Met de plezierboot mee : gedichten
Mark Van Tongele
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VANT |
Paul Demets
ua/an/17 j
Samenhangzin
De tijd zoet, bevederd. Stoeien,
afgewisseld met samen zitten
op een grote kluit. Welhitte
snavelzegge vruchtenbowl
hartblad navelmerk
kiemwit vleugelzaad.
Peuteren vlooien strelen
en knuffelen, vibrerend
gezoen, zoembestuiving.
Iedereen heeft het nodig.
Het is de ene schooier leed
dat de andere bij de deur staat.
Wat kunnen wij anders dan
zo goed en zo kwaad als mogelijk
elkaars zwaartekracht helpen dragen.
Mark van Tongele
Mark van Tongeles taal bloeit weer als vanouds in zijn nieuwe bundel De loeiende tier. Net als bij Michels worden vitaliteit en vergankelijkheid verbonden. Van Tongele herdenkt de dood van zijn vader, maar hij wijdt ook een gedicht aan zijn kleinzoon: 'Wat weerga! Wel weelichts!/ Het is een plezier om te zien!// Krioelend. Ons opengooiend.' Uit zijn poëzie spreekt onophoudelijke verwondering, tegen beter weten in. Hij vertrouwt op de kracht van de natuur, die hij vooral aan zee beleeft. En hij wil de 'lichtmythe' doorvertellen, zoals hij aangeeft in de titel van een van zijn gedichten.
Niet alleen dit, maar ook het feit dat hij zichzelf en de lezer soms in een roes van taal brengt, doet enigszins aan Lucebert denken. De dichter wordt dan zelf een 'loeiende tier, waarvan/ de beweging in taal is gevloeid.' Onstuitbaar optimistisch: 'Onverdroten houd ik een gedicht/ met de zon voor mijn gezicht.' Het is zijn manier om de maatschappij met haar mercantiele agenda van de wereld en de verdeeldheid tussen mensen te lijf te gaan: 'Wat kunnen wij anders dan/zo goed en zo kwaad als mogelijk/elkaars zwaartekracht helpen dragen.
In een van de laatste gedichten vraagt Van Tongele de lezer of zijn gedachten een beetje ruimer geworden zijn. Dat is zeker gebeurd na de lectuur van De loeiende tier.
Albert Hagenaars
Of het dagelijks taalgebruik is, of zakelijk of technisch, Mark van Tongele (1956, Mechelen) kan er niet van afblijven! Hij moet eraan plukken, er een eigen poëtisch zegel op drukken. Zie de nieuwe titel; elke lezer voegt, bewust of onbewust, een 's' toe terwijl het tieren in stand blijft. Deze bundel ontvouwt een groot aantal vormen. Ze variëren van een enkel traditioneel overkomend vers tot beursberichten en van raadsels tot autonome opsommingen van sappige woorden, al dan niet home-made: 'Kruipende klokpoliep tandhoornkoraal stompe alikruik muiltje purperslak fluwelen ritspok zeedruif meloenkwalletje weduweroos sliertige broodspons roze'. De bedenker van deze bruisende stroom, net zo sterk visueel als auditief ingesteld, is op z’n best in alle mogelijke transities, ook inhoudelijk. Hij heeft nooit één onderwerp bij de lurven, bijvoorbeeld tijd en liefde, nee, er ontspringen, zoals die verondersteld missende 's', altijd scheuten aan, soms tot z’n eigen verbazing: 'Deze veelzinnigheid van de zin van / het zijn, deze wezenlijke desoriëntatie. // In hemelsnaam waar verzeil ik?' Boeiend werk dus, waarin iedereen wel iets van z'n gading vindt, maar vooral gericht op de speelse en ervaren lezer.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.