Eva slaapt : roman
Francesca Melandri
Francesca Melandri (Auteur), Etta Maris (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MELA |
Arjan Peters
i /un/20 j
Ver over de 90 jaar is Atillo Profeti, die lang heeft gewerkt voor een Romeinse stadsontwikkelaar, die in de jaren dertig fascist was - maar wie was dat toen niet? - en die drie kinderen op de wereld heeft gezet. Waarna er buitenechtelijk nog een vierde bij kwam. Hij is incontinent en dementerend, niet meer in staat om vragen over het verleden te beantwoorden.
Ook ontgaat hem dat de nieuwe rechtse burgemeesterskandidaat de woorden immigratie en criminaliteit uitspreekt als één woord, 'als twee concepten die bij elkaar horen vanwege een natuurlijke band die geen bewijs nodig heeft'. Noch dringt tot hem door dat er in 2010 auto's worden weggesleept uit het centrum omdat de Libische dictator Kadhafi aan zijn vriend president Berlusconi een staatsbezoek komt brengen, met in zijn bizarre entourage een tent en een geüniformeerde harem.
Actueel
De derde roman van film- en documentairemaker Francesca Melandri (1964), De lange weg naar Rome, genomineerd voor de prestigieuze Premio Strega die op 5 juli wordt uitgereikt, begint als een contemporaine roman die sinds het verschijnen van het Italiaanse origineel in september 2017 nog aan actualiteit heeft gewonnen, nu Italië een rechts-populistische regering heeft gekregen.
Maar zodra Atillo's dochter Ilaria op de trappen voor haar appartement een zwarte man aantreft die verklaart de Ethi- opische kleinzoon van haar vader te zijn - wat, nog een vijfde kind? -, is duidelijk dat we de dementie van de oude Profeti ook als symbolisch mogen zien; voor het 'niet meer zo goed weten', laat staan het rekenschap willen afleggen, van smoezeligheden en misdaden uit het verleden.
De Ethiopische man, die zegt Shimata Ietmgata Atillaprofeti te heten, heeft de lange weg afgelegd van Addis Abeba, via smokkelaars en Libië, naar Lampedusa en een vernederende gang door asielzoekerscentra. Ilaria wil uitzoeken wat er klopt van zijn verhaal, en zal daartoe een lange weg terug moeten gaan, die in het verleden van haar vader. Wat heeft hij precies uitgespookt toen hij in de jaren dertig als 'vrijwillig Zwarthemd' deelnam aan de Italiaanse bezetting van Ethiopië (toen Abessinië genaamd), als onderdeel van Mussolini's droom van een wereldwijd fascistisch rijk? Een droom die vijf jaar standhield, tot in december 1940 de verdreven keizer Haile Selassi weer naar Addis Abeba terugkeerde.
Een lesje geschiedenis, onbekend bij vele Italianen die na de oorlog nooit een tribunaal hebben gehad, of andersoortige openlijke verwerking van de fascistische jaren. In zulke verdrongen geschiedenissen is Francesca Melandri buitengewoon geïnteresseerd, gezien ook haar eerste twee romans, Eva slaapt (vertaald in 2011, over de strijd tussen Italianen en Duitsers in Zuid-Tirol) en Hoger dan de zee (vertaald in 2013, over de linkse terreur van de Rode Brigades in de jaren tachtig).
De pater familias in De lange weg naar Rome, de aandoenlijk vergeetachtige Atil-lo, blijkt in de jaren dertig een fanatieke fascist geweest te zijn. En hij heeft in Ethi-opië een analfabete vrouw gehad, Abeba, met wie hij een kind kreeg dat hij altijd heeft verzwegen voor zijn latere echtgenotes, en voor zijn kinderen. Melandri schildert de man die na de oorlog gaat samenwonen met de weelderige Marella zwie- rig, maar zonder de pijn te verdoezelen: 'Zijn vrijheid was hem zo dierbaar dat hij in twee jaar tijd twee keer met Marella mee ging toen ze haar benen wijd spreidde op een keukentafel in de wijk Garbatella, waar een vrouw die stonk naar groentesoep haar binnenste met een tang wegrukte. Atillo vond het niet prettig dat ze leed en al helemaal niet door zijn toedoen. Dit waren de enige momenten in alle decennia waarop ze samen waren, dat hij tegen Marella - zij het met de blik iets afgewend - de woorden uitsprak: 'Ik hou van je'.'
