Lelieblank, scharlakenrood
Michel Faber
Michel Faber (Auteur), Harm Damsma (Vertaler), Niek Miedema (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, © 2020 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : AVONTUUR : VERHALEN : FABE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, © 2020 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : FABE |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Uitgeverij Podium, © 2020 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : FABE |
Sam De Wilde
te/ep/29 s
Na de dood van zijn vrouw Eva Youren en de publicatie van ‘Het boek van wonderlijke nieuwe dingen’, de sciencefictionroman die hij deels aan haar ziekbed had geschreven, zwoer de in Australië geschoolde Nederlands-Schotse auteur Michel Faber de romanvorm af. Zijn overleden echtgenote eerde hij in 2016 nog met de dichtbundel ‘Undying’, maar daarna werd het stil rond de bestsellerauteur, die in 2000 debuteerde met ‘Onderhuids’ en vervolgens imponeerde met de monumentale historische roman ‘Lelieblank, scharlakenrood’. Een traditionele roman hoeft de wereld niet meer te verwachten van Faber, en dat is ‘D’ dan ook niet geworden. Toen zijn uitgever hem vroeg of hij de 150ste sterfdag van Charles Dickens met een pennenvrucht wilde herdenken, dook de schrijver diep in zijn manuscriptenlade en viste hij er een 35 jaar oud fantasyverhaal voor kinderen uit op. Hij verving een oude professor door een figuur die verdacht veel op Dickens lijkt, en het oorspronkelijke hoofdpersonage van middelbare leeftijd werd de jonge heldin Dhikilo, een weeskind uit Somaliland dat opgroeit in een Brits kuststadje. Wanneer zij op ‘een maandagmorgen na een doodnormale zondag’ wakker wordt in een wereld waar de letter d uit de dagelijkse woordenschat is verdwenen, trekt ze op onderzoek uit en belandt ze via een meer dan manshoog boek in een magische wereld met een op hol geslagen klimaat en een protserige populist op de troon. Laten we zeggen dat een oplettende lezer er zomaar onze eigen realiteit in zou kunnen herkennen. Die oplettende literatuurliefhebber zal overigens meer hebben om zijn tanden in te zetten. Hoewel ‘D’ onvermijdelijk in de young adult-hoek van menige boekenwinkel zal terechtkomen, propte Faber zijn sprookjesachtige avontuur vol met referenties aan Charles Dickens, Georges Perec, Lewis Carroll, George Orwell en C.S. Lewis. En wie niet genoeg heeft aan de literaire verwijzingen, kan altijd nog volop genieten van de heerlijk vileine manier waarop Faber personages naar de uitgang van zijn vertelling begeleidt: ‘Over Kim de pestkop hoef je je geen zorgen te maken. Die speelt verder geen rol meer in dit verhaal. Zij wordt straks zo’n vrouw die bij de taxfreeshop op het vliegveld staat en aan voorbijkomende mensen vraagt of ze een speciaal geurtje op hun hand mag spuiten.’ Wie zulke zinnen leest, zal moeilijk kunnen geloven dat een man die zoveel plezier aan vertellen beleeft, ooit heeft overwogen om ermee te stoppen. Faber laat zijn personages alle hoeken van zijn fantasierijke binnenkamer zien, onderstreept terloops hoe een samenleving van taal afhangt en laat en passant zijn licht schijnen op klimaatverandering, polarisering, racisme, xenofobie, onderdrukking en censuur. Uiteraard zonder te vergeten dat een avontuur die naam waardig ook gedaanteveranderingen, kokosmakronen en Magwitches nodig heeft. Voor de talige toverkunst zorgt Faber zelf. Als je de goede bedoelingen, de politieke boodschappen en de vele intertekstuele verbanden in zijn literaire ketel ziet verdwijnen, vrees je wat eruit zal komen, maar Faber brouwt met die ingrediënten een speelse parabel die smeekt om een plekje op de nachtkastjes van grote en kleine lettervreters. Zeker die met een voorkeur voor de letter d. Of dit verhaal in de toekomst ook een plek zal krijgen tussen de klassiekers die het zelf zo vrolijk door elkaar klutst, valt nog af te wachten. Daarvoor blijft het wellicht iets te veel een remix van oude meezingers, maar ‘D’ bewijst in elk geval dat we dankbaar mogen zijn dat Michel Faber opnieuw in zijn pen is gekropen.
