Weken maanden jaren : roman
Sara Baume
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BAUM |
Kathy Mathys
rt/aa/23 m
Mensen die kampen met depressie zijn niet altijd de scherpste observatoren. Door hun ziekte ziet de wereld er grijs uit, mat, lijkt hij ver weg. De Ierse schrijfster Sara Baume voert in haar tweede roman een vijfentwintigjarige vrouw op, Frankie, die zo depressief is dat ze zich van de ene naar de andere lig- of hangplek sleept. Kijken doet ze wel. Veel van wat ze ziet, is sombermakend en toch is de observatie de reddingsboei die haar in de wereld houdt.
Alles begint op een avond in haar flat van bezemkastformaat in Dublin. Frankie ligt op het tapijt. Opstaan lukt niet meer, de tranen blijven komen. In samenspraak met haar moeder mag ze in het lege huis van haar oma verblijven, die enkele jaren eerder overleed. Frankie mist haar oma, eert haar door de oude dienbladen te bezigen, de schoenlepel, een artefact uit een eerder tijdperk.
Nogal Russisch
Zevenduizend eiken is geen nostalgietrip, wel blikt Frankie terug. De toon is niet mijmerend. Je zou Baumes vertelstem kunnen omschrijven als helder en gedetailleerd, bij momenten lichtvoetig en komisch. Wanneer ze op het tapijt ligt, heeft het meisje aandacht voor de 'nogal Russische manier' waarop haar onderbuur zijn keel schraapt.
Ondanks, of misschien juist dankzij, de zwaarte van alle dingen is Frankie in staat tot interessante redenaties: 'Ik hou van de nacht, houd ik mezelf voor. 's Nachts ben ik immuun. Niemand verwacht dat je de uren vult; ik moet niets en hoef niets van mezelf. De nacht is een niets dat je moet koesteren.'
Dat soort passages, die de uitgesproken stijl illustreren, laten zien dat de kracht van deze roman zit in de geest van het hoofdpersonage. Soms zijn haar gedachten ronduit deprimerend, soms grappig, soms droefgeestig, soms irritant navelstaarderig. Van dat laatste is Frankie zich bewust, ze heeft een hekel aan haar obsessieve kant.
Het wordt lente op het moment dat Frankie haar intrek neemt in het huis. Terwijl de narcissen bloeien en de dieren zich overal roeren, neemt het verval binnen toe. Frankie probeert te lezen, kijkt met een half oog televisie. Ze krijgt nieuwsflarden mee, weetjes. Dit boek laat ons nadenken over wanhoop en verlies, maar ook over fruitvliegjes, pinguïns en Amazone-indianen. Baume stoffeert haar roman met wetenswaardigheden waardoor hij - mede door de witregels - doet denken aan Jenny Offills Verbroken beloftes.
Dunbevolkt
Vooral kunst en natuur keren terug. Frankie is een kunstenaar die lange tijd niets heeft gemaakt. Ze noemt conceptuele kunstwerken op die aansluiten bij haar gedachten. Het loont de moeite om die werken te bekijken, want in de roman lezen we enkel hoe het personage ze interpreteert.
De 'zevenduizend eiken' van de Nederlandse titel verwijzen naar het gelijknamige kunstwerk van Joseph Beuys in Kassel. De Engelse titel van dit boek luidt: A line made by walking. Ook dat is een van de genoemde kunstwerken. Het is van Richard Long en bestaat uit een pad in het gras, voeten hebben het uitgesleten. Kunst die haast niet te zien is dus, die je heel aandachtig doet kijken, zoals alle details in dit boek. Het is een mooi voorbeeld van kunst die verwarring oproept omdat je niet zeker weet of het een kunstwerk is of een andersoortige ingreep van de mens. Frankie interesseert zich vooral voor dat soort werk.
Zevenduizend eiken is een dunbevolkte roman. Behalve Frankie is er het prachtige personage van haar moeder, een vrouw van weinig woorden die haar dochter intuïtief begrijpt, en een buurman die Frankie tot God wil bekeren.
