Dagboek 1935-1944 : de alom gerespecteerde banaliteit van het kwaad
Mihail Sebastian
Mihail Sebastian (Auteur), Jan Willem Bos (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SEBA |
Karen Billiet
te/ep/07 s
'Het is me altijd moeilijk gevallen om deze twee woorden simpelweg uit te spreken: mijn vaderland. Van kind af aan ben ik het gewend dat er vraagtekens werden geplaatst bij mijn oprechtheid.' De naamloze verteller in Sinds tweeduizend jaar groeide op aan de oevers van de Donau in Roemenië. Met dat landschap voelt hij zich sterker verbonden dan met zijn joodse wortels. De intellectuele kringen waarin hij verkeert, zien het andersom.
De Roemeense schrijver Mihail Sebastian (1907-1945), een pseudoniem voor Iosif Hechter, legde in dit boek veel van zijn eigen ervaringen. Net als het hoofdpersonage leefde hij tijdens het interbellum in Boekarest, op dat moment een bruisende cultuurstad. Met toneel, proza en journalistiek werk veroverde Sebastian er zijn plek. Hij rekende denkers als Emil Cioran en Mircea Eliade tot zijn vrienden. Samen koesterden ze een mateloze bewondering voor de filosoof Nae Ionescu. Maar Ionescu was behalve een vooraanstaande intellectueel ook een rabiate jodenhater. Deels onder zijn invloed beheerste antisemitisme het politieke en intellectuele debat. In zijn dagboeken getuigde Sebastian hoe zijn prominente vrienden hem een na een de rug toekeerden vanwege zijn joodse afkomst.
Sebastian verdroeg de onverdraagzaamheid. Paradoxaal genoeg leverde hij bijdragen aan het extreemrechtse blad van Ionescu. Maar in 1934 publiceerde hij met Sinds tweeduizend jaar een getuigenis over het alomtegenwoordige antisemitisme. Aan het begin van het boek vertelt een joodse student hoe medestudenten hem mishandelen en de toegang tot de collegezaal ontzeggen. Zo begint een innerlijke zoektocht naar zijn plaats in de samenleving. In elk hoofdstuk schuiven we een paar jaar op en verkeert de verteller in een nieuwe omgeving.
Joden als obstakel
Tijdens zijn studies raakt hij in de ban van de charismatische professor Ghita Blidaru, die pleit voor protectionisme en nationalisme. Later gaat hij aan de slag bij de modernistische architect Mircea Vieru, die voor een Amerikaans bedrijf een olieraffinaderij ontwerpt op het Roemeense platteland. De boeren komen in opstand tegen dit radicale toekomstvisioen. In de cafés van Boekarest ontmoet hij de revolutionair Stefan Pârlea, die met geweld de maatschappij wil hervormen. En in Parijs observeert hij de amorele arts Maurice Buret, die de levens van anderen manipuleert. Eén ding hebben die personages gemeen: ze zien de joden als een obstakel voor hun plannen.
Maar zoals uit de vele ontmoetingen van onze verteller blijkt, zijn 'de joden' allerminst een monolithisch blok. Boekhandelaar Abraham Sulitzer pleit voor het Europese jodendom dat tot stand gekomen is in de getto's. Volgens de zionist Marcel Winkler kunnen de joden alleen zichzelf zijn in een eigen staat. De marxist S.T. Haim ziet in het zionisme dan weer 'een kapitalistische valstrik, want het gaat ten koste van de Arabieren'.
Kwetsbaar
Door die wisselende invalshoeken geeft het boek een goed beeld van de ideeënstrijd die tussen de twee wereldoorlogen losbarstte. Het lezen vergt concentratie, maar het is genieten van de eloquentie waarmee al die visies tot leven komen. Met dank aan de bevlogen vertaling van Jan Willem Bos.
