De verdwijnkunstenaar
F. Starik
F. Starik (Auteur), Vrouwkje Tuinman (Samensteller), Lolies Van Grunsven (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : STAR |
Mr. J.J. Groen
F. Starik (pseudoniem van Frank von der Möhlen, 1958-2018, dichter, schrijver, beeldend kunstenaar) rookte en dronk zijn hele leven te veel. In 2017 kreeg hij een zwaar hartinfarct. De voormalige stadsdichter van Amsterdam beschrijft hoe hij daarmee en met zijn poging gezonder te leven probeert om te gaan. Hij denkt aan de dood en hoe hij hoopt te sterven. Tegelijk vertelt hij over zijn omgang met zijn demente moeder in verzorgingshuis Westhaven. Daarmee is dit een vervolg op zijn boek 'Moeder Doen' (2013)*. Starik overleed zeven maanden na het infarct aan hartstilstand. Zijn grote liefde Vrouwkje Tuinman vond daarna deze teksten in zijn pc en bezorgde deze samen met Lolies van Grinsven. Dit leidt tot een zeldzaam indringend postuum autobiografisch verhaal, geschreven in de zeer verzorgde en toegankelijke taal en stijl die Starik kenmerkt: ongepolijst maar buitengewoon beeldend.
Jann Ruyters
rt/aa/23 m
Is je zoon schrijver, dan weet je dat er vroeg of laat een boek over je komt. De huidige trend is dat dat boek eerder laat komt dan vroeg, zo tegen de tijd dat de zoon moet gaan moederen over zijn oude moeder. Zie daar intieme vreemden die gedwongen worden tot een nadere kennismaking op het moment dat het afscheid al is ingezet. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig, maar levert voor de zoon wel stof tot schrijven op.
Voorafgaand aan de Boekenweek verschijnen nu naast Murat Isiks Boekenweekessay 'Mijn moeders strijd' ook een bundeling van Marcel van Roosmalens moedercolumns 'Het zijn de kleine dingen die het doen', Nico Dijkshoorns memoir 'Ooit gelukkig', en 'Klaar. Afscheid van moeder en zoon' van de vorig jaar overleden F. Starik. De zoon schippert tussen idealisering en afkeer, vertelt de klassieke psychoanalyse, en die theorie staat nog steeds, zo blijkt uit deze moederboeken.
Dat geldt overigens het minst voor de jongste auteur met ook de jongste moeder in dit gezelschap. Murat Isiks moeder Aynur, geboren in 1953, komt uit een 'stoffig dorp zonder stromend water of elektriciteit', sterft als klein kind bijna in een van de ijzige Turkse winters, maar overleeft en blijft de rest van haar leven in die overlevingsstand; een vechtjas die niet helemaal is opgewassen tegen de onderdrukkende regels in de Turkse schaamtecultuur, maar zich er toch aan zal ontworstelen. "Jij zal straks je benen openen voor iemand anders maar mijn zoon blijft altijd bij mij en zal mij verzorgen", hoort ze van haar moeder als ze als meisje dat liever een jongen wil zijn in opstand komt tegen haar traditionele bestemming. Een aardbeving brengt redding. Het gezin belandt in het moderne Izmir en Aynur kan als veertienjarige als huishoudelijke hulp aan het werk bij een modern jong wijndrinkend stel dat haar stimuleert zich verder te ontwikkelen. De echtgenoot komt er toch, en na Duitsland volgt een nieuw leven in de Bijlmer; Isik portretteerde haar al indirect in zijn roman 'Wees onzichtbaar'. De moeder schikt zich niet in haar huismoederrol, gaat naar het Joke Smit College en vindt een baan bij het AMC. Van haar eerste eigen geld koopt ze een exemplaar van 'De vrouw heeft geen naam' van de feministische Duygu Asena, een rolmodel, deze schrijver die ze eerder niet mocht lezen.
Voor dit niet ver reikende maar zeker boeiende gelegenheidsportret ging dertiger en zelfverklaard feminist Murat Isik in gesprek met zijn nu bijna gepensioneerde moeder. Ze komt op de koffie, ze kijken samen terug, analyseren het verleden. Duiding waar de drie andere, oudere auteurs niet (meer) aan toekomen, en klaarblijkelijk nooit aan toegekomen zijn.
Dat laatste geeft Nico Dijkshoorn volmondig toe in zijn 'Ooit gelukkig', een wonderlijk memoir van de DWDD-huisdichter die zich hierin eerst excuseert voor zijn vorige boek 'Nooit ziek geweest', waarin hij afrekende met zijn dominante vader, dan zegt dat hij het over zijn moeder wil gaan hebben, vervolgens bedenkt dat hij niets weet van zijn moeder, en de rest van het boek wijdt aan zijn door tia's en paniekaanvallen geteisterde zelf.