Mede naar gegevens van B. Handgraaf
Het geadopteerde Somalische weesmeisje Dhikilo woont bij haar Engelse ouders vlakbij Dover. Op een dag gebeurt er iets vreemds: de mensen in haar woonplaats spreken de D niet meer uit en alles wat met een D begint, lijkt te verdwijnen. Dhikilo denkt dat de net overleden professor Dodderfield ermee te maken heeft. Ze belandt in een sprookjesachtig land waarin het alsmaar sneeuwt. In de tekst is de letter D ook verdwenen, wat lastig leest. Dit boek valt uiteen in twee delen die niet op elkaar afgestemd lijken: het inleidende deel over Dhikilo, haar adoptie-ouders en haar voorgeschiedenis en het deel daarna waarin Dhikilo in een heel andere wereld terechtkomt om op zoek te gaan naar de verdwenen D’s. Het tweede deel doet denken aan Narnia en verwijst ook naar namen van personen uit boeken van Dickens. Ook de titel verwijst naar Dickens. Een doelgroep is lastig te bepalen, voor jongeren/kinderen zal het een avontuurlijk fantasyverhaal zijn over vriendschap en innerlijke kracht. Voor volwassenen een gelaagd verhaal die je aan het denken zet over de opwarming van de aarde en de omgang met vluchtelingen of vreemdelingen. Vanaf ca. 15 jaar.
Peter Sierksma
te/ep/26 s
Soms treft een auteur je niet alleen in zijn werk maar ook in het echt, zoals mij een jaar of negen geleden overkwam met de Australische schrijver van Nederlandse komaf, Michel Faber (1960). We raakten aan de praat op een boekenfestival in Utrecht waar hij te gast was. Faber vertelde over Schotland, waar hij woonde in een oud stationnetje aan de spoorlijn naar het noorden, en over afzondering en ziekte, wat niet vanzelfsprekend was, maar evenmin heel vreemd, gezien het feit dat zijn vrouw Eva erg ziek was en een goede vriend van mij op sterven lag.
Het leidde tot de volgende opdracht voor de vrouw van mijn vriend in een voor haar bestemd exemplaar van Het vuurevangelie. Faber schreef de opdracht deels in het Nederlands, maar eindigde in het Engels: "Hier is een verhaal over... eh... nu moet ik het in het Engels zeggen - About how much we need faith even in these faithless times. I hope it makes you smile, even in times when there seems nothing to smile about".
Al was de opdracht niet voor mij bedoeld, hij raakte me, omdat ik die 'smile' en dat noodzakelijke vertrouwen om door te gaan met leven, juist als alles tegenzit, ook terugzag in zijn op het eerste gezicht vaak ontoegankelijke proza: de ene keer vol horror of sciencefiction, zoals in Onderhuids (2000) en Het boek van wonderlijke nieuwe dingen (2014); een andere keer juist historisch-realistisch zoals in het zich in negentiende-eeuws Londen afspelende Lelieblank, Scharlaken rood (2002).
Michel Faber verloor zijn vrouw Eva drie jaar later, het jaar waarin ook Het boek van wonderlijke nieuwe dingen het licht zag. Het gaat over een predikant die een betere wereld zoekt op een andere planeet, terwijl zijn vrouw achterblijft temidden van alle aardse ellende. Ze proberen vanuit de verte contact te houden en bidden veel voor elkaar, maar uiteindelijk moeten ze elkaar toch loslaten. De laatste zin vormt een echo van de laatste woorden van de evangelist Matteüs, die op zijn beurt Jezus aanhaalt als deze zijn discipelen belooft: 'Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld'.
Na die zin werd het stil. Het leek erop of met zijn vrouw Eva ook de romancier gestorven was. Alleen de dichter bleef. Zo verscheen vier jaar geleden zijn eerste bundel Undying, a love story waarin wanhoop en berusting in ontroerende eenvoud samengaan: 'Accept the situation:/ you've lost her. Try not to be/ possessive...'
