Vergeet de meisjes : roman
Alma Mathijsen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MATH |
Dieuwertje Mertens
em/ov/21 n
Alma Mathijsen (1984) vermijdt - godzijdank - de uitdrukking 'woorden schieten tekort', hoewel die frustratie het uitgangspunt van haar autobiografische vertelling Bewaar de zomer is. Ze schrijft: 'Ik zou willen dat alle mensen over de hele wereld in mijn ogen zouden kunnen kijken en dat ze dan alles begrepen. Maar zo gaat dat niet.'
Er is een aantal momenten in haar leven aan te wijzen waar ze tegen de grenzen van de taal aanliep: 'Op mijn negende en zestiende ging het mis. De eerste keer trok taal zich terug, hield zich koest toen ze er juist moest zijn. De tweede keer verloor een woord zijn betekenis. Taal kan me niet redden en laat me in de steek als het echt spannend wordt. Daarom wil ik de taal zelf niet ongedeerd laten, ik wil kwaad worden op het middel waardoor zoveel misverstanden ontstaan. Ik wil de taal zelf beledigen zonder haar tegen iemand uit te spreken. En zo een schram achterlaten die iedereen kan zien, een buts in alle woorden om te onthouden hoe gevaarlijk ze zijn.'
Bewaar de zomer is een poging om de taal te laten spreken. Overbodig om te melden, zou je zeggen, want wat trachten een schrijver en boek anders te doen? Enfin, zo makkelijk ligt dat allemaal niet voor Mathijsen. Juist op momenten van grote ontsteltenis, pijn en verdriet blijft de taal in gebreke.
Het overkomt Mathijsen bij de dood van haar vader, violist Hub Mathijsen, die in 1994 redelijk plotseling aan een fikse longontsteking en een hartstilstand overleed, toen zij negen jaar oud was. De dood van een dierbare is voor een volwassene al moeilijk te bevatten, maar voor een negenjarig meisje lijkt het me helemaal lastig.
Ook de verschrikkelijke ervaring van twee verkrachtingen die Mathijsen in haar tienerjaren doormaakt, geven haar het gevoel dat de taal het laat afweten. Of misschien is dat niet wat Mathijsen bedoelt: misschien wil ze de ruimte tussen haar en de ander opheffen, zodat de ander precíés begrijpt hoe de ervaring was en hoe ze zich voelde.
Dat woordje 'precies' komt een aantal keren terug. Ze schrijft: 'Ik kneed mijn ervaringen zo dat er een verhaal ontstaat. Iets waardoor luisteraars dichter naar voren schuiven, hun oren naar me toe draaien en niet durven te verzitten om zo alles mee te krijgen. Dat wil ik niet meer, ik wil weg van het verhaal. Ik wil dat taal precies is.'
Daarmee begeeft de schrijver zich op wankel gebied, want taal kan verhalend én precies of eenduidig zijn. Soms kan een (fictief) verhaal beter uitdrukken hoe een ervaring was, dan een opsomming van feiten. En op wat er met de taal gebeurt nadat de 'zender' de 'boodschap' naar de 'ontvanger' heeft gestuurd (ruis?), daar heb je als schrijver geen vat op, hoewel de kwaliteit van de boodschap natuurlijk een bepalende factor is.
Ruïne
Wat wil Mathijsen precíés? Die vraag blijft als een onduidelijke ambitie boven haar memoir zweven. Wil ze haar vader herdenken, het leven begrijpen, pijn en verdriet een plek geven? Om eenheid in het boek aan te brengen richt ze zich op herinneringen aan de zomers die ze van kinds af aan ieder jaar doorbrengt in Olivetta, een klein dorp in Italië waar haar ouders een ruïne kochten en ieder jaar stukje bij beetje probeerden op te knappen. Een traditie die door moeder en dochter wordt voortgezet na vaders dood.
Mathijsen springt heen en weer tussen haar kinderjaren, de vakanties voor en na het overlijden van haar vader, haar tienertijd en recente jaren. Er zitten mooie verhalen tussen, zoals over de wandelingen die ze met haar moeder door de bergen maakte naar het volgende dorp, waar haar vader hen opwachtte. Maar het boek bevat ook voor de lezer redelijk nietszeggende herinneringen over landerige zomerdagen met kinderen uit de buurt.
In de loop der jaren ontdekt Mathijsen dat haar herinneringen rondom het overlijden van haar vader niet allemaal even betrouwbaar zijn en dat het huwelijk van haar ouders misschien wel net even anders in elkaar stak dan ze dacht. En precies dat zijn van die universele waarheden waarbij de taal haar werk doet en de plank niet misslaat.
