Een onmogelijke ontmoeting met Pier Paolo Pasolini : (bijna waargebeurd)
Emanuele Trevi (Auteur), Jeanne Crijns (Vertaler)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, © 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11228 |
Besprekingen
Tussen muze en maestro
Annick Vandorpe
te/ep/14 s
Emanuele Trevi (1964) laat zijn eigen naam nergens vallen, maar de ik-verteller die in Een onmogelijke ontmoeting met Pier Paolo Pasolini (bijna waargebeurd) het woord voert, is wel degelijk zijn jongere zelf. Trevi was net 30 en had fabelachtige schrijversdromen toen hij in 1994 bij de stichting Pier Paolo Pasolini een baantje vond. Onder het toezicht van actrice Laura Betti, die de stichting had opgericht, moest hij de archieven uitpluizen en de interviews met Pier Paolo Pasolini van onder het stof halen en bundelen.
Een rustige job? Niet met Betti als baas. Zelfs als de bazin niet op kantoor was, bepaalde ze de sfeer. 'De slak, om het meest effectieve beeld dat in me opkomt te gebruiken, had dat huisje zo totaal doordrenkt met haar slijm dat de waanzin, ook wanneer ze ervandoor was, er onophoudelijk bleef doorsijpelen.'
Laura Betti, bijgenaamd 'La Pazza' (de gekkin), is op dat ogenblik bijna 70, verschrikkelijk zwaarlijvig en speelt nog maar zelden meer filmrollen, maar in haar jonge jaren heeft ze samengewerkt met alle grote Italiaanse regisseurs en was ze de lievelingsactrice van Pasolini.
De maestro is in 1994 al bijna twintig jaar dood, maar de liefde die zij voor hem koestert - een liefde die van bij het begin onmogelijk was want Pasolini was homoseksueel -leeft nog en heeft haar verbitterd en kwaadaardig gemaakt. Ze grijpt elke gelegenheid te baat om haar frustraties uit te werken op de verteller, die ze zoccoletta noemt, hoertje.
Tussen de confrontaties met de trieste waanzin van Laura Betti door, duikt de verteller onder in de stapels en stapels papier die Pasolini heeft nagelaten. Een werk dat vorm kreeg, noemde Pasolini eenvoudigweg 'qualcosa di scritto', iets geschrevens.
Trevi pikt de bewoordingen op en zoomt in op het mysterie van de onvoltooide roman Petrolio. Pasolini begon aan Petrolio in 1972. Het boek verscheen in 1992, zeventien jaar nadat hij op brutale wijze en in raadselachtige omstandigheden werd vermoord.
De protagonist van Petrolio is Carlo Valletti, een ingenieur die voor een oliemaatschappij werkt en zich ontdubbelt in twee personages - een carrièrejager die in corrupte toestanden verwikkeld raakt, en een flierefluiter die seksuele avonturen najaagt - die zich in de loop van de roman allebei in vrouw en dan weer in man metamorfoseren.
Het boek sloeg in als een bliksemschicht en ontketende talloze polemieken door zijn politieke connotatie en expliciete seksscènes. Trevi stelt Petrolio in het licht van Pasolini's denkbeelden en promiscue levenswandel, legt een verband met de Griekse inwijdingsrituelen en interpreteert de roman op een persoonlijke, heel poëtische manier.
Trevi's boek werd bekroond met de Europese Literatuurprijs en prijkte op de shortlist van de Premio Strega. Qua genre leunt het eerder aan tegen de documentaire, maar het leest als een roman. Trevi heeft een uitmuntende pen, hanteert een sublieme beeldspraak en laat zijn zinnen klateren als heldere bergstromen. Dankzij de prima vertaling van Jeanne Crijns komt zijn talent ook in het Nederlands tot volle wasdom.
'Misschien is er van al het leed dat het leven ons dwingt te dragen,' reflecteert de verteller, 'geen groter leed dan dit: meer van iemand anders houden dan van onszelf en tot op zekere hoogte van zijn aanwezigheid genieten - en tegelijkertijd beseffen dat die geliefde, juist op het moment dat hij in levenden lijve bij ons is en zijn tijd met ons doorbrengt, in werkelijkheid alleen zijn eigen lot toebehoort dat hem, terwijl we zeker weten dat we hem stevig vasthouden, al van ons wegvoert.'
De samenwerking met Laura Betti is gedoemd om slecht af te lopen, maar de kennismaking met Pasolini's gefrustreerde muze behoort wel tot die zeldzame variant ontmoetingen die, achteraf bezien althans, een bron van inzichten worden en een gans leven bijblijven.
De Geus, 256 p., 19,95 euro. Vertaald door Jeanne Crijns.
Drs. F. Meeuwesen
In het eerste en langere deel 'Iets geschrevens' verdiept de auteur (1964) zich, tijdens een stage en daarna, in de interviews en andere werken van Pasolini ((1922-1975). Hij komt daardoor zowel in aanraking met de nalatenschap van de schrijver en cineast als in daadwerkelijk contact met een van diens actrices en zangeressen: Laura Betti. Vooral via haar gedrag, ook op reis en bij optredens, begint de auteur de geest van Pasolini enigszins te benaderen; een bewustwordingsproces, waarvan het einde open blijft. In het kortere tweede deel '…als een bliksemschicht' gaat de auteur in Griekenland op zoek naar een heiligdom in Eleusis, dat een sleutelrol speelde in Pasolini’s bestaan. Het boek is door de vele anekdotes een interessant psychologisch en emotioneel tijdsdocument, dat enig licht werpt op twee zeer complexe persoonlijkheden, waarbij de rol van Laura Betti het meest in het oog springt. Over de cineast was immers al zeer veel geschreven. Zeer de moeite waard voor een publiek dat van film en literatuur houdt. Met noten, literatuurlijst en katern kleurenfoto's. De auteur ontving The European Union Prize for Literature 2012 voor dit boek.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.