Medea ; Teorema ; Edipo re ; Uccellacci e uccellini ; Accattone
Pier Paolo Pasolini
Pier Paolo Pasolini (Auteur), Piet Joostens (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Polis, 2016 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : PASO |
Jonas Mortier
i /un/22 j
'Vaarwel en beste wensen' is de titel van het laatste bij leven gepubliceerde gedicht van Pier Paolo Pasolini en tevens de titel van een nieuwe bloemlezing van zijn beste gedichten en polemieken.
Pasolini is vooral bekend als regisseur (Teorema, Salò of de 120 dagen van Sodom) én als provocateur. "Ik heb nooit kunnen zwijgen", schrijft hij zelf. Hij zorgde graag voor schandaal. Al op jonge leeftijd werd hij als homoseksueel aangeklaagd wegens de 'corruptie van minderjarigen en het stellen van obscene handelingen in de openbare ruimte'.
In die zin doet hij denken aan Socrates, die ter dood werd veroordeeld wegens zijn slechte invloed op de jeugd. Later zou Pasolini nog vaak aangeklaagd worden, onder andere wegens obsceniteit, onheuse taal, pornografie, minachting van religie en minachting van de staat.
Zijn status als schandaalfiguur ontleende hij aan het feit dat hij het altijd opnam voor de underdog, de armen en de jeugd, voor hen, kortom, die zelf geen stem hebben. Van in zijn eerste dichtbundel La meglio gioventù of eerste roman Ragazzi di vita tot aan zijn laatste dichtregels vond hij in hen het echte, authentieke leven, "het archaïsche, duistere, vitale geweld" waar hij zijn inspiratie en bestaansreden uit haalde.
Het was die vitale onderstroom die zijn persoonlijke leven stuurde en zijn politieke denken bepaalde. Hij zou ze zijn leven lang verdedigen, ook al omdat ze voor hem "het laatste bastion van de realiteit (vormden) in (...) de culturele en antropologische crisis die tegen het eind van de jaren 60 was aangebroken".
Pasolini was een marxist en hij had een afkeer van wat hij "de repressieve cultuur van de burger" noemde. Deze zorgde voor een "vernietigende homogenisering van alles wat authentiek (...) was" en "wat ooit zo historisch gedifferentieerd en rijk aan oorspronkelijke culturen was".
Iedereen wil hetzelfde
Pasolini zag het Italië uit zijn jeugd verdwijnen en vervangen worden door een globale, homogene cultuur gebaseerd op de principes van het kapitalisme. Pasolini: "De hele productiewijze is gewijzigd (...). Deze 'nieuwe cultuur' heeft de voorgaande culturen op cynische wijze vernield (...). Ze vervangt de vernietigde waarden en modellen met eigen waarden en modellen, die van een nieuw type bourgeoisie."
Het gevolg: "er zijn geen menselijke wezens meer. Iedereen wil hetzelfde en gedraagt zich op dezelfde manier." De mensen willen elkaar kapotmaken in ruil voor bezit.
Alleen in het lompenproletariaat, tussen de verworpenen, de bedelaars, prostituees, gangsters, kleine crimineeltjes, landlopers en de werklozen, al wie door de industrie en door de maatschappij is uitgespuwd, vond hij nog waarachtigheid. Maar ook hun geheel eigen joie de vivre werd bedreigd door burgerlijke ambities zoals het hebben van een huis-tuin-keuken. Het kapitalisme, zoals verspreid door televisie en onderwijs, had zo stilaan gewonnen.
Pasolini hield niet op hiertegen te fulmineren, keet te schoppen en nee te zeggen. Zijn redenen: "De weinigen die de geschiedenis hebben bepaald, waren diegenen die nee hebben gezegd". Ook zegt hij: "om effectief te zijn, moet de weigering groot zijn, niet op enkele punten, maar echt totaal, absurd, los van het 'gezond verstand'. Weet u, iemand als Eichmann had veel gezond verstand. Waar ontbrak het hem aan? Hij heeft niet meteen nee gezegd toen hij nog een eenvoudige bureaucraat van het overheidsapparaat was. Misschien zei hij wel eens tegen een paar vrienden dat hij Himmler niet zo graag mocht. (...) Maar hij heeft de machine nooit stilgelegd."
Pasolini hamert in zijn polemieken nogal vaak op hetzelfde punt, maar heeft daar een verklaring voor: "Ik weet dat je een huis kunt laten instorten als je steeds op dezelfde spijker slaat." Niettemin was een beetje meer variatie in de onderwerpkeuze van deze selectie welkom geweest. Ook het samenbrengen van de gedichten met de polemieken roept vragen op. Verder is Pasolini net iets minder begaafd als schrijver dan als filmmaker. Maar goed, als filmmaker was hij zo geniaal, dat zelfs zijn boodschappenlijstjes interessant zouden zijn. En dankzij deze teksten kan het eenzijdige beeld dat velen van Pasolini hebben of hadden wat bijgesteld worden.
