Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KWON |
Besprekingen
Wat doet Phoebe in godsnaam bij die sekte?
Marnix Verplancke
ua/an/18 j
Op het dak van een New Yorks flatgebouw zit een stel jongeren. Ze houden de klok nauwgezet in de gaten, tellen af en barsten in juichen uit wanneer even verderop een ziekenhuis de lucht in gaat. Er worden wijnflessen opengetrokken en er wordt getoost. Dat dit het begin moge zijn van een glorierijke campagne, lachen ze, waarbij nog veel meer abortusklinieken een autobom voor de deur krijgen.
De jongeren maken deel uit van een Koreaans-Amerikaanse sekte van fundamentalistische christenen die geleid wordt door John Leal, een student die op een dag naar het zuiden van China trok om van daaruit Noord-Koreaanse vluchtelingen naar Seoel te smokkelen, in een Noord-Koreaans heropvoedingskamp belandde en omwille van zijn Amerikaanse nationaliteit na drie maanden terug naar China werd gestuurd. John Leal werd er een gelouterd man door, iemand die altijd op blote voeten loopt en zijn christelijke boodschap als een nieuwe Jezus brengt, langzaam en vol mededogen.
Op een dag krijgt studente Phoebe een briefje van hem in de hand gestoken terwijl ze gewoon over straat loopt. Ik weet allerlei feitjes over jou, fluistert John Leal haar toe, en wanneer ze het briefje openvouwt leest ze: 'Bel me als je het zat bent dit leven te verspillen.'
En dat doet Phoebe, want na het ongeluk waarbij zij aan het stuur zat en haar moeder het leven liet, is ze aan het zwalpen gegaan. Veel te veel drank en wilde vrijpartijen. Misschien zal John Leal haar rust en een doel in het leven brengen, denkt ze.
In de roman Vuurgeesten beschrijft de Koreaans-Amerikaanse debutante R.O. Kwon hoe Phoebes vriendje Will probeert te begrijpen waarom ze zo makkelijk een jejah of volgelinge werd van die charlataneske, blootsvoetse goeroe, en hoe deze haar zo ver kreeg dat ze op het dak van een flatgebouw een aanslag op een abortuskliniek zat te vieren.
Kwon introduceert drie vertellers, Phoebe, Will en John Leal dus, en wat daarbij opvalt is dat geen van de drie te vertrouwen is. Is die John Leal wel echt in China of Noord-Korea geweest, vraagt Will zich bijvoorbeeld af, of beweert hij dat alleen maar om zichzelf een mysterieus en interessant aura aan te meten en zo makkelijker aan Phoebes erfenis te geraken?
Maar in hoeverre is Will zelf wel wie hij voorhoudt te zijn? Zo is hij er bijvoorbeeld niet happig op om te bekennen dat hij een beursstudent is en dus van veel bescheidener komaf dan de mensen met wie hij dagelijks omgaat.
Striemen op de rug
En dan is er Phoebe natuurlijk, de voormalige pianovirtuoos die verzwijgt dat haar moeder niet op slag dood was na het ongeval, maar dat ze nog een tijd ademde, en die de striemen op haar rug probeert te verbergen voor Will. Al die schimmigheid maakt dat je als lezer in feite nooit echt weet wat er gebeurt in Vuurgeesten. Er is geen echt sluitende verklaring voor Phoebes overgave aan John Leal, ook al probeert Will die wel te geven.
Van de drie vertellers is Will trouwens de belangrijkste, en de meest gelaagde. Net als Phoebe, de dochter van een predikant met een eigen kerkgemeenschap, heeft hij een religieuze achtergrond en weet hij dus waar John Leal het over heeft. Als tiener raakte hij verslingerd aan het christendom. Zijn moeder was in een zware depressie beland en het geloof bood een uitkomst voor hem, en voor zijn moeder trouwens ook, want vijf maanden later liet ze zich dopen.
God bood een antwoord op al zijn vragen, al voelde hij zich wel beledigd toen op een paar kilometer van zijn woonplaats Jezus verscheen in een sneetje verbrand brood. Natuurlijk geloofde hij in godsverschijningen in huiselijke sfeer, waarbij de Mensenzoon verscheen in een propje folie, een verfvlek, een pot jam of zelfs de anus van een keeshond, maar waarom had God hem overgeslagen en was hij een eind verderop verschenen? Het was de vraag die zijn geloof aan het wankelen bracht. En na het wankelen kwam de val, want aan de universiteit is Will al lang geen gelovige meer.
Maar het is wel zijn kennis van wat het betekent om echt te geloven die hem meer inzicht geeft in wat er loos is met Phoebe. Mensen denken altijd dat ongelovig worden een bevrijding is, zegt hij, maar het is ook een verlies, van de vreugde die je voelde toen je nog echt in Hem geloofde, en waarvan je weet dat je die nooit meer zult voelen.
John Lean en zijn sekte zijn geen gelovigen, kan hij daardoor alleen maar besluiten. Zij kennen de vreugde niet, maar alleen de vertwijfeling, en om die te bestrijden gaan ze over tot daden die hun devotie moeten bewijzen, aanslagen dus.
De Arbeiderspers, 215 p., 20 euro. Vertaald door Jeske van den Velden.