Hork
Maar zij dan, denk je onwillekeurig, waarom bleef Marella al die tijd bij deze hork? Eén pagina verder laat Melandri die kant van de zaak zien: 'Haar vader had haar maar één keer omarmd, op de dag van haar diploma-uitreiking, met de ellebogen iets van zijn lichaam af en houterige armen; van haar moeder had ze alleen de allereerste omarming gekend, die in de baarmoeder; pas bij Atillo had ze ontdekt hoeveel rust je kunt vinden door je wang op een bevriende borst te leggen.'
Dat verklaart veel. In twee pagina's kan deze auteur je ervan overtuigen dat dit huwelijk zo onbegrijpelijk niet was. Melandri is niet zuinig met woorden en maakt met graagte verbale pirouettes, maar vervalt nooit in gebabbel. Ook haar uitweidingen dienen een doel: zullen we eerst eens kijken wat er aan de hand is voordat je oordeelt over deze mensen, of denkt de ander te kennen?
Het is een helse tijd geweest voor de arme Ethiopiërs toen de Italianen daar huishielden met wapens en mosterdgas. Wat hebben we er weinig van geleerd, als we vandaag de dag doen of er geen grenzen zijn, terwijl we die wel hanteren, want onze asielzoekerscentra zijn de grenzen van Europa. De bastions van onze identiteit, zegt een immigratieadvocaat tegen Ilaria. 'Daarin belanden mensen niet als ze een misdrijf begaan, maar om wat je bent, namelijk illegaal.'
De boodschap is niet mis te verstaan. Hoe gemakkelijk had Melandri een eendimensionale pamfletroman kunnen schrijven, met al dit materiaal voorhanden, reikend van Mussolini tot Berlusconi, en met in de hoofdrol die hypocriete slimmerik met zijn smeergeld, strapatsen en handig haperende geheugen?
De prestatie die ze levert, is dat de lezer zijn oordeel steeds moet opschorten, bijvoorbeeld erkennend dat de schurk Attilo óók een lieve vader is geweest. Met haar eerste 300 pagina's verleidt Melandri de lezer zo welbespraakt, dat die in de volgende 200 pagina's de Afrikaanse verschrikkingen met precies dat schuldgevoel ondergaat waar het de daders destijds aan heeft ontbroken.
Marijke Arijs
i /un/01 j
De wortels van het heden liggen in het verleden, zegt Francesca Melandri, maar in het collectieve geheugen van de Italianen zitten forse gaten. Vooral de onverkwikkelijke episodes uit de vaderlandse geschiedenis worden gretig verdrongen, en daar probeert de schrijfster iets aan te doen. Haar debuutroman Eva slaapt ging over de vrijheidsstrijd van Zuid-Tirol, Hoger dan de zee vertelde het verhaal van de Rode Brigades en in De lange weg naar Rome worden de misdaden uit de koloniale periode aangepakt.
Sangue giusto luidt de oorspronkelijke titel van deze vuistdikke pil, want het juiste bloed hebben, daar komt het in Italië op aan. Dat was al zo in de jaren '30, toen Mussolini zijn beruchte rassenwetten afkondigde, en ook nu nog wordt je nationaliteit er bepaald door het jus sanguinis. Dat recht van het bloed is de reden dat Melandri een jonge Ethiopiër, Shimeta Iegmeta Attilaprofeti, de lange weg naar Rome laat afleggen, waar de titel van de Nederlandse vertaling naar verwijst.