Voor veel van zijn tijdgenoten leek Pasolini namelijk een (warrige) reactionair, die zowel op links als rechts schoot. Hij leek paranoïde in zijn waarschuwingen dat "we allemaal gevaar lopen". Maar nu we globaal steeds meer de gevolgen van een doorgedreven kapitalisme kunnen zien, blijkt hij in grote mate visionair. Hij voorspelde (in de woorden van samensteller Piet Joostens): "cultuur- en waardeverlies, frustratie, taalverschraling, een valse tolerantie die met moeite een groeiende intolerantie voor alles wat niet met de modellen van de meerderheid strookt kan verbergen, nieuwe vormen van racisme, instrumentalisering van de geschiedenis en van menselijke relaties, veralgemeende bezitsdrang, depolitisering van de macht door een inhoudsloos pragmatisme ten voordele van het kapitaal, individualistisch materialisme en, last but not least, banalisering van corruptie en geweld".
Hij was een roepende in de woestijn. Steeds met een wanhopige vitaliteit, zoals hij het zelf uitdrukte. Hopend dat iemand hem kon horen. Op zoek naar een mens, zoals Diogenes. Of zoals hij het zelf verwoordt in het gedicht 'Vaarwel en beste wensen', gericht aan een jonge 'fascist':
'Draag jij nu dit gewicht, jongen die mij haat, neem jij het maar. Je hart licht ervan op. En ik loop opgelucht door, voorwaarts, altijd kiezend voor het leven en de jeugd.'
Polis, 200 p., 19,95 euro, samengesteld door Piet Joostens.
Luc Devoldere
us/ug/19 a
Over de poëzie van Pier Paolo Pasolini (1922-1975) wordt gezegd dat ze overal in zijn werk te vinden is - in zijn kritieken, zijn journalistiek, zijn films - behalve in zijn gedichten. Het is een provocerende en intrigerende uitspraak. Pasolini schreef zijn eerste vers toen hij zeven jaar oud was en werd definitief dichter toen een leraar in 1937 in de klas een gedicht van Rimbaud voorlas. Hij debuteerde met Poesie a Casarsa (1942) als dichter in het Friulisch, het dialect van zijn moeder. Zeker tot de jaren 60 schreef hij vooral poëzie. Toen leek het alsof hij niet meer in het genre geloofde, althans niet meer in de relevantie ervan, maar hij bleef wel publiceren.
De gewelddadige dood van Pasolini in 1975 blijft het perspectief bepalen van waaruit men naar zijn leven en werk kijkt. Op dat ogenblik was hij een bekende cineast en een geëngageerde intellectueel die op de voorpagina van de krant columns schreef, waarin hij Italië geselde en provoceerde. Toch noemde Alberto Moravia op de begrafenis van zijn vriend Pasolini de grootste Italiaanse dichter van de tweede helft van de twintigste eeuw.
Piet Joostens heeft met Vaarwel en beste wensen een interessante maar geen makkelijke keuze gemaakt uit de latere gedichten en de polemieken van de jaren 70. De bloemlezing sluit af met het interview dat Pasolini gaf op de dag van zijn dood. Joostens leidt deskundig in en annoteert de teksten voorbeeldig. Maar laat me eerlijk zijn: de lectuur blijft een opgave. 'Fonkelende gedichten' beweert het achterplat. De poëzie van Pasolini is weerbarstig, bestaat vaak uit redeneringen in taai en gedateerd jargon, met her en der glanzende, lyrische enclaves, en krachtige, beklijvende beelden. 'Polemieken van een man die zijn tijd ver vooruit was', beweert het achterplat ook: hij was veeleer een man die leed aan zijn tijd, omdat hij in een traditie, een netwerk van particuliere tradities was verankerd - die van de filoloog, de geletterde, de ouderwets humanistische en in de ware zin van het woord 'burgerlijke' intellectueel. Juist omdat hij de neergang, de aftakeling van die tradities scherp aanvoelde, was hij 'moderner dan alle modernen'. Maar zijn tijd ver vooruit? Integendeel.
Hedonisme
Pasolini ging bij de studentenrellen in het Rome van 1969 aan de kant staan van de politieagenten, want zij waren de zonen van de armen, terwijl de studenten bleke zonen van de bourgeoisie waren die gewoon de macht wilden overnemen. Op dezelfde manier keerde hij zich tegen het lange haar, dat hij als een teken van onderdanigheid en conformisme zag, tegen drugs en abortus en zou hij gegruwd hebben van het homohuwelijk waarin hij alleen de consecratie van het knusse koppel kon zien. In zijn ogen zijn de studenten de laatste generatie die nog 'arbeiders' en 'landbouwers' zal zien.