Maria Vlaar
em/ec/12 d
'Ze bleef me voorlezen, ze bleef me iedere avond in bed stoppen en als ik haar vroeg om niet te huilen dan hield ze zich daaraan.' Bewaar de zomer, het zesde boek van Alma Mathijsen, eindigt in een lofzang op haar moeder. Haar vader, begenadigd violist, stierf in 1994, toen Alma pas negen was. Zes jaar geleden schreef ze De grote goede dingen, een roman over haar vader waarin ze een fictieve vorm vond voor haar speurtocht naar wie hij was. 'Na al die jaren ben ik verslaafd geraakt aan het kneden van wat er was. Als ik de taal wil heroveren, moet ik dat ook loslaten. Geen sprookjes meer, geen verhalen meer, geen spinsels die niets vertellen over de werkelijkheid.' In Bewaar de zomer zweert Mathijsen de fictie af.
Ze vertelt over een verkrachting op haar zestiende, een bittere ervaring die haar ontwikkeling voor altijd kleurde. Bij de verwerking komt toch de fantasie van pas, over een beschermende vader die haar angst doet verdwijnen. Maar zo was het niet. Mathijsen ontkracht in haar boek de mythe over haar vader, die ook een alcoholist was. Als hij niet aan een dubbele longontsteking was gestorven, dan had zijn lever het een week later begeven.
De scènes waarin de moeder en het kind voor het eerst zonder man en vader in hun Italiaanse vakantiehuis zijn, ontroeren. Ze slapen samen in het grote bed. Beiden tot op het bot verwond, beiden in het besef dat ze elkaar overeind houden.
Mathijsen onttakelt ook het beeld van de stoere jonge schrijfster die debuteert met seksverhalen en overal tegen kan. Ze neemt in dit boek de rol van het kwetsbare kind weer aan en maakt daar mooie scènes van.
Het is fascinerend autobiografisch materiaal, maar waarom wil ze er zo nadrukkelijk géén fictie van maken? Is de kracht van literatuur nu juist niet dat een levensverhaal boven het autobiografische uit kan stijgen? Ze kiest voor een taal en vorm die vooral niet literair mogen zijn. Op de twee ingrijpendste momenten van haar leven heeft taal haar niet kunnen redden, noteert ze.
Bewaar de zomer is een dapper en voor de auteur ongetwijfeld noodzakelijk boek. De thema's voor een schrijverschap worden hier gegeven: een dode vader, een gebroken seksualiteit. Als Mathijsen de fictie weer toelaat, zou het tot een geweldige roman kunnen leiden. Voor nu heeft ze de piketpalen van haar werkterrein uitgezet en hopelijk de taal heroverd.
De Bezige Bij, 176 blz., 11,99 €.
Elma Drayer
em/ov/14 n
Als zoveel jonge Nederlandse auteurs moet Alma Mathijsen (1984) het niet hebben van de verbeelding - althans tot nog toe. Stof put ze hoofdzakelijk uit haar eigen bestaan. Dan heeft het wel wat om op een dag de schijn van fictie naast je neer te leggen en een memoir te schrijven, ook al ben je pas 36 jaar oud. Alleen de geestige proloog van Bewaar de zomer, waarin ze zich haar eigen conceptie voorstelt, onttrekt zich daaraan. 'Dan moet je nu beginnen met zwemmen. Nu door die deur aan het einde van de gang. Sneller, harder, sneller, ik was nog vergeten te zeggen: ze zullen je Alma noemen.'
Mathijsen vertelt in korte scènes, heen en weer springend tussen de jaren. Alle herinneringen drapeert ze rond de zomers die ze doorbracht in het huis dat haar ouders ooit kochten in een Italiaans gehucht nabij de Franse grens. Ze zou hun enig kind blijven. De eerste beslissende ervaring was haar vaders vroegtijdige dood in 1994. De tweede: de zeer onvrijwillige ontmaagding op haar zestiende door een Italiaanse jongeman.