Op de dag van het staatsbezoek van kolonel Kadhafi aan Rome in 2009, treft Ilaria bij haar voordeur een zwarte jongeman aan die beweert dat zij zijn tante is, aangezien hij de kleinzoon is van haar vader. Dat zou zomaar eens kunnen, want Attilio Profeti is op het vlak van buitenechtelijke relaties niet aan zijn proefstuk toe. De verstokte bigamist leidde lange tijd een dubbelleven en hield er twee gezinnen op na.
Helletocht naar het Beloofde Land
De ontmoeting met de jonge vluchteling is voor zijn dochter het begin van een lange zoektocht, die rechtstreeks leidt naar de rottigheid die de fascisten van 1936 tot 1941 in Ethiopië hebben uitgehaald. Haar vader was helemaal geen partizaan, zoals hij altijd heeft beweerd, maar een Zwarthemd van het zuiverste water, die destijds als vrijwilliger naar de Hoorn van Afrika is getrokken. Wat niet betekent dat hij daarom een monster is. Zoals de meeste Italianen is hij een ordinaire opportunist die na de oorlog zijn fascistische jasje heeft gekeerd. Zijn personage is de incarnatie van het 'spinnenweb van belangen en privileges' dat Italië heet, een land waar 'oneerlijkheid, privilege en begunstiging als de vanzelfsprekende motoren van de samenleving' worden beschouwd.
Kortom, in Italië deugt het niet, maar in Ethiopië is het nog oneindig veel slechter. Vandaar dat een onstuitbare stroom migranten de helletocht naar het Beloofde Land blijft ondernemen. Het verhaal van Shimeta is veel meer dan een kapstok om het koloniale verleden aan op te hangen. Melandri verbindt dat verleden ook met het heden, zodat er lessen uit getrokken kunnen worden voor de toekomst. Haar land heeft een verpletterende verantwoordelijkheid tegenover al die stakkers die op de vlucht zijn voor oorlogen, dictaturen en armoede, schrijft Melandri, die het falende Italiaanse geheugen opfrist. En dat is hard nodig, want doorgaans wordt zedig gezwegen over de massale moordpartijen, de martelingen en verkrachtingen, het gebruik van mosterdgas, het bloedbad na de aanslag op onderkoning Rodolfo Graziani, de onversneden gruwel van de slag bij Amba Aradam en de vernederende antropometrische expeditie van Lidio Cipriani, die als eerste Mussolini's Rassenmanifest ondertekende.
Hetzelfde geldt voor de hypocriete houding van de kolonisten, die de bek vol hadden van de inferioriteit van het Afrikaanse ras, maar intussen wel samenleefden met Abessijnse schonen. Als die overtuigde fascisten echt hadden moeten kiezen tussen keizerrijk en wellust, schrijft Melandri, dan 'had Italiaans-Oost-Afrika nog geen week bestaan'.
De schrijfster serveert een forse brok koloniale geschiedenis en houdt het hedendaagse Italië, met zijn graaicultuur, zijn corruptie en zijn Berlusconi, een spiegel voor. Ze graaft naar de wortels van het racisme bij dat volk van migranten en constateert verontwaardigd dat in 2010 in Italië nog een monument is opgericht voor maarschalk Graziani, bijgenaamd 'de slager van Addis Abeba', 'de uitroeier van Cyrenaica' en 'de beul van Salò'.
Francesca Melandri heeft zich uitgebreid gedocumenteerd en probeert alle opgeduikelde informatie jammer genoeg ook kwijt te raken in deze turf. Vooral naar het einde toe verliest ze zich in uitweidingen die niet altijd even functioneel zijn. Kennelijk werd het zelfs de corrector te machtig, want er zijn een aantal tik-, taal- en vertaalfouten in de tekst geslopen. 'Het fortuin' wordt bijvoorbeeld systematisch verward met 'de fortuin', er staat voortdurend 'de moraal' waar 'het moreel' wordt bedoeld en die 'anti-Meridiaanse voorstelling' in de bioscoop moet allicht een 'ochtendvoorstelling' zijn.
