Een frisse start
Anita Brookner
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Xander Uitgevers, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BROO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Contact, 1986 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BROO |
Christophe Vekeman
il/pr/05 a
Een vrouw die steevast, nadat zij geïnformeerd had naar iemands leeftijd, ongeacht het antwoord op haar vraag als kurkdroge reactie gaf: "Nog tien goede jaren." Een deftige dame die wanneer een bezoeker, onder de indruk van haar statuur en uitstraling, zijn toevlucht nam tot onbeholpen smalltalk en er bijgevolg op wees dat die bloemen in die vaas daar op die tafel erg mooi waren, schouderophalend mededeelde: "Ze zijn nieuw." Maar ook: de eerste vrouw die in 1967, op haar 40ste, benoemd werd tot hoogleraar Kunstgeschiedenis in de Slade-leerstoel in Cambridge.
Zo, onder meer, schetst Julian Barnes kunsthistorica en romanschrijfster Anita Brookner (1929-2016) in zijn nawoord bij het zonet in het Nederlands verschenen Hotel du Lac, Brookners 'vrouwenromannetje' waarmee zij in 1984 diezelfde Barnes (Flaubert's Parrot), J.G. Ballard (Empire of the Sun) en nog twee anderen op de shortlist achter zich wist te laten door doodleuk en tot verontwaardiging van velen de Man Booker Prize te winnen.
Een 'vrouwenromannetje'? Vanwaar dit laatdunkend bedoelde etiket? Omdat het boek door een vrouw geschreven was, een vrouwelijk hoofdpersonage had en ook verder voornamelijk door vrouwen werd bevolkt, tot wie de schaars aanwezige mannen welhaast per definitie in een - potentieel - amoureuze relatie stonden, terwijl er voorts geen bloed vergoten werd, er niet om de haverklap door ongeschoren, wanhopig voor de vijand vluchtende helden van bergkliffen werd gesprongen en het boek zich niet pakweg in het jaar 2850 afspeelde? Wellicht.
Maar misschien ook, opvallend genoeg, omdat Hotel du Lac het tegendeel was van wat we heden 'chicklit' noemen. Net zoals Edith Hope - de zelfverklaarde 'schrijfster van romantisch proza' die de hoofdrol speelt in Brookners prijsboek - regelmatig van haar uitgever te horen krijgt dat ze beter eens een voorbeeld zou nemen aan bepaalde collega's van haar die in hun boeken blitse deernen opvoeren die, gewapend met aktetassen en andere destijdse attributen van de zelfbewuste vrouw, hun dieper liggende vertwijfeling het hoofd trachten te bieden door mannenbedden op te zoeken op de wijze waarop iemand anders de tram neemt, zo moet ook Hotel du Lac zelf reeds bij verschijning haast anachronistisch - of, om een woord van op het achterplat te gebruiken, toch minstens 'tijdloos' - hebben aangedaan. Het verhaal had zich net zo goed in de tijd van Oscar Wilde, waaraan Brookners spitse schrijfstijl geregeld doet denken (het pseudoniem waarachter Edith Hope zich al schrijvend verschuilt is trouwens Vanessa Wilde), kunnen afspelen, en het laatste wat Brookner voor ogen lijkt te staan, is haar lezers tergen met choquante nieuwerwetsheden.
Verveling en stilstand
Hoe het begint: Edith Hope neemt in het in de titel genoemde hotel, gelegen aan het meer van Genève, aan het begin van de herfst haar intrek nadat zij zowaar uit de band is gesprongen en in het uitgestrekte wegennet van de liefde voor één enkele keer de kaarsrechte en overigens vrijwel lege hoofdweg heeft verlaten. Een maand plant zij in het hotel te verblijven, dat heeft zij aan haar omgeving moeten beloven. Een volledige maand, 'totdat iedereen tot de slotsom komt dat ik weer mezelf ben'.
Hotel du Lac, in zijn hoedanigheid van je reinste oord van verveling en stilstand, is voor zo'n bezinningsperiode overigens de uitgelezen locatie. 'Het hotel stond hierdoor bekend als een etablissement dat weinig kans maakte ongunstig de aandacht te trekken, een etablissement dat een herstellend verblijf garandeerde voor mensen die door het leven slecht behandeld waren of alleen maar vermoeid.'