Ze schrijft mooi en beeldend over haar vader, over diens dood en de verlatenheid die erop volgde. Prachtig weet ze het meisje op te roepen dat ze destijds was. Hoe zij uit wat ze ziet en hoort een kloppend verhaal probeert te maken, hoe ze het voortaan moet zien te rooien met haar moeder. 'Ik praatte niet over mijn vader, vooral niet met mijn moeder. Ik wilde haar niet breken. (...) Alles moest uit haar komen. Als zij zich niet als een moeder zou gedragen, zou ik boos worden. Gillen, schreeuwen, huilen, heel klein worden. Eigenlijk vooral dat. Geen problemen veroorzaken, dan kan mama beter worden en weer voor me zorgen.' Op een dag moet haar moeder naar de notaris om dingen te regelen, ze belooft om zes uur terug te zijn. De negenjarige blijft in haar eentje achter om op de hond en het huis te passen. Als ze op de Mickey Mouse-klok in de keuken ziet dat het allang zes uur is geweest, krijgt ze een totale paniekaanval. 'Ik kan niet alleen zijn, dacht ik, dan ga ik dood. (...) Ik huilde alleen maar harder, uithalen als een sirene.' Maar tegen haar moeder ('O, we waren nog wat gaan drinken bij Giuseppe') zegt ze niks. Hartverscheurend.
Ook die verkrachting op haar zestiende en de gevolgen ervan komen flink bij de lezer binnen. Pas vijf jaar later deed ze naar eigen zeggen haar eerste aangename seksuele ervaring op. In de zomer van 2013 voorkomt ze een nieuwe verkrachting door terug te vechten ('wat ik op mijn zestiende niet kon, deed ik nu wel'). Toch schaamt zich zo dat ze tegenover haar vrienden en zelfs tegenover haar therapeut verzwijgt wat er is gebeurd.
Minder geslaagd zijn de passages waarin Mathijsen aan het reflecteren slaat, bijvoorbeeld over bevoorrechte Nederlanders die vervallen Italiaanse huizen kopen of over Afrikaanse migranten die te voet door de streek trekken op weg naar Frankrijk. Vooral overbodig zijn de terugkerende bespiegelingen over de macht en onmacht van taal. Al aan het begin kondigt Mathijsen aan dat dit boek haar poging is 'om de taal terug te veroveren' op de twee keer dat die haar in de steek liet. Dat staat haar vrij, natuurlijk. Maar wat ze beoogt - 'de taal te laten zeggen wat ik bedoel' opdat 'de ander weet hoe het voelt' - is de essentie van elk goed schrijverschap. Elders in Bewaar de zomer laat ze juist zien dat ze die vaardigheid uitstekend beheerst.
***
De Bezige Bij; 192 pagina's; € 21,99.
Anneke van Ammelrooy
Mathijsens ouders kochten als jong stel een ‘ruïne’ in Italië. Ook na de dood van haar vader, wanneer ze negen jaar oud is, blijft het opgeknapte huis de vaste zomerse bestemming voor haar als jongere en haar moeder. Even lijkt het erop dat dit boek een voortzetting wordt van haar deels autobiografische roman ‘De grote goede dingen’, waarin haar vroeg aan drank overleden vader centraal stond. Maar na enige tijd slaat het verhaal om naar haar ervaring als 16-jarige met een jongen, waarover ze jaren gezwegen heeft. Totdat een vriendin eindelijk benoemt wat er toen gebeurde: verkrachting. Eindelijk komt de taal haar te hulp. Vervolgens vertelt ze met grote stappen door de tijd hoe ze dit beklemmende verleden verwerkt: ‘Dit boek is mijn poging om de taal terug te veroveren’. Ze beschrijft een hallucinatie waarin haar vader de verkrachter bijtijds weet te stoppen en in elkaar slaat. ‘Nooit eerder zag ik zijn kracht, zijn woede om zijn eigen dochter meedogenloos te beschermen.’ Ze leert vrede te hebben met haar verlangen naar haar vader en de kracht van haar moeder te waarderen. Het duurt even voordat de auteur haar weg weet te vinden door de herinneringen, maar dan worden de autobiografische elementen krachtig verteld en verdwijnen de vakantieland-clichés.
Rob Schouten
em/ov/28 n
Bewaar de zomer van Alma Mathijsen (1984) is het autobiografische verslag van een meisje, dat op negenjarige leeftijd haar vader verliest en de trauma's die dat oplevert. Dat klinkt erg algemeen en dat is het misschien ook, een herkenbaar levensverhaal, wel individueel maar niet heel erg exotisch of spectaculair. Maar wat het bijzonder maakt, is de zuiverheid waarmee Alma Mathijsen haar eigen geschiedenis tot nu toe beschrijft, zonder opsmuk of effectbejag, zelfs zonder al te veel gepsychologiseer: een vrouw die haar ziel opent, voor de lezer maar ook in een poging zichzelf te begrijpen.
