Vrouwen maken carrière
Dorien De Wit
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : DEWI |
Jeroen Dera
il/pr/17 a
Bij het schoolvak natuurkunde kan leerlingen gevraagd worden hoe lang het duurt alvorens een bal met een bepaalde massa de grond raakt wanneer deze vanaf een hoogte x uit een luchtballon wordt gegooid. De luchtweerstand en de wind mogen daarbij in de regel worden verwaarloosd, want het gaat erom dat die scholieren kunnen rekenen met de valversnelling. Aan dit soort vraagstukken moest ik denken tijdens het lezen van de debuutbundel van beeldend kunstenaar en auteur Dorien de Wit, eindig de dag nooit met een vraag. Zij schrijft daarin: 'alles wijst erop / dat natuurwetten dingen uitsluiten / die onder mijn ogen gebeuren'.
Wat wij waarnemen of zien, stelt De Wit daar feitelijk, strookt niet met de manier waarop de wereld in wiskundige modellen en formules wordt verklaard. Maar gelukkig hebben we de kunst, waarin we ons niets gelegen hoeven te laten liggen aan dat soort wetten. Op de voorzijde van De Wits bundel prijkt een liniaal waarop de cijfers in de verkeerde volgorde afgebeeld staan. Het meetinstrument slaat op hol, want de poëtische waarneming laat zich niet door de centimeters kooien. En helemaal recht is die liniaal trouwens ook niet.
Als eindig de dag nooit met een vraag iets duidelijk maakt, dan is het wel dat de menselijke waarneming fundamenteel onbetrouwbaar is. Geregeld gebruikt De Wit het woord 'trillen' om duidelijk te maken dat we niet te maken hebben met rechte lijnen die de wereld netjes afbakenen. In het openingsgedicht schrijft ze treffend over de illusies die een wateroppervlak kan bieden:
ik let goed op wanneer ik in bad stap
mijn voet verspringt onder het wateroppervlak
ik wiebel mijn tenen om te bewijzen
dat mijn voet nog steeds mijn voet is
Natuurkundigen kunnen aan de hand van de brekingsindex heel precies berekenen hoe ver die voet verspringt, maar de 'ik' in dit gedicht is er mooi klaar mee: zij wordt voortdurend door haar waarneming in de luren gelegd. De Wits debuutbundel is een fundamenteel onderzoek naar de spanning die dat oproept: hoe houd je je staande, als je geen ijkpunt vindt in de wereld die steeds aan je blikveld ontsnapt? En hoe schrijf je daar precies over, als je nota bene vaststelt: 'de wereld groeit sneller dan ik lijnen kan trekken'?
Manisch
Op zichzelf zijn dat geen vernieuwende vragen in de Nederlandse poëzie, maar De Wit laat in eindig de dag nooit met een vraag zien dat ze heel goed met de materie uit de voeten kan. Ze verwoordt haar observaties met een haast vanzelfsprekende nuchterheid, waardoor het soms niet eens opvalt hoe scherp ze zijn. Memorabel zijn de regels waarin ze haar fascinatie voor Google Street View een plaats geeft, waarbij ze de illusie van stilstand genadeloos doorprikt:
vanaf de keukentafel bekijk ik mijn huis van de buitenkant
zie mezelf op Google Street View
verdeeld in twee momenten
mijn bovenlichaam in de deuropening
benen op de stoep
Via de satellietbeelden kunnen we digitaal de hele wereld over reizen, maar wat zien we dan eigenlijk? De Wit vat het prachtig samen in twee regels over een uithoek op het Japanse eiland Hokkaido (een locatie die je pas ontdekt als je in je browser naar de URL gaat die boven het gedicht is geplaatst): 'dit eiland valt uit elkaar in momenten / maar het is hier altijd licht'. De wereld die we via Google te zien krijgen, is een bizarre montage - en daarmee koren op de molen van De Wit, die zelfs het dichtst bij huis, in haar eigen lichaam, geen stabiele basis vindt: 'hoe kun je samenvallen met je lichaam / als je nooit de binnenkant bereikt'?
De filosofische waarnemingstocht die De Wit in haar debuutbundel onderneemt, heeft op een prettige manier iets manisch, en prikkelt het meest als er in de gedichten ook iets anders resoneert. Bijvoorbeeld als een man ongevraagd de wang van de 'ik' aanraakt, en De Wit optekent: 'uren later voel ik nog dat ik een wang heb'. Hier wordt onherroepelijk ook de waarneming van de lezer in het spel gebracht: is hier sprake van een aangenaam gloeien, of van seksisme of zelfs ongewenste intimiteit? Als lezer word je overigens wel vaker impliciet aangesproken - bijvoorbeeld in het gedicht 're: hoe is het', dat De Wit besluit met de gedachte dat kijken 'ook een aanraking is'. Het slaat overduidelijk op haar eigen project, maar net zo goed op degene die over haar schouders meekijken.
