Het zwarte boek : een Moskouse legende
Genadi Roesski (Auteur), Emmanuel Waegemans (Vertaler), Michail Zlatkovski (Illustrator)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Benerus, 2021 |
VERDIEPING 3 : STAMPKOT : YOUNG ADULT : ROES |
Besprekingen
Die mesthoop, genaamd de ziel
Johan De Boose
i /ul/17 j
Onlangs verschenen vertalingen van twee Russische romans die zo erg van elkaar verschillen dat ze vreemd genoeg op elkaar lijken. Dat is een illustratie van de Russische ziel, beste lezer, die u, als u geen Russisch bloed hebt, nooit zult begrijpen. De Russische ziel bestaat bij gratie van zijn tegendeel: de zielloosheid en de spot.
De eerste roman heet De geschoren mens, geschreven door Anatoli Mariëngof en gepubliceerd in Berlijn in 1930. De tweede, Het Zwarte Boek van Gennadi Roesski, is verschenen in Frankfurt in 1960. Het zijn parels van de twintigste-eeuwse Russische literatuur en omdat ze ontstonden in de ijzige realiteit van de Sovjet-Unie waren ze ook parels voor de zwijnen. Je zou ze schelmenromans kunnen noemen, waarin de personages door scha en schande op hun eind afstevenen. De romans zijn ouderwets en vernieuwend tegelijk en bouwen op de grootse negentiende-eeuwse verteltraditie van Gogol, Poesjkin en Dostojevski. Zwarte humor is de rode draad.
Knettergek
Anatoli Mariëngof (1897-1962): zelfs in Rusland is hij een illustere onbekende. Hij was een aristocraat, wiens vader werd gedood in de nasleep van de revolutie van 1917.
In de eerste jaren van de Sovjet-Unie bleek snel dat er voor een artistieke revolutie geen plaats was. Mariëngof was op z'n zachtst gezegd een hemelbestormer, officieel was hij een 'imaginist'. Iedere kunstenaar hing wel een of andere isme aan als reactie tegen een ander isme, ook al was niet steeds duidelijk op welke manier. Het imaginisme verzette zich tegen het futurisme van Majakovski, die er tegelijk de vader van werd genoemd. Naast imaginist was Mariëngof een cynische schandaalschopper, die met elke tekst nieuwe vijanden maakte. Zo schreef hij ook nog Cynici, over het leven van intellectuelen tijdens de revolutie, en Een roman zonder leugen over het huwelijk van zijn boezemvriend, de dichter Sergej Jesenin (sindsdien niet langer zijn boezemvriend) met danseres Isadora Duncan.
De geschoren mens is, voorzichtig uitgedrukt, knettergek. Het verhaal is dun en messcherp, de stijl cynisch én poëtisch, hoewel de auteur zegt dat je 'poëzie moet bestrijden als een maagstoornis'. De driftkikker Tititsjkin zit op het gymnasium van Penza en wordt tot over zijn knapenoren verliefd op de nieuweling Sjpreegart. Het hele verhaal schommelt tussen haat en passie, tussen tederheid en sadomasochisme. De homo-erotiek is constant latent aanwezig. De metaforen vliegen je om de oren. Mariëngofs beschrijvingen zijn verpletterend. Zijn beelden zijn 'een martelend genot' - voor wie zich openstelt. Gebouwen lijken op mensen, kranten op kanten onderrokken. Paardendrollen zijn voor Mariëngof 'bolussen die hun ronde gouden noten rondrollen'. De stad 's ochtends: 'Mist is over de stad gestroomd als uit een rauw ei.' Niets ontsnapt aan Mariëngofs verslindende blik: hij gluurt door ramen, liefst in slaapkamers. Weinig proza evenaart zijn cynische visie op het huwelijk. Het is afschuwelijk mooi, op een prachtige manier wreed, poëtisch gruwelijk, romantisch cynisch en bovenal platvloers intellectualistisch. Een en al paradox!