Een strakke plot is er niet, al heeft Frankie wel een concreet doel voor ogen: beter worden. Baume heeft een associatief boek geschreven. Toch is de compositie strakker dan op het eerste gezicht lijkt, keren thema's en beelden terug. Zevenduizend eiken is een bij uitstek Iers boek, waarin de moraal van het platteland en van de katholieke kerk klinken op de achtergrond. Het is een roman die vraagt om trage lezers. Zij zullen zich beloond weten aan het eind.
Vertaald door Lette Vos, Querido, 287 blz., 20 € (e-boek 11,99 €). Oorspronkelijke titel: 'A line made by walking'.
Naar gegevens van C.M. Mays
De 25-jarige Ierse kunststudente Frankie lijdt aan een depressie. Ze is haar werk in een kunstgalerie in Dublin ontvlucht en woont zolang in de vervallen bungalow van haar overleden oma op het platteland en probeert hier haar leven weer op de rails te krijgen. Maar ze stort volkomen in: ze eet niet meer, verbreekt alle contact met familie en vrienden en huilt voortdurend. Toch begint ze ook met een speciaal project: het fotograferen van dode dieren die ze buiten tijdens haar eenzame wandelingen tegenkomt. Het geeft haar houvast en inzicht in de cyclus van leven en dood. Ook test ze geregeld haar kennis van kunst aan de hand van objecten van verschillende kunstenaars, deze zijn in de tekst van dit boek opgenomen. Een niet makkelijk te lezen, in mooi proza geschreven boek over kunst en verdriet. Het gevoel van wanhoop en eenzaamheid van de hoofdpersoon om haar plaats in de wereld te vinden is sterk aanwezig en heel herkenbaar. Tweede roman van de Ierse auteur (1984), haar debuut ‘Stommelen stampen slaan’* werd bekroond met diverse prijzen.
Vrouwkje Tuinman
2/ei/12 m
Het kunstwerk 'Zevenduizend eiken', door Joseph Beuys in 1982 gepresenteerd, kent geen definitieve vorm. Aanvankelijk bestond het uit een massief blok van zevenduizend basalten zuilen. En potentieel evenveel bomen. Elke eik die in de jaren erna in en om kunststad Kassel geplant werd, kreeg een van de zuilen mee.
Zo werd het oorspronkelijke basalten sculptuur steeds kleiner, terwijl het gehele project groeide. Een positief en sociaal kunstwerk, aldus Beuys, dat decennia later nog steeds continu van vorm verandert. De eiken groeien, worden ziek, er rijden auto's tegenaan, ze zaaien zichzelf uit.
Al deze dingen heb ik niet geleerd uit Sara Baumes roman 'Zevenduizend eiken', maar wel dankzij het boek. Hoofdpersoon Frankie, 25 jaar oud, is opgeleid tot beeldend kunstenaar maar leeft van het witten van museummuren. Dwangmatig overhoort ze zichzelf over kunst. Bij alles wat ze ziet en ervaart, de hele dag door. Het waait - kunst over wind. Er is kunst over opstaan, over verdwalen, over vogels, over alle aspecten van het leven. Er horen namen en jaartallen bij, die Frankie meestal wel kan opdiepen uit haar hoofd.
Geruststellend is dat maar zeer ten dele. Vooral verhoogt het haar besef dat alles wat je kunt bedenken al bestaat. Anderen hebben dat al voor je gedaan. Frankie is, kortom, nutteloos.
En depressief. Daar praat ze liever niet over. Als enige, lijkt het wel. Vooral in de media komt ze steeds meer mensen tegen die over hun al dan niet voorbije somberheid vertellen. Aanvankelijk vooral beroemdheden en semiberoemdheden, toen wederhelften van semiberoemdheden, 'en nu kan iedereen met een vlotte babbel zendtijd krijgen om over zijn of haar verschrikkelijke strijd te praten.'
'Iedereen', het is een verdacht concept voor Frankie. Zozeer zelfs dat ze haar baan en huis in het drukke Dublin opzegt en op het bladstille Ierse platteland in het huis van haar overleden oma trekt. Frankie's ouders vinden het een slecht plan. Net als iedereen (daar heb je ze weer) zijn ze 'bang om helemaal alleen te zijn en vertrouwen ze het niet als mensen daar bewust voor kiezen.'