Rouw uitsmeren, zo noemt Mathijsen ergens de gedachten aan haar veel te vroeg overleden vader en hoewel het grootste deel van haar verhaal helemaal niet over haar vader gaat maar over vakanties en avontuurtjes, voel je dat zijn plotselinge verdwijnen haar leven voorgoed heeft getekend. In een vloek en een zucht is hij dood, longontsteking, hartaanval, onderliggend alcoholisme, leverkwaal. De herinnering aan hem leeft verder in het huis dat hij en Alma's moeder ooit hebben gekocht in Italië, en de zomers die de familie daar jaar in jaar uit doorbrengt. Gelukkige, idyllische zomers lijken het, ook na de dood van haar vader, met zwempartijen en dorpsfeesten maar daarnaast getekend door een paar nare herinneringen en angsten, dodemansritten op de scooters van stoere Italiaanse jongens, twee sekservaringen die veel van verkrachtingen weg hebben; Alma wordt er een angstig meisje van dat tegelijk die angsten weet te onderdrukken. Je krijgt sterk de indruk dat ze sommige dingen tegen haar zin ondergaat, als een soort noodlot, en je hoeft geen groot psycholoog te zijn om te vermoeden dat die houding of niet-houding samenhangt met de vroege, ongewilde dood van haar vader. Zelf trekt ze die conclusie niet, ze laat het aan de lezer en dat is maar goed ook. Intussen zouden bijvoorbeeld die twee 'verkrachtingen' heel goed kunnen dienen in de huidige casuïstiek van onvrijwillige seks/verkrachting.
Taal als redmiddel
In dit boek spreekt Mathijsen zich uit, probeert ze grip op haar leven te krijgen en het middel waarmee ze dat doet is de taal, gewone taal, eenvoudige taal, geen hocus pocus, geen ironie, geen hoogdravend intellectualisme - in een stijl die ik 'naturel' zou willen noemen.
Al vanaf het moment dat ze als kind in plaats van sorry te zeggen 'S.O.R.I.' op een blaadje schreef is de taal haar redmiddel geweest: 'Als jong meisje schreef ik al liever dan dat ik praatte. Ook al waren de letters nog zo bibberig, ze stonden er groot en duidelijk. Ik herinner me dat ik me zeker voelde op het moment dat ik ze opschreef, ik hoefde het briefje alleen maar te overhandigen. Ik liet het papier mijn werk doen.' En dat papier doet ook dienst als dompteur van wilde angsten. Soms klinkt ze zelfs lakoniek, bijvoorbeeld als ze het uitmaakt met een vriendje: 'Ik wilde niet langer geadoreerd worden. Ik vertelde het hem op het strand. Hij zei dat hij het zou accepteren, hij zou niet voor me vechten, zo wilde hij niet zijn. Blijkbaar gebeurde dat veel om hem heen. Daarna heb ik hem nooit meer gezien.' In zulke geserreerde, haast kortaffe registraties gaat van alles en nog wat schuil.
De titel van Mathijsens levensverhaal klinkt als een hartenkreet, een hunkering naar onbezorgdheid, maar de ondertoon van haar relaas is er hoofdzakelijk een van pijn. 'Gebrek aan angst voor verdriet' noemt ze haar motivatie ergens en dat is heel raak geformuleerd, ze laat het verdriet toe zonder er in weg te zinken.
Je zou kunnen denken dat Bewaar de zomer vooral een therapeutisch boek is, waarin de schrijfster zichzelf en haar gemis zo genadeloos mogelijk onder ogen komt, maar het is meer dan dat. Het is ook het verhaal van een dertiger die haar volwassenwording beschrijft, het magisch denken van zichzelf afschudt en de naakte waarheden ontdekt. En toch is het ook weer geen ontnuchtering, in de slotregels ziet ze haar vader zitten op een zomers terrasje, karakteristiek rokend, een tijdschrift lezend. Als in een droom; en dat voelde ik toch ook steeds in dit verhaal, dat levenservaringen evengoed waar als illusoir kunnen zijn en dat je die geheimzinnige mix van echtheid en illusie zo precies mogelijk moet kunnen opschrijven, in het besef dat dat nooit helemaal kan en toch moet: 'Ik wil een nieuwe taal met een leger aan woorden die nooit aan betekenis zullen inboeten'. Die ambitieuze poging waagt ze in Bewaar de zomer, met succes.
De Bezige Bij; 192 blz., € 21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.