Man en vrouw
Zeruya Shalev
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Cossee, cop. 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14051 |
Joseph Pearce
il/pr/13 a
'De Joden hebben genoeg verhalen de wereld ingestuurd, het is tijd voor actie', aldus de oude vader van Hemda Horowitz in Het hart van de familie van Zeruya Shalev, een van haar vorige boeken. Joodse zelfspot? Ongetwijfeld. Zeker als je bedenkt dat de auteur van dat boek slechts één lid van een hele stam schrijvende Shalevs is.
De bekendste van die stam is Meir Shalev, haar neef, de auteur van onvergetelijke romans als De kus van Esau (1992) en Een duif en een jongen (2006). Maar ook zijn nicht heeft intussen wereldwijd naam gemaakt.
Pijn (2016) zal die roem allerminst aantasten, wel integendeel. De vijfde roman van de Israëli-sche schrijfster is meer dan ooit complex en uitdagend, voortdurend balancerend tussen grimmigheid, verdriet en optimisme, en geschreven in haar kenmerkende bruisende stijl. Zeruya Shalev slaagt er opnieuw in de lezer in vervoering te brengen.
De Duitse krant Die Welt noemde u 'de belangrijkste vrouwelijke stem in de Israëlische literatuur'. Wat vindt u van dit compliment?
Zeruya Shalev: "Enerzijds vind ik het fijn dat ik die lof heb gekregen, anderzijds moet ik toegeven dat mijn vrouw-zijn niks met mijn schrijverschap te maken heeft. Virginia Woolf zei dat je androgyn wordt zodra je je aan het schrijven zet. Ze heeft gelijk.
"Helaas worden schrijfsters in Israël al te vaak in een soort getto gestopt. Van mijn neef Meir zullen ze nooit zeggen dat hij de belangrijkste mannelijke stem in de Israëlische literatuur is. Gelukkig is dat niet het grootste probleem in mijn land, ik kan dus wel leven met die goedbedoelde, maar evenzogoed misplaatste opdeling in mannelijke en vrouwelijke auteurs."
Uw roman begint wanneer Micki zijn vrouw Iris er op een onhandige manier aan herinnert dat ze exact tien jaar eerder bij een zelfmoordaanslag zwaargewond werd. Van meet af aan wordt de lezer dus met zijn neus zowel op een persoonlijke tragedie als op de tragedie van Israël gedrukt. Hebt u hier een punt willen maken?
"Niet echt. Eigenlijk begint dat boek op een manier die ik nooit had gewild. Toen ik het slachtoffer van een bomaanslag was geworden, heb ik gezworen daar nooit over te schrijven. Wat mij was overkomen, was privé. Tien jaar lang heb ik woord gehouden.
"Maar weet je, ik begin nooit met een vast plan aan een roman. Ik weet ook nooit waar het verhaal mij naartoe zal voeren, laat staan dat ik weet hoe het zal eindigen. Welnu, ineens schreef ik dus over de aanslag, het gebeurde zonder dat ik erover nadacht, het was sterker dan mezelf, alsof mijn onderbewustzijn me voortdreef."
'Ik wil het gerust over politiek hebben', zei uw collega David Grossman enkele maanden geleden in Brussel, want, zo ging hij verder, 'dit zijn politieke tijden'. Voordien had hij altijd geweigerd zulke vragen te beantwoorden. Bent u bereid om over politiek te praten?
"Zeker, zolang u mij geen simplistische vragen stelt. Wat ik van Benjamin Netanyahu denk, bijvoorbeeld."
Grossman klonk erg pessimistisch over de poli-tieke toekomst van Israël. Deelt u zijn gevoel?
"Ik ben het jammer genoeg met hem eens, hoewel ik net als hij weiger alle hoop op te geven.
"Ik zal u een op het eerste gezicht contradictorisch antwoord geven, alleen om te laten zien hoe ingewikkeld de politieke toestand is. Vorige zomer was ik ontzettend optimistisch, ik had me aangesloten bij Women Wage Peace. Onze actiegroep had bij de ambtswoning van Netanyahu een tent opgezet met de bedoeling om de premier aan het verstand te brengen dat hij het vredesproces weer moest opstarten. Vijftig dagen lang zijn we daar gebleven, en al die tijd hebben we gepraat met talloze voorbijgangers, vooral vrouwen, maar niet alleen vrouwen. En wat bleek? De meesten wilden graag afstand doen van al hun waarheden en overtuigingen, zolang er maar vrede zou komen.
