Cox, of Het verglijden van de tijd
Christoph Ransmayr
Christoph Ransmayr (Auteur), Liesbeth van Nes (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : RANS |
Marnix Verplancke
ua/an/29 j
In een sluizencomplex gebouwd om de veertig meter hoge Grote Waterval te omzeilen, gebeurt een ongeval. Een bootje duikt de dieperik in en er vallen vijf doden. Er volgt een onderzoek, maar een officiële beschuldiging komt er niet. Een jaar later echter laadt de sluismeester een antieke praam vol steenzout, gaat aan boord en vaart over de rand van de waterval. Het resultaat van een knagend geweten, aldus de goegemeente, want de sluismeester was na het ongeval nooit meer dezelfde geweest.
Christoph Ransmayrs De sluismeester speelt in de nabije toekomst. Door interne twisten is de EU uit elkaar gevallen in graafschappen die meer met hun verleden dan met hun toekomst bezig zijn. Het einde van de fossiele energie toont de waarde van water, wat de graafschappen verleidt tot afdammen en omleiden van rivieren ten dienste van het eigenbelang. Er volgen conflicten en zelfs heuse oorlogen, waardoor vluchtelingen door het oude Europa trekken en steeds meer graafschappen overgaan tot het instellen van strikte etnische wetten.
Jana, de vrouw van de sluismeester, was na de vierde Dalmatische oorlog naar Bandon gevlucht, ergens te situeren in Centraal-Europa, waar de sluismeester woonde. Ze waren getrouwd, kregen twee kinderen, maar uiteindelijk moest Jana vertrekken, terug naar haar geboortestreek.
En toen gebeurde dus dat ongeval en pleegde de sluismeester zelfmoord. Alleen gelooft zijn zoon, de verteller van Ransmayrs roman, er geen snars van. Als waterbouwkundige is hij in Cambodja actief. Hij komt er in contact met slachtoffers van de Witte en Rode Khmers, die elk op hun manier terugwilden naar het verleden van hun land en daarbij miljoenen slachtoffers maakten. Zijn vader, denkt de verteller, had eenzelfde hang naar het verleden. Hij wilde terug naar de glorietijd van Bandon, toen de streek de zoutmijn van Centraal-Europa was en er niet alleen plezierbootjes door de sluis voeren. Het ongeval was dus geen ongeval geweest. 'Eist niet elke terugkeer naar het verleden de dood als offer?', vraagt hij zich af, niet beseffend dat zijn onstilbare verlangen naar die keer dat hij seks had met zijn zus Mira misschien ook wel eens nefaste gevolgen zou kunnen hebben.
Ransmayr is een naam als een klok in de Oostenrijkse letteren. Thuis heeft hij een pronkkast vol prijzen en onderscheidingen voor romans waarin hij steevast het Europese verleden en heden aan elkaar koppelt en vaak ook uitstapjes maakt naar andere werelddelen, zoals De laatste wereld en Morbus Kitahara.
Ook in De sluismeester is hij goed op dreef en gebruikt hij ronkende zinnen en originele metaforen. Alleen ligt het er allemaal wat te dik op. Hij stopt niet met herhalen dat Europa ten onder gaat aan het nationalisme en dat nostalgie en romantiek rechtstreeks naar de vernietigingskampen van de Rode Khmer leiden.
En zelfs dat is nog niet genoeg. Wat bijvoorbeeld te denken van Jana's nieuwe vriend, een landmeter die met zijn tachymeter de vrede tussen de Joodse kolonisten en de Palestijnse olijfboeren wil bevorderen? Goede bedoelingen maken nog niet meteen een geloofwaardige roman, zo blijkt.
Prometheus, 221 p., 22,50 euro.
(jem)
ua/an/18 j
****
Een sluismeester van de mysterieuze Witte Rivier laat vijf opvarenden om het leven komen en verdwijnt daarna spoorloos. Zijn zoon gaat op zoek naar wat er precies gebeurd is: was het een zinloze moord, laksheid, of nog iets anders? De wereld waarin deze speurtocht plaatsvindt, is beduidend anders dan de onze, want voorbij de oevers van de Witte Rivier is heel Europa 'uit elkaar gespat in een hagel van dwergstaatjes, kleinvorstendommen, graafschappen en met vlaggen en wapenschilden getooide stamgebieden' - een toekomst die vaagweg middeleeuws aandoet, maar vooral overtuigend neergezet is door de veelvuldig gelauwerde Oostenrijker Christoph Ransmayr. Zijn zinnen zijn woordenkettingen waar geen eind aan lijkt te komen, maar dat ritme voelt juist aangenaam aan, onder meer door de precieze woordkeuze. Dat is niet in elke vertaling uit het Duits zo.