Toch is Hotel du Lac veel meer dan een roman die je zin doet krijgen in het ene kopje thee na het andere, wat minder is gelegen aan wat er zoal in gebeurt - Edith maakt kennis met een aantal tot de verbeelding sprekende medegasten; ze schrijft brieven aan een zekere David, voor wie zij pijnlijk verliefde gevoelens koestert; ze wordt ten huwelijk gevraagd door iemand die heel duidelijk te kennen geeft op zijn beurt géén pijnlijk verliefde gevoelens voor haar te hebben, et cetera - als wel aan het uitzonderlijke talent van Brookner om zeer overtuigend sfeer te creëren, aan haar formuleringsgave, aan haar niet altijd van gif verstoken geestigheid. 'Ze was een knappe vrouw van vijfenveertig,' deelt Edith ons op zeker ogenblik mee, 'en dat zou ze nog jaren blijven.'
Zelf krijgt zij op een avond van haar mannelijke disgenoot het volgende te horen: 'Ik hoop niet dat je het soort vrouw wordt dat over de tafel heen leunt en met haar kin op haar handen steunend zegt: 'Waar denk je aan?''
Of neem een zin als deze: 'Achteroverleunend deed ze een ogenblik haar ogen dicht en liet tot zich doordringen hoezeer ze tegen de avond die voor haar lag opzag.'
Koelbloedige tragiek
Het zijn maar enkele voorbeelden van de weliswaar niet wereldschokkende, maar wel bijzonder elegante wijze waarop Brookner de pen hanteert en waarop zij erin slaagt een personage neer te zetten dat, ondanks dat het zich beweegt in een roman die schuilgaat achter een pastelblauwe cover met daarop een knobbelzwaan die je zó de nek zou willen omwringen, even levensecht als ondoorgrondelijk is, en even imponerend als innemend. Net als Anita Brookner, die overigens nooit getrouwd is, zelf was, als je Julian Barnes mag geloven. Nog in zijn nawoord schrijft hij: 'Ik geloof dat ik nooit iemand met minder zelfmedelijden heb ontmoet. Ze wist dat de wereld unfair was en vond iedereen die dat niet inzag naïef.'
Dat laatste blijkt ten overvloede uit de koelbloedige tragiek waarvan Hotel du Lac doordrongen is en die met name aan het slot tot uiting komt: Edith Hope hoeft niet het voorbeeld van Virginia Woolf, op wie iedereen voortdurend zegt dat zij uiterlijk lijkt, te volgen en zich van het leven te beroven om het boek van een behoorlijk hartverscheurend einde te voorzien, kan ik u beloven.
En wat het zelfmedelijden betreft: iemand die het voor elkaar krijgt om romans als Hotel du Lac te schrijven, verdient niet enkel de bewondering van de wereld, maar heeft ook, inderdaad, geen enkel recht zichzelf te beklagen, lijkt me. Die moet louter trots zijn, en zichzelf kurkdroog en schouderophalend op de borst tikken.
G. van Aken
Schrijfster van romantische lectuur Edith Hope heeft een misstap begaan en is in ongenade gevallen bij haar omgeving. Om zich te bezinnen en om een boek te voltooien trekt zij zich terug in een familiehotel aan het Meer van Genève. De merkwaardige spanningen die ontstaan als ietwat geheimzinnige mensen een tijdlang in een hotel wonen, leiden haar danig af. Even lijkt het erop dat ze bezwijkt voor een huwelijksaanzoek van een van de andere gasten; een onverwachte gebeurtenis redt haar van deze vergissing. Deze zorgvuldig opgebouwde en stemmige roman won in 1984 de prestigieuze Booker Prize for Fiction, tegen de verwachting in overigens. De kracht van het boek schuilt in de atmosfeer en de karaktertekeningen. Het boek sluit aan bij de rest van Brookners (1928-2016) werk, die zich vaak muizige vrouwen met een ongelukkig liefdesleven tot hoofdpersoon kiest.
Jann Ruyters
i /ul/10 j
'Mensen verdelen schrijvers in twee soorten categorieën, schrijvers die exceptioneel wijs zijn en schrijvers die exceptioneel naïef zijn omdat ze geen levenservaring hebben om op terug te vallen', merkt Edith Hope op in Hotel du Lac van Anita Brookner (1928-2016). Een verdeling tussen wereldwijs en wereldvreemd, zeg maar, tussen bohemiens en boekenwurmen.
Als schrijfster van romannetjes met titels als Zon bij nacht en In dit ondermaanse, schaart Edith Hope zichzelf in de laatste categorie. Iets waar je als lezer niet echt mee kan instemmen, aangezien Edith Hope haar eigen verlangens scherp weet te duiden net als de persoonlijkheden van haar medehotelgasten, de 'kindvrouwtjes' en 'hypernerveuze raspaardjes' met wie ze een paar nazomerse weken doorbrengt aan het meer van Genève. Maar die inzichten halen haar romans niet: 'In mijn boeken wint de schildpad keer op keer en dat is natuurlijk een leugen. In het leven wint de haas altijd.'