Open grenzen
Een groot stilistisch talent is deze schrijfster sowieso niet, en metaforen zijn niet haar sterkste punt. Opstoppingen reiken tot in de buitenwijken 'als de radioactieve fall-out van een kernbom', 'lippen klappen samen als twee handen die een mug doden', een meisje heeft 'haar kleine lichaam geschikt tot een roerloze piramide' en treinen veranderen 'kwispelend als danseressen in het corps de ballet' van spoor. Dat is op zich geen ramp, want een roman als De lange weg naar Rome lees je niet om de stijl, maar om de razend interessante inhoud. En je mag ook geen moeite hebben met de impliciete, maar vrij nadrukkelijke boodschap. Deze complexe familiesaga is een nauwelijks verhuld pleidooi voor een opengrenzenbeleid.
Vertaald door Etta Maris, Cossee, 528 blz., 24,99 €. Oorspronkelijke titel: 'Sangue guisto'.
Arjan Peters
i /un/09 j
Ver over de 90 jaar is Atillo Profeti, die lang heeft gewerkt voor een Romeinse stadsontwikkelaar, die in de jaren dertig fascist was - maar wie was dat toen niet? -, en die drie kinderen op de wereld heeft gezet. Waarna er buitenechtelijk nog een vierde bij kwam. Hij is incontinent en dementerend, niet meer in staat om vragen over het verleden te beantwoorden.
Ook ontgaat hem dat de nieuwe rechtse burgemeesterskandidaat de woorden immigratie en criminaliteit uitspreekt als één woord, 'als twee concepten die bij elkaar horen vanwege een natuurlijke band die geen bewijs nodig heeft'. Noch dringt tot hem door dat er in 2010 auto's worden weggesleept uit het centrum omdat de Libische dictator Kadhafi aan zijn vriend president Berlusconi een staatsbezoek komt brengen, met in zijn bizarre entourage een tent en een geüniformeerde harem.
De derde roman van film- en documentairemaker Francesca Melandri (1964), De lange weg naar Rome, een van de nominaties voor de prestigieuze Premio Strega die op 5 juli wordt uitgereikt, begint als een contemporaine roman die sinds het verschijnen van het Italiaanse origineel in september 2017 nog aan actualiteit heeft gewonnen, nu Italië misschien een rechts-populistische regering krijgt.
Maar zodra Atillo's dochter Ilaria op de trappen voor haar appartement een zwarte man aantreft die verklaart de Ethiopische kleinzoon van haar vader te zijn - wat, nog een vijfde kind? -, is duidelijk dat we de dementie van de oude Profeti ook als symbolisch mogen zien; voor het 'niet meer zo goed weten', laat staan het rekenschap willen afleggen, van smoezeligheden en misdaden uit het verleden.
De Ethiopische man, die zegt Shimata Ietmgata Atillaprofeti te heten, heeft de lange weg afgelegd van Addis Abeba, via smokkelaars en Libië, naar Lampedusa en een vernederende gang door asielzoekerscentra. Ilaria wil uitzoeken wat er klopt van zijn verhaal, en zal daartoe een lange weg terug moeten gaan, die in het verleden van haar vader. Wat heeft hij precies uitgespookt toen hij in de jaren dertig als 'vrijwillig Zwarthemd' deelnam aan de Italiaanse bezetting van Ethiopië (toen Abessinië genaamd), als onderdeel van Mussolini's droom van een wereldwijd fascistisch rijk? Een droom die vijf jaar standhield, tot in december 1940 de verdreven keizer Haile Selassi weer naar Addis Abeba terugkeerde.