Moeder Nel - een pittig type, zo begrijp je wel uit wat opgetekende woordenwisselingen tussen moeder en zoons - blijft zo verborgen achter een mist van spijt om nooit gestelde vragen. Ze las Theo Thijssen en Roald Dahl, begrijpt Nico uit haar boekenkast. Ze kon met blote handen een appel breken, kocht graag dingen op de markt, voelde aan camembert, zo graaft hij op uit zijn geheugen, maar verder komt hij niet.
Deze generatiekloof stemt wat mismoedig. Ook in de geestigere en scherpere boeken van Marcel van Roosmalen en wijlen F. Starik moet je tegendraads aan het lezen gaan om een beeld te krijgen van de vrouw achter het 'genadeloze' moederportret. Die vrouw veranderde voor hun tijd al in een moeder, logisch, maar nu die moeder langzaam aan het verdwijnen is, komt er niet iets nieuws. Wat rest zijn irritaties en ergernissen die stammen uit moeizame gezinslevens met eigenwijze mensen 'die altijd alles benoemden' (Van Roosmalen) en 'die er niet in slaagden op een vanzelfsprekende manier zichzelf en bij elkaar te zijn' (F. Starik). Beide schrijvers hebben zich toen ze het ouderlijk huis verlieten vast Reviaans afgezet tegen het burgerlijk gezinsleven met 'PVV-voedsel' en eeuwig sport op tv. Maar ook als volwassenen zijn ze slecht opgewassen tegen rituelen en geredder. Van Roosmalen zucht over de terloopse kam door het haar, het eeuwige geleur met versnaperingen. "Wil je een appel? Wil je een banaan? Wil je yoghurt? Wil je chocola?"
Marcel van Roosmalen zet het wel heerlijk droog en onvoorspelbaar neer, die botsingen tussen onverdraagzame zoon en koppige moeder. Je blijft aan het grinniken om zijn schermutselingen met die halfdove moeder 'van wie er steeds meer en steeds minder is' en die te pas en te onpas haar overleden echtgenoot erbij haalt om haar toch al uitgesproken meningen kracht bij te zetten. "Ik had mijn vader nooit over dat soort dingen gehoord maar postuum had hij het opeens over defecte staafmixers, verdwenen sleutelbossen, een nieuw tosti-ijzer, internetbankieren, de onbegrijpelijke handleiding van het gehoorapparaat en dat er te veel aardbeiengebak was gekocht", noteert de zoon.
Running gag in deze bundel vormt de in moeders Velp eveneens gewortelde Jan Siebelink; de beroemde schrijver die moeder een aandachttrekker vindt met zijn voorkeur voor gekleurde schoenen en een raceauto, en die tot haar ongenoegen vaders rust op het kerkhof verstoort omdat daar altijd Siebelinkpelgrims rondstruinen die 'het gat in de heg' uit 'Knielen op een bed violen' willen bekijken.
Ook geestig soms, maar schrijnender is F. Stariks postuum verschenen 'Klaar'; het vervolg op 'Moeder doen', schrijnend niet alleen omdat de schrijver anders dan zijn plan was, nu eerder dan zijn oude moeder (90 inmiddels) gestorven is. De verteller beziet zijn dementerende moeder in het verpleeghuis als 'een antropoloog een uitheemse stam'. De geestdodende herhaling van alles wordt met scherpe blik en ironie bestreden. Vrolijk stemmend is het zich herhalende uitje naar het Amsterdamse Stedelijk Museum (ik had best naar Artis gewild, sputtert F.), georganiseerd door 'Stedelijk onvergetelijk: rondleidingen voor mensen met Alzheimer en hun mantelzorgers'.
F. Starik schrijft alles op, van poepvegen tot spraakverwarringen, "om samenhang en betekenis te kunnen geven aan proces dat volstrekt ongecontroleerd verloopt". Laat zij steeds blijmoediger knellende verplichtingen varen, hij zit er steeds meer mee. "Ik zie er tegen op", schrijft hij. "De herfst, de winter, binnen moeten zitten op dat kamertje van haar. De waterkoker op het buffet, het heftige schudden met een zakje in een met bruine aanslag bedekt, nauwelijks omgespoeld kopje, het zakje dat zodra het kleur afgeeft haastig wordt teruggetrokken uit het schuimende water en te rusten wordt gelegd op het papieren omhulseltje op het buffet, naast de andere ingedroogde zakjes." Je voelt die te hoge verwarming in het verpleeghuis, zoals je ook de 'met een veel te dikke laag halvarine besmeerde krentenbol' die meegaat op excursie.
Ook 'Klaar' biedt niet zozeer een moederportret, als wel een scherpe, heldere uitsnede van oer-Hollandse benauwenis. Die ook iets zegt over deze generatie zoons en moeders, en die daarin (hopelijk) door een veranderende tijdgeest zal worden ingehaald.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.