Edith Hope, mager en bleek, eind dertig, doet sommigen qua uiterlijk denken aan Virginia Woolf, anderen aan Prinses Anne. Ze is typisch een Anita Brookner-heldin: een intelligente, onafhankelijke, eenzame vrouw die in Genève een misstap in de liefde komt overdenken en haar 'serieuze hardwerkende persoonlijkheid' hoopt te hervinden. Ze stuit er op een beklemmend gezelschap verveelde vrouwen die vakantie houden van hun rijke echtgenoten en hun tijd verdoen met 'uitdagen, sarren en op ruzie aansturen'.
'Het gezelschap van hun eigen sekse is wat veel vrouwen naar het huwelijk dreef', constateert Edith, die mannen prefereert, maar niettemin gedwee meebeweegt in de gesprekken aan de ontbijttafel en bij de thee. Dat mee bewegen vormt een pijnlijk contrast met haar innerlijke scherpte.
In Edith tekent Brookner ook een vrouw die dreigt te berusten in haar verlies. Als de enige mannelijke hotelgast haar een verstandshuwelijk voorstelt neemt ze dat in overweging. Haar onvrede zou maar gaan leiden tot interesse in het feminisme en het lezen van romans over vrouwen, zegt hij. 'Wil je echt de rest van je leven niets anders doen dan met verongelijkte vrouwen over je baarmoeder praten?'
Uitgeverij Orlando brengt Hotel du Lac, Anita Brookners bekendste roman (waarvoor ze in 1983 de Booker Prize won), nu opnieuw uit. Daarnaast verschijnt een nieuwe vertaling van haar in 1981 verschenen debuut Een frisse start. Daarmee schuift Brookner aan in het rijtje veronachtzaamde vrouwelijke auteurs die met succes uit de archieven zijn opgevist: denk aan Jane Gardam, de vroege Hilary Mantel, en recent Marian Engel met De beer.
Niet dat Anita Brookner tijdens haar leven niet werd gezien, ze won tenslotte wel de Booker Prize, maar die bekroning was omstreden, zo schrijft Julian Barnes in zijn nawoord. Pijnlijke anekdote: bij het Booker-diner werd hij als verliezende mede-genomineerde getroost door een mannelijke collega die hem zei dat zijn boek niet verdiende te winnen, maar toch ook niet om te verliezen van 'dát boek'. Tuttig gekwezel, vond hij.
Intelligentie, reserve en eenzaamheid heeft Edith Hope gemeen met hoofdpersoon Ruth Weiss in Een frisse start. Zij is letterkundige, gespecialiseerd in Balzac, maar in de eerste zin van de roman wordt opgemerkt dat 'de literatuur haar leven had verpest'. In het echte leven, leert Ruth Weiss, winnen niet deugd en geduld, maar opportunisme.
De ongetrouwde Ruth blijft lang bij haar ouders wonen. Haar moeder is een kwijnende actrice die het bed houdt, haar vader een zwijgzame ondernemer die een stiekeme verhouding heeft met de vrouw die zijn bedrijf exploiteert. Ook Ruth schittert in afwachtendheid. Heerlijk hemeltergend is de scène waarin zij zich opdoft en een diner bereidt voor een man die niet komt.
Eerder kon ik er niet zo goed tegen, die typische Brookner-heldin: een eenzame vrouw die haar onafhankelijkheid dreigt op te geven voor een man die dat niet verdient en dat zelf weet. Lees je deze romans nu, dan schijnen ze zich af te spelen in een lang voorbij tijdperk, eerder de jaren dertig dan de jaren zestig. Maar nu vallen naast de droefgeestigheid ook Brookners scherpzinnigheid en humor op, haar gecompliceerde heldinnen, haar verfijnde stijl. Je raakt nieuwsgierig naar het leven van deze schrijver, die naar eigen zeggen in haar boeken ook aan zelfanalyse deed. Brookner was naast schrijver succesvol kunsthistoricus, ze studeerde in Parijs, doceerde aan de universiteit, en hield zich afzijdig van de literaire wereld. Ze debuteerde als romanschrijver pas op haar 53ste.
Ze was enig kind van Pools-Joodse vluchtelingen en trok na de dood van haar vader bij haar moeder in, een zangeres die haar carrière moest opgeven toen ze trouwde. Ze schreef over de vrouwelijke conditie -, de frustratie, de offers, de hypocrisie- en was haar tijd daarin vooruit, maar ergens ook helemaal niet. Het wachten is nu op de biografie van Hermione Lee, gelauwerd biograaf van onder meer Virginia Woolf.
Anita Brookner, Een frisse start. Vert. René van Veen. Orlando; 216 blz. €22,99.
Anita Brookner, Hotel du Lac. Vert. Eva Wolff. Orlando; 216 blz. €15,39.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.