Een onvoltooide Dickens
Alles wees erop dat het citaat van Christus ook Fabers laatste romancitaat zou zijn. Een gemis, vond ik. Geen schrijver wiens werk zo buitenaards vreemd en tegelijkertijd toch zo gewoon en vertrouwd leest. Geen schrijver ook die zulke wonderlijke verhalen verzint dat je ze wel moet geloven. Of het nu de even mooie als bloeddorstige vampier Isserley was uit Onderhuids (in 2013 verfilmd met Scarlett Johansson), de jonge prostituee en feministe Sugar uit Lelieblank, scharlaken rood of de intelligente, wereldvreemde classicus Theo die in Irak een nieuw bijbelboek ontdekt (Het Vuurevangelie); ze geven je de indruk dat je ze begrijpt en daarmee meteen ook hun sterk afwijkend gedrag van wat in de regel 'normaal' gevonden wordt.
Ik miste ze, die vreemde schepsels en figuren - tot afgelopen juni opeens de letter D opsprong: D, de nieuwe roman van Michel Faber was uit!
De aanleiding was bijzonder, zo liet Faber desgevraagd weten vanuit zijn nieuwe huis aan de Engelse zuidkust vlakbij Dover, de plek waar D begint. Eigenlijk had hij geen puf meer om te schrijven, maar toen kwam zijn uitgever met een verzoek dat hij >> >> moeilijk weigeren kon: Op 9 juni was het 150 jaar geleden dat Charles Dickens overleed. Of hij niet een bijdrage wilde leveren ter ere van de man en zijn werk. Faber, die zich eind jaren zeventig tijdens zijn studie in Melbourne in Dickens gespecialiseerd had en diens sfeer eerder had opgeroepen in Lelieblank, scharlaken rood stemde toe. Hij dacht direct aan Dickens' laatste opus: The Mystery of Edwin Drood. Een bizarre onvoltooide roman over de verdwijning van een jongeman in een duistere wereld vol criminelen en opiumsnuivers. Genoeg stof dus, maar hoe verder? En in welke vorm?
Vrouw met hermelijn
Het werd een fairytale, een sprookje, ingefluisterd door een eigen onvoltooid manuscript dat al meer dan 30 jaar onderin de la lag. Dat manuscript heette De vrouw met de hermelijn met de lange staart en ging over een lichtdepressieve lerares van middelbare leeftijd wier leven een vreemde wending neemt wanneer zij er na afloop van de begrafenis van een oud-collega achterkomt dat deze helemaal niet dood is. Ze vindt professor Bennett weggedoken in zijn eigen huis en voor ze het weet wordt ze ingezet voor een geheime zoektocht naar een verdwenen schilderij van Leonardo da Vinci ('Vrouw met hermelijn'). Spannend, maar verder dan 70 bladzijdes kwam Faber toen niet. Nu, 30 jaar later met Dickens in het achterhoofd, dacht hij: Als we Miriam nou eens vervangen door de dynamische scholiere Dhikilo en de professor door Dickens zelf? Dan wordt het misschien nog wat.
En zo geschiedde. Faber overtreft zichzelf met D als een nieuw licht boek over de teloorgang van de westerse beschaving, die niet weet om te gaan met grote stromen vluchtelingen en de opwarming van de aarde. Hij neemt je mee naar het huidige in zichzelf gekeerde Engeland waar Dhikilo als een moderne Alice in Wonderland opgroeit als wees van haar uit Afrika gevluchte ouders. Maar Engeland is niet Dhikilo's bestemming. Dat is het Land van Liminus waar ze net als Alice door haar spiegel heengezonden wordt. In dit Liminus vindt ze geen Maartse Haas of Humptie Dumptie; het is een kil en kaal toekomstig universum vol dictators, barbaren en geregistreerde ja-knikkers waar honger heerst en iedereen die afwijkt flink wordt onderdrukt.
Je zou er somber van worden, maar Faber zou Faber niet zijn als hij de lezer niet spoedig opvrolijkt met absurde voorvallen vol wonderlijke details. Zo ontbreekt de titelletter D opvallend vaak in het verhaal tot je erachter komt dat het ding gestolen is. Gestolen door de onderdrukkers van de vredelievende en beschaafde 'Droods', nu levend in ballingschap. En gelukkig winnen hoop en liefde het 'in the end' dankzij de dappere Dhikilo en haar onooglijke trouwe metgezel en sphinx Nelly het van alle angst en haat. Zoals het een sprookje betaamt, met daarin ook die ene noodzakelijke 'smile' die Fabers universum zo onweerstaanbaar maakt.
Vert. Harm Damsma, Niek Miedema. Podium; 336 blz. € 20,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.