"Uit die gesprekken bleek ook hoeveel Israëli's en Palestijnen, Israëli's en Arabieren, Joden, christenen en moslims met elkaar gemeen hebben, iedereen wilde vrede, iedereen was tot compromissen bereid. Ik voelde toen dat er werkelijk iets aan het bewegen was, ik was zo blij, zo high.
"Enkele weken na onze actie begon een nieuwe intifada, de stabbing intifada, mensen werden wil-lekeurig met een mes neergestoken. Van de ene op de ander dag nam de haatretoriek het over van de stemmen van de vrede. Het leek alsof ik alles had gedroomd, alsof de zomer een illusie was geweest."
Michal, een van de personages in De tweede familie, zegt dat men in zijn land met de angst moet leren leven. Volledige veiligheid bestaat immers niet, zegt hij. Hebt u intussen leren leven met de angst?
"Ik heb daar pas mee leren leven toen ik bij de bomaanslag zwaargewond werd. Daarna verbood ik mijn kinderen met het openbaar vervoer naar school of naar hun vrienden te reizen, en ik droeg hen op het hart om altijd en overal alert te zijn.
"Zelf heb ik pepperspray bij me. Maar zelfs dan kan het noodlot toeslaan. Bij die aanslag op die lijnbus liep ik op het trottoir, daar was ik veilig, dacht ik. Nee, dus."
Iris zegt dat het makkelijker is te haten dan lief te hebben. Zullen de extremisten en de racisten dan altijd aan het langste eind trekken?
"Ik weiger dat te geloven. Bovendien worden de gematigde stemmen onderschat. In de media krijgen enkel de extremisten aandacht, die schreeuwen immers het hardst, die provoceren voortdurend. We moeten ervoor zorgen dat de gematigden ook gehoord worden, zodat het voor iedereen duidelijk wordt dat zij de meerderheid vormen, anders trekt die gewelddadige minderheid altijd aan het langste eind.
"Dat was honderd jaar geleden ook al zo, hoor, lang voordat Israël bestond, we leren blijkbaar niets bij. Vrede blijft onmogelijk zolang we niet allemaal samen de dialoog aangaan."
In een van de brieven aan de ouders schrijft Iris, directrice van een basisschool: 'De realiteit van de staat Israël stelt ons voortdurend voor een uitdaging - hoe gedragen wij ons tegenover de vreemde, de vreemde die onder ons leeft'. Is dat een oproep om het zwart-witdenken over de Palestijnen te doorbreken?
"Zonder twijfel. Zowel Israëli's als Palestijnen moeten trouwens leren inzien dat hun zwart-witdenken enkel tot meer verdeeldheid leidt. Toenadering is pas mogelijk als iedereen erkent dat we elkaar nodig hebben.
"Iris beseft trouwens op dat ogenblik nog niet dat ze ook in haar privéleven voor dezelfde uitdagingen zal staan. Met haar dochter Alma bijvoorbeeld, die 21 is en steeds meer vervreemdt van haar ouders. Hoe zal Iris daarmee omgaan? De vreemde is dus niet enkel de Palestijn, de vreemde woont ook in onze gezinnen, en in onszelf. Hoe leren wij onszelf beter kennen? Ook dat is een uitdaging."
In uw boeken nodigt u de lezer uit om de dialoog met de personages aan te gaan. U noemt uzelf trouwens hun dienares, alsof zij het voor het zeggen hebben, niet hun bedenker.
"Ik wil inderdaad dat mijn lezers samen met de personages op stap gaan, zodat ze op elk ogenblik kunnen reageren op wat die doen, denken, voelen.
"Dat kan natuurlijk alleen als ik het hele gamma van onze menselijke emoties benut, en dat doe ik dus, met als gevolg dat de lezer nu eens protesteert, dan weer akkoord gaat, nu eens boos is, dan weer het hoofd schudt, in één woord, dat hij mee in de psychologie van de personages wordt ondergedompeld. Het gaat over veel meer dan empathie of antipathie voor een of ander personage, ik wil dat de lezer hun gesprekspartner is."
Waar komt die wil vandaan?
"Tijdens mijn legerdienst moest ik soldaten begeleiden, hun psychologische problemen onder de loep nemen, oplossingen aanbieden. Maar wat gebeurde? Ik leefde zo met ze mee, ja, ik huilde soms met ze mee, dat ze op den duur vroegen of er mij iets scheelde. Ik bleek dus een belabberd psycholoog te zijn.