Een lesje geschiedenis, onbekend bij de meeste Nederlanders, en overigens ook bij vele Italianen die na de oorlog nooit een tribunaal hebben gehad, of andersoortige openlijke verwerking van de fascistische jaren. In dergelijke verdrongen geschiedenissen is Francesca Melandri buitengewoon geïnteresseerd, gezien ook haar eerste twee romans, Eva slaapt (vertaald in 2011, over de strijd tussen Italianen en Duitsers in Zuid-Tirol) en Hoger dan de zee (vertaald in 2013, over de linkse terreur van de Rode Brigades in de jaren tachtig).
De pater familias in De lange weg naar Rome, de aandoenlijk vergeetachtige Atillo, blijkt in de jaren dertig een fanatieke fascist geweest te zijn. En hij heeft in Ethiopië een analfabete vrouw gehad, Abeba, met wie hij een kind kreeg dat hij altijd heeft verzwegen voor zijn latere echtgenotes, en voor zijn kinderen. Melandri schildert de man die na de oorlog gaat samenwonen met de weelderige Marella zwierig, maar zonder de pijn te verdoezelen: 'Zijn vrijheid was hem zo dierbaar dat hij in twee jaar tijd twee keer met Marella mee ging toen ze haar benen wijd spreidde op een keukentafel in de wijk Garbatella, waar een vrouw die stonk naar groentesoep haar binnenste met een tang wegrukte. Atillo vond het niet prettig dat ze leed en al helemaal niet door zijn toedoen. Dit waren de enige momenten in alle decennia waarop ze samen waren, dat hij tegen Marella - zij het met de blik iets afgewend - de woorden uitsprak: 'Ik hou van je'.'
Maar zij dan, denk je onwillekeurig, waarom bleef Marella al die tijd bij deze hork? Eén pagina verder laat Melandri die kant van de zaak zien: 'Haar vader had haar maar één keer omarmd, op de dag van haar diploma-uitreiking, met de ellebogen iets van zijn lichaam af en houterige armen; van haar moeder had ze alleen de allereerste omarming gekend, die in de baarmoeder; pas bij Atillo had ze ontdekt hoeveel rust je kunt vinden door je wang op een bevriende borst te leggen.'
Dat verklaart veel. In twee pagina's kan deze auteur je ervan overtuigen dat dit huwelijk zo onbegrijpelijk niet was. Melandri is niet zuinig met woorden en maakt met graagte verbale pirouettes, maar vervalt nooit in gebabbel. Ook haar uitweidingen dienen een doel: zullen we eerst eens kijken wat er aan de hand is voordat je oordeelt over deze mensen, of denkt de ander te kennen?
Het is een helse tijd geweest voor de arme Ethiopiërs toen de Italianen daar huishielden met wapens en mosterdgas. Wat hebben we er weinig van geleerd, als we vandaag de dag doen of er geen grenzen zijn, terwijl we die wel hanteren, want onze asielzoekerscentra zijn de grenzen van Europa. De bastions van onze identiteit, zegt een immigratieadvocaat tegen Ilaria. 'Daarin belanden mensen niet als ze een misdrijf begaan, maar om wat je bent, namelijk illegaal.'
De boodschap is niet mis te verstaan. Hoe gemakkelijk had Melandri een eendimensionale pamfletroman kunnen schrijven, met al dit materiaal voorhanden, reikend van Mussolini tot Berlusconi, en met in de hoofdrol die hypocriete slimmerik van een oubaas met zijn smeergeld, strapatsen en handig haperende geheugen?
De prestatie die ze levert, is dat de lezer zijn oordeel steeds moet opschorten, bijvoorbeeld erkennend dat de schurk Attilo óók een lieve vader is geweest. Met haar eerste 300 pagina's verleidt Melandri de lezer zo welbespraakt, dat die in de volgende 200 pagina's de Afrikaanse verschrikkingen met precies dat schuldgevoel ondergaat waar het de daders destijds aan heeft ontbroken.
****
Uit het Italiaans vertaald door Etta Maris.
Cossee; 527 pagina's; € 24,99.