In de sjofele bungalow van haar grootmoeder wil Frankie zonder dat iemand het ziet of zich ermee bemoeit 'beter worden'. Wat dat inhoudt lijkt ze niet heel helder te hebben. De manier waarop ook niet. Ze ligt languit op haar oma's stoffige tapijt, wacht, en overhoort zichzelf. Kunst over tapijt. Kunst over zijn.
En kunst over niet zijn. Te midden van de wilde natuur is het eerder de dood dan het leven, die zich aan Frankie opdringt. Dieren 'kiezen haar uit' om bij dood te gaan. "Op de een of andere manier weten ze me altijd te vinden. Ze verstoppen zich in diepe, donkere greppels, klaar om zich voor de wielen van mijn Ford Fiesta te werpen."
En dan is er oma. Frankie weet niet precies hoe haar overlijden eruitzag. En of er een link is met de boom die in haar tuin omviel. Wel is ze ervan doordrongen dat haar grootmoeder, anders dan zijzelf, bijzonder was. Onverschrokken, origineel, autonoom. Iemand die met alle ramen open leeft. Iemand die niet te vervangen is door een jonger exemplaar, anders dan de bomen bij Beuys.
'Zevenduizend eiken' is een boek over rouw die tegen wil en dank ervaren wordt - want Frankie vindt eigenlijk dat ze geen recht heeft op verdriet. "Kleinkinderen mogen zich de dood van een grootouder niet toe-eigenen." De treurnis die ze desondanks doormaakt loopt parallel aan die om het verlies van haar vroegere dromen - herkenbaar terrein voor Baume, die als jonge kunststudent al stiekem haar speech voor het winnen van de Turnerprijs oefende.
Met haar associatieve rondleiding door het hoofd van Frankie schetst ze hoezeer we onszelf een farce voorhouden door uit te gaan van 'maakbaarheid' van het bestaan. Juist door ijverig een toekomst na te streven, maakt Frankie haar eigen plannen stuk. En als ze, niet langer omringd door 'iedereen', tot oorspronkelijke ideeën komt, heeft ze het zelf niet werkelijk in de gaten.
Dat Baume dat laat gebeuren, en niet zwicht voor de verleiding om de zaken voor haar hoofdpersoon op te lossen, is een teken van haar eigen soevereine schrijverschap.
Sara Baume's gefriemel
Wanneer de Ierse Sara Baume (1984) niet schrijft, 'maakt ze dingen', vertelde ze aan de Irish Times. "Ik noem het geen kunst, eerder mentaal gefriemel."
Al jong beweegt Baume zich tussen beeldende kunst en literatuur - als consument en maker. Ze studeerde aan de kunstacademie, naar eigen zeggen zonder daar veel 'praktische vaardigheden' op te doen, en volgde aansluitend een opleiding Creatief Schrijven. Opnieuw bleken haar ambities geen garantie voor erkenning.
De vijf jaren die het daarna duurde voor ze haar verhalen gepubliceerd kreeg, ervoer Baume als 'somber en wanhopig', zei ze in The Guardian. Bovendien was ze zo arm, dat ze van Dublin moest verhuizen naar een huis zonder verwarming op het platteland.
Toch boden juist die tegenslagen haar een basis voor haar eerste twee romans. In 'Stommelen stampen slaan' vertelt ze het verhaal van outsider Ray, die een vriendschap aangaat met een hond.
In 'Zevenduizend eiken' kiest kunstenares Frankie ervoor om niet langer alleen figuurlijk, maar ook letterlijk alleen op de wereld te zijn.
Met 'Stommelen stampen slaan' haalde Baume een hele reeks nominaties binnen, en won er enkele. Ook opvolger 'Zevenduizend eiken' is internationaal goed ontvangen.
Baume is op het platteland blijven wonen. Ze heeft inmiddels niet alleen verwarming, maar ook een eigen atelier. Niet langer gegijzeld door ambities maakt ze daar wat ze wil.
Vert. Lette Vos Querido; 288 blz. € 20
oordeel
Baume bewijst met deze tweede roman haar soevereine schrijverschap.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.