De verteller vindt in geen van die meningen zijn gading. Maar door de vele ontmoetingen groeit de angstige student uit tot een onafhankelijke geest die weerwerk biedt. Dat mondt uit in een vlammend betoog waarin hij antisemitische gemeenplaatsen ontkracht. Het is frappant hoe goed Sebastian in 1934 al aanvoelde wat er op til was. 'Als ik erbij stilsta, is het ergste niet dat drie jongens op een straathoek “dood aan de joden” kunnen gaan staan roepen, maar dat hun geschreeuw onopgemerkt blijft, zonder op verzet te stuiten, als het gerinkel van een tram.'
Sinds tweeduizend jaar maakt pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar je bent als je tot een minderheid behoort. In dat opzicht blijft het boek actueel. Eerder dit jaar verscheen bij de kleine uitgeverij Vleugels een vertaling van Sebastians verhalenbundel Vrouwen. En na deze roman hebt u ongetwijfeld de smaak te pakken.
Vertaald door Jan Willem Bos, De Bezige Bij, 256 blz., 19,99 € (e-boek 12,99 €).
Olaf Tempelman
em/ov/03 n
Wie weet dat een schrijver Joods was, in 1907 in Roemenië werd geboren en daar in 1945 omkwam, koestert vermoedens over de doodsoorzaak, maar Mihail Sebastian, geboren Iosef Hechter, werd niet vermoord maar overreden. Deze schrijver, die ternauwernood de Holocaust overleefde, liep in Boekarest onder een vrachtwagen van het Rode Leger.
Van een auteur die net zo bekend had kunnen worden als Primo Levi of Imre Kertész, resteerde een oeuvre van jeugdwerk uit het interbellum, in het Roemenië van na 1945 de facto enkele toneelstukken die op het repertoire bleven staan. Dat Sebastian een halve eeuw na zijn dood alsnog wereldberoemd werd, had alles te maken met het verstrijken van het embargo op het dagboek dat hij tussen 1935 en 1944 had bijgehouden. Dat dagboek veroorzaakte vijftig jaar na het verongelukken van de auteur éérst een schok in Roemenië en vervolgens daarbuiten.
Aan de hand van pijnlijk concrete ervaringen beschrijft Sebastian hoe grote denkers en schone geesten in Boekarest diep in de antisemitische drek wegzakken - door denkfouten, verblinding, opportunisme of een morbide modebewustheid. In dit Europa van niet eens zo lang geleden is antisemitisme geen liefhebberij van internettrollen, jihadi's en haatimams, het tiert welig in bovengrondse salons en vloeit in vele variaties uit de monden van ogenschijnlijk respectabele Europeanen.
Dit Europa had Sebastian al beschreven in een tijdens zijn leven gepubliceerde autobiografische roman. De herontdekking daarvan vloeide voort uit het succes van het dagboek. Anno 1934 bleek Sebastian niet alleen te hebben geregistreerd dat Europeanen in de ban waren van vernietigingsfantasieën in het algemeen en antisemitisme in het bijzonder, hij voorspelde ook waar het op uit zou lopen.
84 jaar later verschijnt deze roman in een voortreffelijke Nederlandse vertaling van Jan Willem Bos. De titel, Sinds tweeduizend jaar, is een directe referentie aan de duurzaamheid, hardnekkigheid en variabiliteit van Jodenhaat. In het dagelijks leven van de hoofdpersoon zijn antisemitische bejegeningen zo gewoon dat hij ze vergelijkt met het getik van de klok in zijn eenkamerappartement. Slechts af en toe hoort hij dat nog, als 'het getande getik' zich 'uit de roerloosheid' losmaakt, en hij beseft dat mensen op straat en in salons andere mensen dood wensen, onder wie hem.
Een curieus historisch feit is dat de oorspronkelijke Roemeense editie een ongegeneerd antisemitisch voorwoord bevatte. Sebastian had zijn vroegere intellectuele mentor, filosoof en wiskundige Nae Ionescu, voor een inleiding benaderd, maar deze was inmiddels zelf overtuigd geraakt van het Joodse gevaar. Zonder de roman te hebben gelezen en zichzelf als personage te hebben herkend, leverde hij een tekst aan met zinnen als: 'De Messias is gekomen, Iosef Hechter, en jij hebt hem niet herkend.' Omdat het voorwoord onbedoeld illustratief was voor de thematiek, besloot Sebastian het te publiceren.