In de loop van de jaren 60 waren de arbeiders, landbouwers en 'subproletariërs' opgeslokt door de bourgeoisie, die iedereen gelijkschakelt. Iedereen is in het 'neokapitalisme' een consument geworden, een conformist in zijn gedrag en wezen. Waar het historische fascisme in Pasolini's ogen nooit in geslaagd was, daar was het consumentisme, met zijn valse tolerantie en zijn opgelegd hedonisme geruisloos in geslaagd.'Vandaag doen alle jonge Italianen dezelfde dingen, ze spreken dezelfde lichaamstaal en ze zijn inwisselbaar (…) op een plein vol jonge mensen kan niemand nog een fysiek onderscheid maken tussen een student en een arbeider of een fascist en een antifascist (…)' Hij kwam het zelf op televisie zeggen: 'het fascisme was al met al niet eens in staat een krasje te maken op de ziel van het Italiaanse volk; het nieuwe fascisme, met zijn nieuwe communicatie- en informatiemiddelen, en met name dan de televisie, heeft die ziel bekrast, verscheurd, verkracht en voor altijd toegetakeld.' Het ging in zijn ervaring over niet meer of minder dan een antropologische mutatie, zelfs een culturele genocide. Hij maakte het mee in lijf en leden. Het was voorbij. En toch ging hij door. Als een rabiate nostalgicus die het verdwijnen van de vuurvliegjes door vervuiling als een cesuur in de beschaving zag. Als een vat vol tegenstrijdigheden, op het schizofrene af. Hij voelde zich een 'kracht uit het Verleden'. Zijn ideologisch jargon is gedateerd, maar zijn wanhopige inzet blijft bewondering afdwingen. Hij was de horzel op het luie paard van Italië, dat in één decennium te snel te rijk was geworden.
Weerloos
Zijn eigen omgang met adolescenten, die hij elke avond ging opscharrelen om er seks mee te hebben, zag hij veranderen. Het maakte hem nog wanhopiger. Hij werd meer en meer een intellectueel die zich weerloos in de strijd gooide, zijn j'accuses in een leegte slingerde. Een burger was hij altijd geweest, op het einde van zijn leven, rijk en alleen, verbannen in zijn Alfa Romeo. Iemand die zich een marxist bleef noemen, op de communisten bleef stemmen, maar gemarginaliseerd buiten de partij opereerde. Een kunstenaar die zijn 'trilogie van het leven' ( Il Decameron, I racconti di Canterbury, Il fiore delle mille e una notte), de films van de jaren 70 waarin hij de vitalistische erotiek had gevierd, op het einde van zijn leven afzweert, omdat ze geïnstrumentaliseerd zijn als een soort cultuurporno, maar vooral omdat de representatie van eros niet meer onschuldig is. De lichamen en de geslachtsdelen zijn niet meer onschuldig. Het is voorbij. 'De ineenstorting van het heden impliceert de ineenstorting van het verleden. Het leven is een opeenhoping van onbeduidende, ironische ruïnes.'
Je kunt zijn verzen afdoen als mislukt en zijn polemieken als gedateerd, overtrokken, vaak hysterisch. Hij was uiteindelijk meer apocalyptisch dan visionair. De extreemrechtse netwerken van terreur heeft hij intuïtief aangevoeld en aangeklaagd, maar de linkse terreur van de Rode Brigades heeft hij dan weer niet zien aankomen. Hij heeft Berlusconi niet voorspeld, maar wel de uniformerende kracht van de televisie onderkend.
Pasolini is relevanter dan het kwetterende getwitter en de brij van het 'gecolumnieer' die ons vandaag overspoelen. Hij stond en staat in de marge, hij was en blijft als de belangrijkste cultuurcriticus van het naoorlogse Italië een fremdkörper. Maar als in een troebele spiegel zien we in zijn werk, dat experimenteel is en traditioneel, modern en postmodern, onaf en amateuristisch, wat er echt toe doet. Lees die man.
Vertaald, samengesteld en ingeleid door Piet Joostens, Polis, 200 blz., 19,95 €.
Marc De Pril
Voor velen is de naam Pier Paolo Pasolini verbonden aan controversiële en gedurfde films als 'Het evangelie volgens Mattheüs', 'Teorema' of 'Il Decamerone'. Het boek van Piet Joostens 'Vaarwel en beste wensen Pasolini' etaleert een voor vele lezers wellicht onbekende Pasolini: de poëet, opiniemaker, schrijver van polemieken. Het rauwe, gedurfde en vaak choquerende uit zijn films is terug te vinden in zijn poëzie, die ruim honderd van de 175 bladzijden van het boek inneemt. Lees bijvoorbeeld het uitdagende gedicht 'Overwinning' uit 1964 of het dromerige 'Fragment aan de dood' van 1960. Onder de rubriek 'Polemieken' confronteert Pasolini de lezer met zijn werkelijk visionaire standpunten over Italiaans terrorisme, de mediapolitiek van Berlusconi, zijn visie op abortus, drugs, zelfs 'mannen met lang haar' (!) en de bourgeoisie. Bijzonder actuele thema's, ermee rekening houdend dat deze polemieken geschreven werden tussen 1969 en 1975. De auteur sluit het boek af met het laatste en beruchte interview van Pasolini op 1 mei 1975, dat hijzelf bedacht met de titel 'We lopen allemaal gevaar'. Amper een paar uur later werd Pasolini vermoord.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.