"Later, toen ik begon te schrijven, besefte ik dat ik een belangrijke les had geleerd. Ik moest niet met mijn personages meeleven, ze moesten onafhankelijk zijn, hun eigen leven leiden, zich niets van mij aantrekken."
Is dat ook de reden waarom u uw romans vaak met een dramatische paukenslag laat beginnen? Een jonge vrouw wordt halsoverkop verliefd op een vriend van haar vader. Een man merkt op een morgen dat hij verlamd is. Een vrouw gooit haar echtgenoot het huis uit. Alsof u de lezer verplicht om van meet af aan een standpunt in te nemen.
"Ik houd ervan om geen tijd te verspillen, gewoon omdat ik ervan overtuigd ben dat een roman aan kracht wint wanneer de lezer meteen bij de keel wordt gegrepen.
"Ik wil er wel op wijzen dat een directe, harde confrontatie de zin voor nuancering niet uit de weg gaat. De confrontatie is slechts een eerste stap in een ontwikkeling die voortdurend verandert, voortdurend de lezer uitdaagt en op de proef stelt."
Wanneer u de psychologie van uw personages aftast, graaft u niet enkel ontzettend diep, u delft ook de kleinste en onbeduidendste scherven op en stoft ze zorgvuldig af. Bent u een archeologe van de menselijke ziel?
"Ik ben nu eenmaal van mening dat alles wat wij zeggen en doen consequenties heeft, ook een achteloos uitgesproken zin, ook een oogopslag, ook een glimlach of een rimpel in het voorhoofd.
"Daarom is het belangrijk om de miniemste veranderingen te registreren, zo kan ik niet enkel de enorme rijkdom van onze emoties en gedragingen tonen, maar maak ik ook duidelijk dat we complexe wezens zijn die voortdurend keuzes moeten maken en moeten leven, en leren leven, met de gevolgen van die keuzes."
Is uw stijl daarom ook zo jachtig, zo rusteloos? Het lijkt wel alsof hij onder stroom staat. Korte zinnen zijn met een vergrootglas te zoeken.
"Mijn stijl is een reflectie van wat er zich in een flits in het hoofd van een personage afspeelt. Dat ene moment volstaat om als het ware een hele reeks aan gedachten en gevoelens door dat hoofd te jagen. Ik kan dat alles onmogelijk rustig beschrijven, alsof er tussen elk gevoel en elke gedachte een muur is opgetrokken. Nee, alles gebeurt tezelfdertijd en scheurt naar alle kanten open, alles botst met alles."
Het gevolg is een vloeiende, haast vloeibare, weelderige, lyrische stijl. De zinnen lijken uit uw pen te stromen. Doen ze dat echt?
"Helaas niet, nee. Ik schaaf en schaaf tot ik vind dat elke zin tot in de puntjes klopt. Cruciaal daarbij is dat het ritme van elke zin moet kloppen. Daarom lees en herlees ik de zinnen altijd hardop, ik wil horen hoe ze klinken, ik wil weten hoe de tekst bij de lezer overkomt als ik hem zou voorlezen.
"Ik werk vaak vier of vijf jaren aan een boek, dat is lang, en dat trage schrijfproces heeft een simpele oorzaak: eigenlijk wil ik met de wapens van een dichteres een roman schrijven - ik schrijf trouwens ook poëzie - maar wie vanuit een gedicht een roman wil uitwerken, die heeft nu eenmaal veel geduld nodig."
Wanneer Iris na dertig jaar opnieuw haar jeugdliefde Eitan Rosenfeld ontmoet, begint ze een passionele verhouding met hem. Bestaat er iets mooiers dan hervonden liefde?
"Toegegeven, met de grote liefde van je leven opnieuw in zee gaan, lijkt fantastisch. Maar Iris beseft, weliswaar niet onmiddellijk, dat ze er ook veel voor zal moeten opgeven. Wat met haar echtgenoot? Haar kinderen? Kan ze die zomaar in de steek laten? Zal die opgevlamde liefde voor Eitan standhouden? Zal ze het verleden wel kunnen terugbrengen? Overschat ze de mogelijkheid daartoe niet?"
Iris vraagt zich ook af of de mens wel lering uit zijn vergissingen kan trekken. Wat is uw mening?