Zowel de intellectueel als de privépersoon Sebastian stonden in het interbellum veel en vaak alleen, en het mag weinig verbazing wekken dat de ik-figuur uit Sinds tweeduizend jaar zich tussen zionistische en marxistische Joodse leeftijdsgenoten nauwelijks meer thuis voelt dan tussen antisemitische denkers. Sebastian betoont zich bijna visionair in het voorspellen van de problemen die zullen voortvloeien uit 'een Joodse staat in Palestina', de droom in zionistische kringen in het Boekarest van tachtig jaar geleden.
Tijdens een verblijf in Parijs wordt de ik-figuur iets fascinerends gewaar. In Boekarest wordt hij als 'typische Jood' beticht van scepticisme en rationalisme, van Franse antisemieten hoort hij juist dat hij als 'typische Jood' te warmbloedig en te pathetisch is om in staat te zijn tot helder nadenken. Conclusie: 'Op sommigen kunnen we monsterlijk helder overkomen en op anderen juist monsterlijk pathetisch.'
Het is de voornaamste boodschap van Sinds tweeduizend jaar: uit een antisemitisch discours leer je welke grieven in een bepaalde tijd op een bepaalde plaats de boventoon voeren, verder zijn antisemieten meestal net zo verschillend als de leden van het volk dat ze hekelen. Sebastian ontmoet 'antisemieten zonder meer' en 'antisemieten met argumenten' en prefereert de eerste, want 'tussen hen en mij bestaan geen misverstanden'. Probeer maar eens misverstanden uit de weg te ruimen in dialogen met antisemieten die beargumenteren dat ze de nationale soevereiniteit tegen Joods geld in bescherming willen nemen. Die laten zich niet overtuigen door het tegenargument dat bijna alle Joden in het Roemenië van het interbellum 'onfortuinlijke nooddruftige handwerkslieden' zijn. Antisemieten met argumenten ontkennen ook gegarandeerd dat ze in een traditie staan. Uit Sinds tweeduizend jaar: 'Natuurlijk, het antisemitisme van 1933 is economisch van aard, en dat van 1333 was religieus. Maar dat is omdat de essentiële norm van die eeuw religie was, terwijl de norm van dit tijdsgewricht de economie is. Als morgen het sociale stelsel niet op godsdienst zal zijn gestoeld en evenmin op politiek of economie, maar - ik zeg maar wat - op imkerij, dan zal de Jood worden veracht vanwege het houden van bijen.'
Met die zin uit 1933 kunnen we ons voordeel doen in 2018, waarin 'Joodse imkers' worden gehekeld door genootschappen zo divers als salafisten, alt-rightdenkers en kringen rondom Jeremy Corbyn en Dyab Abou Jahjah. Veel uit Sinds tweeduizend jaar is na 84 jaar nog helemaal actueel.
****
Uit het Roemeens vertaald door Jan Willem Bos. De Bezige Bij; 318 pagina's; € 19,99.
Willem G. Weststeijn
Mihail Sebastian (1907-1945) is het pseudoniemen van de Roemeens-Joodse schrijver Iosif Hechter. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste Midden-Europese auteurs van de eerste helft van de twintigste eeuw. De auteur schetst in dit werk het leven van een student in Boekarest, die nogal te lijden heeft van het antisemitisme van zijn medestudenten. Dat antisemitisme is zelfs aanwezig bij mensen die hij zijn vrienden acht, wat blijkt uit uitvoerige discussies die ze met elkaar hebben. De hoofdfiguur – de roman is geschreven in de ik-vorm – werkt na zijn studie in de olie-industrie en als architect. Ook verblijft hij een tijd in Parijs. De roman heeft geen spannende plot, maar geeft wel een uitstekend beeld van een intellectueel die zich louter vanwege zijn afkomst in een hem vijandige omgeving bevindt en een manier moet vinden om zich daarin staande te houden. Goede vertaling en vult een leemte op in onze kennis van de Roemeense literatuur. Voor literaire fijnproevers. Uitstekende roman van een in Nederland weinig bekende Roemeense auteur.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.