Overigens heeft het boek - wat had u gedacht? - geen happy end. De knaap hangt zijn aanbiddelijke Sjpreegart op 'met het koord van het overgordijn. Het koord eindigde in een zware kwast met de kleur van zeildoek dat op kompressen gelegd wordt. De kwast hing aan zijn onderkaak als een baard.' De geschoren mens geeft een beeld van de prachtige mesthoop genaamd menselijke ziel.
Ketters
Even gestoord is Het Zwarte Boek van Gennadi Roesski, die eigenlijk Genrich Goenin heet. Zijn naam is pas bekend sinds de val van het communisme. De verteller is een plaagzieke, roddelende, drankzuchtige zwamneus, in één woord 'een echte Moskoviet'. Hij spreekt ons toe alsof we samen met hem in de kroeg zitten (omstreeks 1920) en hem alleen nu en dan op een glaasje moeten trakteren, zodat de waarneming wat troebeler wordt.
Roesski's stijl is volks, ouderwets en direct, in zekere zin ook gevaarlijk, want door zijn geklets zou hij weleens in de meest gevreesde gevangenis van Rusland, de Loebjanka, kunnen belanden.
Bij mijn weten is er in de Russische literatuur niet zoveel geschreven over de gevolgen van de 'afschaffing' van de religie onder de Sovjets. Vervolging en moord waren aan de orde van de dag. Roesski beschrijft wat de mensen misten: klokkengelui op Pasen, bijvoorbeeld, of de drukte bij de kerkpoort. Het gemis werd door de Sovjetburgers gecompenseerd door verhalen. Zo zou er een boek bestaan, dat werd ingemetseld in de Soecharevtoren in Moskou omdat het macht kon verschaffen over de wereld, boze krachten kon bezweren en een verschrikkelijke waarheid zou bevatten. Iedereen wil het Zwarte Boek bezitten, zelfs Stalin, en de enige die kan helpen is een monnik die wordt geterroriseerd door zijn criminele zoon. De duivel en God spelen onder een hoedje; 'onzuivere' en 'zuivere' zielen ruilen van plaats. De Joden komen er bekaaid af, omdat zij als aanstichters worden gezien van de revolutie: 'Het volk dat de Redder heeft voortgebracht zal ook de vernielende antichrist voortbrengen.' Toen de roman verscheen in 1960, werden de antisemitische passages geschrapt; nu staan ze er onverbloemd in, uiteraard met commentaar. Het is allemaal ongegeneerd ketters, met knipogen naar Dostojevski en Boelgakov.
De kern is het kafkaëske zesde verhaal. Het schetst de Sovjet-Unie als een maatschappij waarin de burger gedwongen wordt om te bekennen wat hij niet heeft gedaan: 'Het tribunaal bij ons is streng, iedereen wordt voor onbepaalde duur veroordeeld, een andere straf is er niet. Als je bij ons belandt, ben je ook schuldig.' Het doet denken aan - ik noem maar wat - de situatie van de Wit-Russische journalist Roman Protasevitsj anno nu.
De toren is inmiddels afgebroken en het boek nog steeds spoorloos, maar de verschrikkelijke waarheid blijkt tijdloos te zijn.
Deze beide boeken, ontstaan op cruciale momenten in de Sovjet-Unie, mogen dankzij de scherpzinnige blik van hun auteurs worden bijgezet in de galerij van klassiekers over de ondoorgrondelijke Russische ziel. Alle lof voor de vertalers en hun inzet om ze voor ons toegankelijk te maken.
ANATOLI MARIËNGOF De geschoren mens. Vertaald door Robbert-Jan Henkes, Pegasus, 160 blz., 18,50 €.
GENNADI ROESSKI Het Zwarte Boek. Een Moskouse legendeVertaald door Emmanuel Waegemans en geïllustreerd door Michail Zlatkovski, Benerus, 182 blz., 20 €.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.