Tsjaikovskistraat 40 : roman
Pieter Waterdrinker
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nijgh & Van Ditmar, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : WATE |
Maria Vlaar
il/pr/30 a
Thomas Leegte is de veelzeggende naam die Pieter Waterdrinker in zijn veertiende roman geeft aan de hoofdredacteur van De Telegraaf, de krant waarvoor Waterdrinker jarenlang als freelance (oorlogs)correspondent voor een schamele vergoeding schreef vanuit Moskou en Sint-Petersburg. 'Waar blijven de clicks?' is de enige vraag die Leegte zich stelt. Het is een van de vele schrijnende en geestige passages in Biecht aan mijn vrouw, een komische en toch heel serieuze zedenschets.
De hoofdpersoon is Waterdrinker zelf, die vanwege de coronacrisis zijn woonplaats Petersburg ontvlucht, met zijn Russische vrouw Julia op het Franse platteland neerstrijkt en daarna voor een paar weken zijn intrek neemt in een schrijversresidentie op het Spui in Amsterdam, boven de beroemde boekhandel Athenaeum. En daar, zonder de sturende zorg van zijn vrouw, slaat de fictie in deze sleutelroman toe op een manier die Waterdrinker tot in zijn vingertoppen beheerst. Plotselinge gebeurtenissen, jeugdherinneringen en fantasieën over een leven als beroemde schrijver met bewonderende vrouwen buitelen over elkaar heen, terwijl de wereld in lockdown is. Centraal staat het Nederlandse literaire leven, en hoe Waterdrinker daar zelf zogenaamd buiten zou staan. Niemand kent of erkent mij, is een van zijn ijdele stokpaardjes, maar in deze roman overdrijft hij het met zo veel zelfspot dat het grappig wordt.
Waterdrinker is met zijn romans Tsjaikovskistraat 40 (2017) en De rat van Amsterdam (2020), waarin hij een gevangene opvoert die Moskou verkiest boven Brussel, een bekende schrijver geworden, en ook zijn nieuwe roman is meteen in de Nederlandse bestsellerlijsten opgedoken.
Seksist
Het schrijversappartement waarin Waterdrinker belandt, wordt min of meer illegaal bewoond door Jeva, een voormalig liefje van de vorige bewoner, de rapdichter Winston Wow. Wow zit boven op de tijd - Waterdrinker geeft hilarisch commentaar op de woke beweging - maar blijkt een veel grotere seksist dan Waterdrinker zelf. Die zit namelijk het liefst te beeldbellen met Julia die hem bijpraat over hun poezen, of samen op afstand een gezonde maaltijd wil koken. Ze tutten wat af. Hij verbergt Jeva natuurlijk voor haar - want wat zal ze wel niet denken? Zo makkelijk is het niet om een beroemde schrijver te zijn en toch een tevreden leventje te leiden!
Biecht aan mijn vrouw gaat eigenlijk over geborgenheid en alles wat daarmee op gespannen voet staat. Je wil het liefst bij de vrouw zijn met wie je al jaren huis en haard deelt, je wil het liefst dat de krant waarvoor je al decennia schrijft je een goedbetaalde column gunt, je wil het liefst in de stad blijven waar je je thuisvoelt en je katten voeren. Maar dat is buiten de literatuur gerekend: die eist in Waterdrinkers visie dat je reist, veel te veel drinkt en ranzige affaires met jongedames hebt.
Alles wordt in gang gezet door Waterdrinkers ontmoeting met een oude schoolkameraad, de puissant rijke Otto Brons die ingetrouwd is bij een Belgische familie van een mediamagnaat waarin de eigenaar van Mediahuis, waaronder De Standaard valt, vagelijk te herkennen is. Hij is een verschrikkelijk plat figuur, maar Waterdrinker kan geen nee zeggen tegen zijn uitnodigingen om flessen Dom Pérignon leeg te slurpen en naar een peperdure swingersclub te gaan.