Roderik Six
i /un/06 j
Soms klopt het verleden letterlijk aan de deur maar als het dat doet in de vorm van een Ethiopische vluchteling die beweert haar neef te zijn, moet de volbloed Romeinse Ilaria zich toch even in het haar krabben. Het kleurverschil is duidelijk. Anderzijds heeft de jongen een paspoort waar wel de bijnaam van haar vader op prijkt, Attila Profeti – haar vader heet eigenlijk Attilio. En het zou niet de eerste keer zijn dat ze haar verleden moet herschikken. Op haar zeventiende kreeg ze van haar vader te horen dat ze een halfbroertje heeft maar Attilio bleef altijd terughoudend over zijn jeugdjaren in Ethiopië. Nu kan ze het hem niet meer vragen – hij is stokoud en dement – dus moet ze zelf op onderzoek uit. Al snel blijkt dat Attilio het fascistisch regime diende, meewerkte aan de brutale kolonisatie van Abessinië en dat wonderwel in de doofpot heeft weten te stoppen. Wat begint met een klop op de deur ontwikkelt zich tot een intrigerende familiegeschiedenis vol morele dilemma’s. Kan Ilaria haar illegale neef redden zonder het zwarte verleden van haar vader bloot te leggen?
Met De lange weg naar Rome sluit Francesca Melandri haar Italië-trilogie af (ook al kun je de delen makkelijk los van elkaar lezen). In Eva slaapt (2010) behandelde ze de jaren 70, met ook de onafhankelijkheidsstrijd van Zuid-Tirol, en Hoger dan de zee (2012) is een stilistisch sterke parabel over de loden jaren 80. Dit sluitstuk neemt de era’s van Mussolini en Berlusconi in de tang en de politieke gelijkenissen tussen beide heerschappen zijn frappant. Melandri schuwt de maatschappijkritiek niet, maar heeft vooral oog voor haar personages, die uit grijswaarden zijn opgetrokken: Attilio kon evengoed een verzetsstrijder zijn geweest en de politiek correcte Ilaria ondergaat de wet van de corruptie – als je in Italië iets gedaan wilt krijgen, moet je van connecties en rijkelijk gevulde enveloppes gebruikmaken.
Indrukwekkend ook hoe Melandri haar uitgebreide research naar Ethiopië – een land dat we meestal herleiden tot hongerbuiken, LiveAid en hipsterkoffie – een menselijke gedaante geeft. Met verbazend gemak wisselt ze van tijdperk en continent, gaat ze van stammentwisten naar rechtszalen, van loopgraven naar detentiecentra. Haar uitgebreide prijzenkast zal met De lange weg naar Rome , dat nu al wekenlang bovenaan in de Italiaanse bestsellerlijsten prijkt, zeker aangevuld worden. En volledig terecht: dit is niet minder dan een literair meesterwerk.
****
Cossee (oorspronkelijke titel: Sangue giusto), 528 blz., € 24,99.
Marita de Sterck
De auteur boekte eerder succes met haar debuutroman, ‘Eva slaapt’, en haar tweede roman ‘Hoger dan de zee’*. Haar derde roman brengt een minder fraaie periode uit de Italiaanse koloniale geschiedenis in beeld. Op de dag dat Kadhafi Rome bezoekt vindt Ilaria bij haar deur een zwarte jongeman die volhoudt dat Ilaria’s vader zijn grootvader is en zij zijn tante. Voor Ilaria is dat het startpunt van een onderzoek naar haar vaders tijd in Ethiopië in de periode 1936-1941. Al gauw blijkt dat hij geen partizaan was, zoals hij altijd vertelde, maar een fascistische opportunist. De auteur (1964) trekt deze ingewikkelde, ontluisterende familiegeschiedenis open en verbindt het vluchtelingenvraagstuk, het racisme en de corruptie in het hedendaagse Italië met gruwelijke passages uit het verleden. Deze omvangrijke politieke roman is goed gedocumenteerd, bevat heftige, zeer beklijvende passages, maar is bij momenten ook wat overladen. Genomineerd voor de Premio Strega, de belangrijkste Italiaanse literatuurprijs.