J. Hodenius
Genuanceerde en veelgelaagde debuutroman van de Koreaans-Amerikaanse auteur (1983). Will Kendall, student aan een van Amerika’s elite-universiteiten, probeert te begrijpen waarom zijn half-Koreaanse vriendin Phoebe Lin, lange tijd het feestbeest op de campus, steeds meer betrokken raakt bij een religieuze sekte (‘Jejah’ genaamd) die onder leiding staat van de charismatische John Leal. Is het omdat ze zich schuldig voelt over de dood van haar moeder? Will, een atheïst met spirituele fantoompijn, begrijpt het hierdoor deels. Hij loopt zelfs een tijdje mee, maar na één kritische vraag en een wanhoopsdaad verlaat Phoebe hem. Als de groep uiteindelijk een bomaanslag op enkele abortusklinieken pleegt en zij als hoofdverdachte wordt gezien, kan hij dat niet geloven. In korte in retrospectief geschreven hoofdstukken sticht de auteur bewust verwarring door foute persoonsvormen en verschillende perspectieven te mengen. De thema’s geloof, verlies, schuld, twijfel en liegen komen genuanceerd en geloofwaardig over.
Wat drijft de sekteleden?
Rob Schouten
ua/an/25 j
Sektarisme is in Amerika, met zijn talloze religieuze demoninaties, altijd een populair literair onderwerp geweest. Een van de bijzonderste boeken op dit gebied is 'Wise Blood' (door John Huston verfilmd) van de vroeggestorven schrijfster Flannery O'Connor, over een krankzinnige eenmanssekte van een uit de verwoestende oorlog teruggekeerde zonderling. De daar gesuggereerde gedachte dat er een ontwrichtende, nihilistische ervaring ten grondslag moet liggen aan deelname aan een sekte proef je ook in 'Vuurgeesten', het in Amerika de hemel ingeprezen, opmerkelijke debuut van de Amerikaans-Koreaanse R. O. Kwon.
Hoofdpersoon Phoebe geeft zichzelf de schuld van de dood van haar moeder bij een auto-ongeluk en laat zich, langzaam maar onontkoombaar, inpalmen door de Jejah-sekte, een christelijke, voornamelijk door Koreaanse immigranten bevolkte club fanatici onder leiding van hun charismatische leider John Leal. Ook Phoebe's vriend Will, met een eveneens getroubleerde geschiedenis, doet mee maar naar eigen zeggen vooral om de sekte en haar leider als oplichters te ontmaskeren. Zo beweert John Leal dat hij door Noord-Korea is ontvoerd en gemarteld, maar weer over het ijs van de grensrivier naar China is teruggestuurd, iets wat volgens Will helemaal niet waar kan zijn. Maar het verhaal van Phoebe over haar moeders dood verandert eveneens voortdurend, terwijl je ook niet goed greep krijgt op de voorgeschiedenis van Will zelf. In feite staan alle levensverhalen in 'Vuurgeesten' op losse schroeven; ik lees daar toch verkapte skepsis in ten aanzien van de gedachte dat je voor deelname aan een sekte wel enigszins getraumatiseerd moet zijn.
Ook rond de terroristische daden van de sekte hangt een waas van geheimzinnigheid, heeft Phoebe nu wel of niet die aanslag gepleegd? Je komt er niet achter. Het obligate gezwatel van John Leal, de profetische half-Koreaanse sekteleider zelf, draagt niet bij tot helder inzicht, het onttrekt zich nadrukkelijk aan de ratio: "Het zou zwak zijn om te veel te vertellen, om het uit te leggen. Het kon de verkeerde indruk wekken. De Heer staat boven het waarom. Ook aandringen is een belediging; geef me, smeken we en stellen Hem zo op de proef. Nieuwsgierigheid is misprijzen. Heer, vergroot mijn verbijstering, konden ze beter vragen."
Wie 'Vuurgeesten' uitgelezen heeft weet nog steeds niet goed wat de motieven en gedachtenwereld van de sekteleden zijn en dat is denk ik een van de boodschappen in dit boek: denk maar niet dat je de psychologie van een sekte zomaar kunt doorgronden. Maar als gezegd, 'Vuurgeesten' trekt toch vooral de aandacht door de manier waarop het geschreven is. Verre van de vaak gelikte, soepele, meeslepende stijl van veel Amerikaanse vertellers, hangt er een vreemde, hallucinante sfeer in het boek door de nu eens hoekige dan weer associatieve manier van schrijven. Kwons stijl roept het sektarische denken op. Ze zoomt in en uit in al die gekwelde geesten en soms weet je niet in welke gedachtengang je je nu precies bevindt. Een van de meestzeggende maar terloopse zinnetjes vond ik deze: "Maar ik ben een immigrant, zei Phoebe, immigranten geloven niet in psychologen. De Koreanen die ik gekend heb zouden het zien als een gebrek aan wilskracht, als iets wat alleen andere etnische groepen overkomt: zoiets als lui zijn, of een slechte dochter." Die geest waart ook door dit boek, psychologie verklaart en baat weinig, de mens is nu eenmaal ten prooi aan duistere krachten.
Kwon heeft door haar vervreemdende blik en stijl die donkere kanten van op het oog gewone, intelligente mensen, mooi in beeld gebracht, niet door er van boven- of buitenaf naar te kijken maar door het eigenaardige en ondoordringbare karakter van religieuze bezetenheid op een bezielde en ook haast apocalyptische wijze op te roepen. Een beetje verontrustend, dat ook.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.