Er zit echter een scherp randje aan. Zo is Otto Brons net als Waterdrinker zelf van arme komaf. De schrijver groeide op in een familiehotel in Zandvoort waar zijn vader sloofde achter de kachel en zijn moeder zeven dagen in de week kamermeisje speelde - hij schreef hierover al in eerdere romans. Zijn hang naar rijkdom gaat daardoor gepaard met walging. Waterdrinker breekt een lans voor de gewone jongen die hij altijd zegt te zijn gebleven, en doet dat zo overtuigend dat iedere lezer zal instemmen. Er is nóg een scherp randje dat Brons en Waterdrinker gemeen hebben: ze zijn kinderloos. Maar is dat wel zo? Halverwege Biecht aan mijn vrouw ontwikkelt zich zowaar nog een plot over het mogelijke vaderschap.
Terwijl de roman zich tijdens de coronacrisis afspeelt, is in werkelijkheid de oorlog uitgebroken en is Waterdrinker opnieuw halsoverkop moeten vertrekken uit het land waar hij meer dan 25 jaar woonde. In Nederland is hij voortdurend op tv aan het woord over Poetins beweegredenen, over het gebrek aan persvrijheid en over het leven van de gewone Rus. Hij heeft als politiek commentator dezelfde hoogstpersoonlijke en urgente toon als in zijn roman, en onder zijn joviale welbespraaktheid is dezelfde gevoelige, kritische man (of jongen) te horen die in Biecht aan mijn vrouw zijn verhaal doet. Echt of niet echt, dat doet er niet toe, hij is 'volkomen oprecht'.
Waterdrinker ontsnapt aan de leegte van het leven door de volheid toe te laten. Het beste leven is een verzonnen leven; dáár is het literatuur voor.
Arbeiderspers, 285 blz., 23,99 €.
Bo Van Houwelingen
il/pr/23 a
En wéér moest hij zijn huis in Sint-Petersburg verlaten, met niet veel meer dan een koffer, wat boeken en de katten. Rusland achterlatend, niet wetend voor hoe lang. Schrijver en voormalig correspondent Pieter Waterdrinker (1961) en zijn vrouw Julia vertrokken in februari gehaast naar Frankrijk, nadat Poetin zijn waanzinnige plannen had ontvouwd. Het bizarre is: op de kop af twee jaar geleden deden ze precies hetzelfde, toen om de dramatische coronatoestanden in Rusland te ontvluchten.
Waterdrinker verbleef in die tijd ook een paar weken zonder zijn vrouw in de schrijversresidentie van het Letterenfonds, aan het Amsterdamse Spui. Over dat verblijf gaat zijn nieuwe roman Biecht aan mijn vrouw - een titel die doet verheugen op slemp- en braspartijen zoals alleen Waterdrinker die beschrijven kan, en de heerlijk schimmige avonturen waarin zijn hoofdpersonages altijd verzeild raken. Maar hoewel er als vanouds gezopen en gevroten wordt, er een verleidelijke 'tengere brunette met hertenogen' ronddartelt en een oude vriend schokkende onthullingen doet, is deze roman niet zo enerverend als we van Waterdrinker gewend zijn.
Dat komt in de eerste plaats door het flegmatische van het personage Pieter Waterdrinker. Zonder plan of doel neemt hij zin intrek in de residentie, waar zijn voornaamste bezigheden zijn: eten, drinken, slapen en op de bank tv kijken. Als hij er ineens een meisje aantreft, de getroebleerde Jeva Harms, doet hem dat weinig. Hij lijkt haar aanwezigheid vervelend noch gezellig te vinden. Ook de verschijning van Jeva's ex, de agressieve Winston Wow, maakt amper indruk. Waterdrinker gebruikt deze rapdichter om een beetje te porren in de wokecultuur en Jeva voor een vleugje #MeToo, maar het doet onbegeesterd aan, alsof hij zijn maatschappijkritische taakje nu eenmaal even moest afvinken. De doorvoelde drift en literaire verontwaardiging die romans als Poubelle en Tsjaikovskistraat 40 zo sterk maakten, blijven uit.
