gangsterbar in Montparnasse en een van zijn vreemde Bretonse naamgenoten. De auteur vertelt en filosofeert over identiteit en zijn begrip van boeddhisme. In vloeiende en lichtvoetige stijl geschreven. Voor de meer literaire lezer. Jack Kerouac (Lowell, 1922 - Saint Petersburg, 1969) was een bekende schrijver en dichter. Kerouacs eerste roman, 'The town and the city' (1950) kreeg weinig aandacht, maar het was de publicatie van zijn tweede roman, 'On the road' (1957), die hem uiteindelijk literaire beroemdheid zou opleveren. Zijn werk werd in meer dan dertig landen uitgegeven. 'Satori in Parijs' werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1966.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.