Ronald De Rooy
2/ei/26 m
Met 'De lange weg naar Rome' voltooit Francesca Melandri haar trilogie over blinde vlekken en taboes uit Italië's moderne geschiedenis: meeslepende en urgente romans waarin het verdeelde collectieve geheugen van Italië, verdringing en geschiedvervalsing, steeds worden aangeklaagd via de lotgevallen van een familie; hun onderlinge betrekkingen, hun geheimen en leugens.
Zo belichtte Melandri (1964) in haar debuut 'Eva slaapt' het verzet van het kleine Zuid-Tirol tegen de onderdrukking van de Italiaanse Staat met het verhaal van Eva, dochter van een onmogelijke liefde. 'Hoger dan de zee' vertelde indringend de gevolgen van Italië's bloedige 'loden jaren' vanuit het perspectief van de familieleden van veroordeelde terroristen.
'De lange weg naar Rome' gaat nu in op een ander pijnlijk hoofdstuk uit de Italiaanse geschiedenis, de koloniale verovering van Ethiopië, halverwege de jaren dertig van de vorige eeuw. Hoewel de fascistische kolonisatie gepaard ging met gruwelijkheden waaronder het grootschalig gebruik van illegaal mosterdgas, werden deze oorlogsmisdaden bedolven onder oorlogspropaganda en rassenmythen. Na afloop van de oorlog werd Italië's aanwezigheid in Afrika gezien als een naar bijproduct van het fascisme, 'een omleiding van de ware loop van de vaderlandse geschiedenis' die zijn uitdrukking juist vond in het Risorgimento en het glorierijke Verzet. Italië's vroegere koloniale avonturen, in Eritrea vanaf 1890 en in Libië vanaf 1911, werden op dezelfde manier verdrongen.
Melandri laat die collectieve amnesie in haar roman vertegenwoordigen door Attilio Profeti, de hoogbejaarde en demente pater familias. Ook hij heeft zijn zwarte verleden kundig herschreven. Hij was overtuigd fascist, maar na de oorlog ging hij als nobele partizaan door het leven. Zijn aandeel als kolonist in Ethiopië hield hij bovendien goed verborgen, hierin gesteund door het Italië van de wederopbouw. Nadat zelfs de beruchte oorlogsmisdadiger maarschalk Rodolfo Graziani een lichte straf kreeg en zich niet hoefde te verantwoorden voor zijn misdaden in Afrika, voelde Attilio Profeti 'een ijzige opluchting: zijn jeugd was geschrapt uit de geschiedenisboeken'.
Toch kan Attillio niet voorkomen dat zijn familie wordt geconfronteerd met zijn Ethiopische verleden. Op 28 augustus 2010, aan de vooravond van het spraakmakende staatsbezoek van de Libische kolonel Gaddafi in Rome, vindt Attilio's dochter Ilaria op haar overloop een jonge vluchteling, Shimeta Ietmgeta Attilaprofeti. Hij stelt zich voor als Ilaria's neef, de zoon van Attilio's overleden Ethiopische zoon.
Het is voor Ilaria niet de eerste nare ontdekking over haar vaders privéleven. Dertig jaar eerder, ze was 17, had ze als enige in het gezin door dat vader er een minnares op nahield. In de biecht aan zijn tienerdochter had Attilio de rollen verrassend omgedraaid en, zoals gewoonlijk, de eigen verantwoordelijkheid behendig ontweken: "Jullie zijn niet met z'n drieën maar... met z'n vieren." Geen buitenechtelijke verhouding, maar bigamie. En: "Zou jij het misschien aan mama kunnen vertellen?"