Maar dan is daar de puissant rijke schoolvriend Otto Brons, die de boel komt opschudden met champagne, oesters, sterke verhalen en een bericht uit het verleden waar de normaal zo onbewogen Waterdrinker toch even een 'kop vol spaghetti' van krijgt. Ik zal de inhoud van dat bericht niet verklappen, maar ik moet wel zeggen dat Waterdrinker uiteindelijk bar weinig aan zijn vrouw op te biechten heeft. Alsof de schrijver deze roman begon met het idee eens flink met de billen bloot te gaan, maar dat puntjepaaltje toch niet aandurfde. Het resultaat is een volstrekt conflictloze roman. Wat er aan de hand is (weinig) lost zich vanzelf op, zonder dat de hoofdpersoon er iets voor hoeft te doen. Zelfs voor de jicht aan zijn grote teen krijgt hij nog een paracetamolletje.
Is Waterdrinker zo onschuldig als hij beweert? Waar komt de haast kinderlijke jaloezie van zijn vrouw Julia dan uit voort? En waarom kan hij haar niet in vertrouwen nemen als hij in de rats zit over iets wat lang geleden is gebeurd? Zou ze het echt niet begrijpen? Het zijn netelige vragen die diepte aan de relatie van Pieter en Julia hadden kunnen geven - en daarmee ook inhoud aan de roman - maar Waterdrinker stelt ze niet, alsof de antwoorden te pijnlijk of te persoonlijk zijn. Het contact tussen Pieter en Julia gaat niet verder dan wat tandeloze telefoontjes: waar ben je, wat ga je eten, miss you.
Wat ook wringt is dat Biecht aan mijn vrouw zich geheel afspeelt tijdens de lockdown, en hoewel de pandemie nog urgent was op het moment dat Waterdrinker erover schreef, zijn we inmiddels een oorlog verder. Beschrijvingen van uitgestorven winkelstraten, lege trams en mondkapjes doen sleets aan - we lazen het eerder allemaal al in de bulk lockdownlectuur die de pandemie opleverde. Dat corona over het algemeen weinig enerverend proza oplevert was al duidelijk, maar Waterdrinker bewijst het opnieuw: 'Nadat het me ook een tweede keer niet was gelukt via de app een toegangskaartje te reserveren voor Artis, had ik de derde maal eindelijk beet.' 'Twee trams passeerden elkaar, bijna leeg. Een zonnetje verdreef langzaam het grijs. Omdat ik nog anderhalf uur te doden had voordat Artis mij zou toelaten, besloot ik tot een omweg.'
Och jeetje, de tijd dat je voor de dierentuin moest reserveren met een app... Je blijft denken: man! Het is oorlog! Daar kan Waterdrinker natuurlijk ook niets aan doen, maar het is zuur dat juist iemand die zó veel van Rusland weet - het land ontvlucht is nota bene - nu met een boek komt dat zo níét over Rusland gaat. Oekraïne staat in brand maar Pieter Waterdrinker heeft twee weken in een schrijversresidentie gezeten en niet zo veel meegemaakt, om het maar even cynisch te stellen.
Ongetwijfeld - hopelijk! - zal Waterdrinker schrijven over hoe de oorlog zijn leven, dat van zijn vrouw en dat van zo veel anderen ontwricht heeft, in een roman waarin boosheid en bezieling weer voelbaar zijn. En laten we hopen dat als dat boek verschijnt het niet alweer is ingehaald door de volgende catastrofe.
Nijgh & Van Ditmar; 285 pagina's; € 23,99.
Redactie
Een autobiografische roman van Pieter Waterdrinker die zich afspeelt tijdens de coronapandemie. Waterdrinker verblijft enkele weken in het Schrijvershuis aan het Spui. Daar verschijnen kennissen en vrienden uit zijn verleden, waardoor hij geconfronteerd wordt met een geheim uit zijn verleden dat zijn bestaan op zijn kop zet. Een boek over de zin van het leven, ouder worden, trouw en ontrouw, met plek voor milde spot. In betrekkelijk talige stijl geschreven. 'Biecht aan mijn vrouw' zal een publiek van vooral literaire lezers aanspreken. Pieter Waterdrinker (Haarlem, 1961) is een bekende Nederlandse auteur en journalist. Hij schreef tientallen boeken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.