Na verloop van tijd laat je je moeiteloos meevoeren op de stroming van die ellenlange, kronkelende rivier. Gaandeweg passeren nog personages die uitstekend passen in de sluimerend grimmige setting, die doet denken aan de tijd- en plaatsloosheid van traditionele volksverhalen én aan 'De laatste wereld', Ransmayrs herschrijving van Ovidius' 'Metamorfosen'. Een wereld om in te verdwijnen, en een verhaal over schuld en spijt dat je even makkelijk opslorpt als weer uitspuwt.
Roderik Six
ru/eb/09 f
Was het een dom ongeluk of heeft zijn vader bewust vijf mensen laten verdrinken in het sluizencomplex van de Witte Rivier? Die vraag blijft de zoon van de sluismeester kwellen. Zelf is hij niet bij machte zijn vader te ondervragen. Op het moment van de ramp werkt hij als hydrograaf in Brazilië en hij krijgt geen verlof om terug naar Europa te reizen. Het internet brengt geen soelaas: aangezien de wereld is ondergedompeld in aanhoudende wateroorlogen, wordt al het elektronisch verkeer streng gecensureerd. ‘Europa’ dekt overigens ook een iets andere lading dan in onze tijd: de Unie is uiteengespat in concurrerende stadsstaten die elkaar constant bekampen om zoet water, een grondstof die sinds de dramatische stijging van de zeespiegel duurder dan olie is geworden.
Ook met zijn moeder Jana en zijn zus Mira heeft hij nog amper contact. Jana is gevlucht naar een Grieks eiland. Mira zou zich ergens in een vuurtoren bij de Noordzee schuilhouden. De weinige berichten die de zoon bereiken, zijn confuus: woedt er opnieuw oorlog tussen de Friese alliantie en de steden aan de Elbe? Klopt het dat de vier resterende Amerikaanse staten door China veroordeeld zijn tot gigantische herstelbetalingen aan Vietnam en Korea? En zal Antwerpen dan toch vrede sluiten met Rotterdam? Als een eenzame Odysseus zal de verloren zoon toch de wereld moeten bevaren, op zoek naar antwoorden.
Het universum van De sluismeester doet verdacht veel aan Waterworld denken, het sciencefictiongedrocht waarin piraat Kevin Costner over een ondergelopen wereldbol zeilt, dromend van een mythisch droog land. Gelukkig houdt de Oostenrijkse schrijver Christoph Ransmayr zich ver van grotesk spektakel en gebruikt hij de nakende milieuramp enkel als decor voor zijn ontroerend toekomstsprookje. Ook het moordmysterie dient slechts als gangmaker voor een intens familiedrama dat Ransmayr met bloedmooie beelden en snijdende scènes stoffeert.
Ransmayr raakt gevoelige thema’s aan. De incestueuze relatie tussen de naamloze verteller en zijn zus Mira weet hij bijvoorbeeld geloofwaardig te brengen door hen als koningskinderen neer te zetten – in adellijke kringen werd al eens met bloedverwanten getrouwd om de erfenis binnen de familie te houden. Ook het taboe van egoïstische ouders die hun vrijheid boven hun kinderen verkiezen, ontmantelt hij begripvol: is ouderschap een levenstaak of komt er een eind aan je verantwoordelijkheid als draagster en verwekker?
Enig schoonheidsvlekje op deze haast perfecte roman: het stroeve taalgebruik. Een helikopter wordt bijvoorbeeld een hefschroefvliegtuig genoemd, en vaak bedient Ransmayr zich van archaïsche zinsconstructies die een mythologisch sfeertje moeten scheppen maar het leesgemak soms in de weg staan. Maar eens meegesleurd in deze literaire draaikolk spoelt dat euvel vlot weg.
****
Prometheus (oorspronkelijke titel: Der Fallmeister), 220 blz., € 22,50.
B. Flint-Loitiere
De verteller is de zoon van de hoofdpersoon, die als beroep sluiswachter (zo de titel) is, dat wil zeggen dat hij hier in Oostenrijk de waterval aan de witte rivier beheert. Eens verzonk een boot met vijf mensen aan boord. De vader is een jaar later vermist. Zijn zoon, zelf hydrotechnicus, reist als zodanig de hele wereld rond, maar vooral om de sporen van zijn vader te volgen en zijn schuld aan die 'moorden' te onderzoeken. Deze wereld, in de verre toekomst geplaatst, is in kleine staten uiteengevallen, die elkaar bevechten met als inzet de watervoorziening. Twee personages worden regelmatig aangehaald: de moeder Jana, die uit haar land aan de Adriatische zee verbannen was en later teruggekomen is; zijn oudere zus, Mira, die aan brozebottenziekte lijdt, zijn 'faraovrouw', met wie hij een incestueuze relatie had. Het verhaal wisselt constant van perspectief, hier gaat het om het leven thuis, de verhalen van Jana uit haar geboorteland, daar om de belevenissen met de zus 'van glas'. Uiteindelijk draait het in het leven om doden, niemand is onschuldig, hij ook niet. Zevende boek van deze met veel literaire prijzen bekroonde Oostenrijkse schrijver.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.