Na haar afstuderen had Ilaria ondervonden hoe ook haar vader 'oneerlijkheid, privilege en begunstiging' volledig omarmde als 'de vanzelfsprekende motoren' van de Italiaanse samenleving. Ongegeneerd wilde hij zijn invloed aanwenden om haar een baan te bezorgen. En nog later begreep Ilaria dat Attilio de appartementen voor zijn kinderen had gekocht met steekpenningen. Kortom, patriarch Attilio is de perfecte representant van Italië als 'spinnenweb van belangen en privileges', een land waar 'niets onmogelijk of langzaam' is voor wie voldoende macht heeft.
Maar aan de andere kant: is de Ethiopische Shimeta wel te vertrouwen? Als Ilaria's broer een DNA-onderzoek suggereert, reageert Ilaria sceptisch: "Om te kijken of hij het goede bloed heeft? Zijn loepzuivere kwart Italiaans ras?" 'Ras' en 'bloed' zijn belangrijke terugkerende thema's in deze roman: van het fascistische rassenmanifest over de suprematie van de Latijnen tot en met de 'wet van het bloed' (Jus sanguinis) waarin de Italiaanse nationaliteit is geworteld. Shimeta begrijpt 'bloed' maar denkt dat jus 'juist' of 'goed' betekent en zo wordt deze wet 'van het goede bloed' zijn strohalm.
Melandri raakt hier aan een actualiteit die veel nieuwe Italianen treft. Links en progressief Italië streed de afgelopen jaren tevergeefs voor invoering van de 'wet van de geboortegrond' (Jus soli), zodat ook de 800.000 immigrantenkinderen die in Italië zijn geboren en getogen de Italiaanse nationaliteit konden krijgen. Voor hen gloort steeds minder hoop, zeker nu de Lega straks met een eigen minister garant kan staan voor geoliede uitzetting van honderdduizenden vluchtelingen en rigoureuze indamming van nieuwe instroom.
Actueel zijn ook het neofascisme en de nostalgie naar Mussolini, het hardnekkige 'fascistische denken' dat Melandri schetst. Een enkel voorbeeld: voornoemde maarschalk Graziani, bijgenaamd 'de slager van Addis Abeba ..., de uitroeier van Cyrenaica, de beul van Salò', werd in 2010 door zijn dorp Affile geëerd met een grafmonument waarin tot woede van anti-fascistische bewegingen tienduizenden euro's gemeenschapsgeld verdwenen.
Shimeta's helse exodus van Ethiopië naar Italië confronteert de lezer met een schokkende fysieke en psychologische werkelijkheid. Zo voelt emigreren: "Stel je voor: je hebt een prachtige droom terwijl je gehurkt op een boomtak zit. Maar je moet om de minuut wakker worden. Omdat je niet mag vallen en ook omdat je je droom levend wilt houden." Eenmaal aangekomen in een Beloofd Land volgen de nachtmerries, de opvangkampen en azc's, die nieuwe 'grenzen van Europa'.
Het is niet zomaar dat Melandri bedrog en leugens juist binnen de familie plaatst. Over de ontstaansgeschiedenis van 'De lange weg naar Rome' maakte Sabrina Varani de indrukwekkende documentaire 'Verborgen bladzijden'. De film laat zien hoe achter de Profeti's ook een autobiografische werkelijkheid schuilgaat: Melandri's eigen vader Franco was tot vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog een overtuigd fascist, een verleden dat hij voor zijn omgeving altijd veel rooskleuriger had voorgesteld. De 'verborgen bladzijden' zijn dus niet alleen die van het vaderland maar ook die van de schrijfster en haar eigen vader.
Met deze overtuigende vermenging van feit en fictie bewijst Melandri's roman hoe krachtig het medium van literaire fictie kan zijn om duiding te geven aan een stuurloze wereld zonder waarheden. Haar roman over een marge van de Italiaanse geschiedenis is niet alleen een terechte kandidaat voor de prestigieuze Premio Strega dit jaar, maar verdient ook een centrale plaats in de geschiedenisboeken.
Vert. Etta Maris Cossee; 448 blz. € 24,99.
oordeel
Bewijst dat literaire fictie duiding kan geven aan een stuurloze wereld.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.