Voor die stille waarnemers is eindig de dag nooit met een vraag een fraaie reis, waarvan de route niet met een liniaal uit te stippelen valt. Een gemiste kans is wel dat de gedichten zelf zo keurig afgerasterd zijn. Juist in een bundel waarin wordt benadrukt hoezeer de wereld in beweging is, zou je meer experiment met de bladspiegel en de versificatie verwachten. Wat dat betreft kan Dorien de Wit zich nog niet meten met die andere veelbelovende 'waarnemingsdichter', Bernke Klein Zandvoort, die haar lezers in Veldwerk (2020) alle hoeken van de pagina's laat zien. Maar misschien drukt die beheerste vorm bij De Wit nu juist uit dat ze in poëzie de rust vindt die de alledaagse waarneming haar niet bieden kan. Dan is de dichtkunst een rots: 'het enige wat stilstaat op de wereld is de rots / ik wil op de rots zitten'.
De Arbeiderspers, 80 blz., 18,99 €.
E. Miranda
Een debuutbundel moderne poëzie die voornamelijk centreert rond het fenomeen 'bestaan'. De bundel bestaat uit gemakkelijk te volgen, soepele poëzie, die bijzondere, krachtige en scherpe gedachten en perspectieven beschrijft. Zeer subtiele metaforen in heldere taal weten enorm diepe beelden weer te geven. Subjectiviteit heeft een belangrijke rol. Telkens komt de boodschap naar voren dat uiteindelijk al het bestaan slechts in het eigen bewustzijn aanwezig is en daarmee onderworpen is aan persoonlijke subjectiviteit en ervaring en dus in feite door subjectiviteit gevormd wordt. Het verdwalen en de verlorenheid die hieruit voortvloeien komen ook aan de orde, zowel als de twijfel en keuzes die ermee gepaard gaan. Op ongeforceerde wijze komen moderne, actuele zaken als winkels, internet, URL's en dergelijke voorbij. De Wit volgde schrijf- en kunstopleidingen en werkt als beeldend kunstenares en schrijfster. Ze ontving reeds meerdere prijzen, nominaties en beurzen voor haar werk en heeft al vele exposities genoten. Het betreft toegankelijke, doch rijke poëzie voor een brede doelgroep. Poëziedebuutprijs 2022.
Janita Monna
il/pr/03 a
We reizen dan wel minder vaak, maar nog steeds kan de trein waarin je zit vertraging hebben. Dan kun je om de tijd de doden voor de zoveelste keer het nieuws op je telefoon gaan checken. Je kunt ook gaan dwalen in je verbeelding en plannen bedenken. Ogenschijnlijk eenvoudige, concrete plannen, maar met grootse effecten. Dorien de Wit doet een voorzet: 'een heel dorp van oost naar west verschuiven/ tegelijk met de draaiing van de aarde/ zodat in het dorp geen tijd meer verstrijkt'. In haar onlangs verschenen debuut Eindig de dag nooit met een vraag staan meer van dit soort prikkelende ideeën.
De Wit won in 2017 de Turingwedstrijd met haar gedicht 'Legenda'. Daarin liet ze al zien: in haar werk is druk grensverkeer tussen werkelijkheid en verbeelding. Haar gedichten zijn te lezen als pogingen om met een steeds kantelend perspectief grip te krijgen op wat zich in en om haar heen beweegt. Bijvoorbeeld omdat daar dingen gebeuren die het verstand te boven gaan:
'ik kreeg eens heel slecht nieuws/door de schok verschoof ik in mijn lichaam/ sindsdien is er iets veranderd/ zitten mijn ogen op de verkeerde plek/ besta ik niet meer recht achter mijn gezicht'
Om de wereld weer kloppend te krijgen, gaat De Wit, die ook beeldend kunstenaar is, die als het ware met een liniaal te lijf. Dat leidt tot heel bewuste gedichten, vol ingenieuze beelden; gedichten waarin de werkelijkheid soms even maakbaar lijkt - je kunt een vliegtuig laten verdwijnen, door een vinger tussen je oog en het luchtruim te schuiven - om vervolgens vast te stellen dat alles wat beweegt zich aan een strakke regie onttrekt: 'de wereld groeit sneller dan ik lijnen kan trekken'. Verschuivende perspectieven leiden tot vervreemdende ervaringen - 'vanaf de keukentafel bekijk ik mijn huis van de buitenkant/ zie mezelf op Google Street View/ verdeeld in twee momenten'.
Gedachten over afscheid, vertrek, een verlangen naar houvast, 'heelalangst', de wens het lichaam weer passend te krijgen, De Wit omkleedt het met bedrieglijk kalme regels. Behoedzaam sust ze existentiële angsten. Soms is denken aan werkzaamheden aan het spoor genoeg: 'gelukkig: terwijl ik slaap/ zijn mensen in de weer/ om de wereld overeind te houden/ een man giet een roodgloeiende brij in de tramrails'.
Dorien de Wit, Eindig de dag nooit met een vraag, De Arbeiderspers; 80 blz. € 18,99.
Janita Monna schrijft wekelijks over poëzie.
legenda
een lijn op papier is een grens tussen twee vlakken
een golvende lijn betekent dat de grens beweegt
twee golvende lijnen onder elkaar zijn water
mijn vingertoppen maken afdrukken op alles wat ik aanraak
elke vinger heeft een eigen patroon als hoogtelijnen op een plattegrond
ik laat een spoor achter op de tafel, de potloden, mijn glas
in de bergen is de horizon een golvende lijn
staand op een berg ben ik onderdeel van die lijn
ik pak de bovenste steen en verander de horizon
de steen is een bergtop die in mijn handpalm past
ik gooi de bergtop in het dal
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.