"Als het hart spreekt niet, nee. Je moet je hoofd gebruiken, je verstand. Het is een hele kunst om bij elke keuze helder na te willen denken. Toch is dat nodig. Alleen dan zullen we begrijpen, nee, zullen we accepteren, dat het beter is tevreden te zijn met wat we hebben dan ongelukkig te zijn om wat we moeten missen.
"Dat betekent niet dat we onze dromen dienen op te geven, wel dat we, voor we tot daden overgaan, steeds alle consequenties van die daden onder ogen moeten durven zien."
Cossee, 348 p.Vertaald door Sander Hoving
Biografie
► Zeruya Shalev werd in 1959 in de kibboets Kinneret geboren
► Ze heeft een master in Bijbelstudie, en woont in Jeruzalem samen met haar man en twee kinderen
► In 2004 raakte ze bij een zelfmoordaanslag zwaargewond. Het herstel duurde vier maanden
► Hoewel ze ook poëzie en een jeugdboek schreef, dankt ze haar faam in de eerste plaats aan haar romans, die in 25 talen werden vertaald
Marijke Arijs
2/ei/06 m
Pijn heeft vele gedaanten. Lichamelijke verwondingen helen maar moeizaam en van een gebroken hart herstel je nooit. Tien jaar na een terreuraanslag lijkt Iris weer helemaal de oude, maar dan komt de pijn onverhoopt weer opzetten. In de pijnkliniek stuit ze op haar oude jeugdliefde, zodat ook haar gebroken hart van toen weer begint op te spelen. Haar echtgenoot is alleen geïnteresseerd in schaken en haar dochter is onhandelbaar. Thuis is het, kortom, ellende troef. Crisismomenten, relatieproblemen en familieperikelen zijn de specialiteit van Zeruya Shalev (1959). De Israëlische auteur schreef zichzelf met Liefdesleven, Man en vrouw, De tweede familie en Het hart van de familie de internationale bestsellerslijsten in. Ook in Pijn verkent ze de meanders van de menselijke ziel en worden de zielenroerselen, verlangens en schuldgevoelens van haar personages tot op het bot gefileerd. Dat heeft soms iets damesromanachtigs, maar haar ellenlange, golvende zinnen maken veel goed.
In 2004 raakte u zwaargewond bij een terreuraanslag. U had zich voorgenomen daar nooit over te schrijven. Waarom hebt u dat nu toch gedaan?
'Het ging vanzelf. Plots borrelde het verhaal van die aanslag op, zonder dat ik het zelf wilde. Als ik zo'n autobiografische ervaring beschrijf, probeer ik daar natuurlijk wel een draai aan te geven. En intussen was er al een tiental jaar overheen gegaan, zodat ik het gebeurde gemakkelijker tot literatuur kon verwerken. Anderzijds, als ik schrijf over dingen die ik niet zelf heb meegemaakt, worden die vanzelf ook autobiografisch, omdat ik me altijd zo intens inleef in mijn personages. Eigenlijk is er dus niet veel verschil. Uiteindelijk is alles autobiografisch en tegelijk ook weer niet, hoe paradoxaal dat ook klinkt.'
Welke gevoelens riep die aanslag bij u op? Angst, woede, haat?
'Ik was bang, maar haat voelde ik niet. Toen ik daar op het trottoir lag, met die brandende lichamen en al dat bloed om mij heen, had ik het gevoel dat ik in de hel was beland. Het was erger dan de dood, het was een ontmoeting met het kwaad, het had iets duivels.'
Hoe verwerk je zoiets ingrijpends?
'Dat kun je in de roman duidelijk zien. Het gezin van Iris gaat ermee om alsof het louter een persoonlijke kwestie is. Stuk voor stuk geven ze zichzelf de schuld. Op de ochtend van de aanslag had het zoontje van Iris zich verstopt in het toilet, zodat ze vertraging opliepen. Haar dochtertje wilde per se een vlecht in haar haar, wat extra tijd kostte, en haar man vertrok vroeger dan anders naar kantoor, of naar zijn minnares, dat is niet helemaal duidelijk. Kortom, ze zijn allemaal bezig met wat zijzelf die ochtend hebben gedaan en denken geen seconde aan die zelfmoordterrorist. Dat wilde ik laten zien: hoe alles bij ons altijd heel persoonlijk en emotioneel wordt.'
Hoe ga je met die permanente dreiging om in het dagelijks leven?
'Er is altijd die idiote illusie dat we onszelf kunnen beschermen door drukke plaatsen te vermijden, maar de laatste tijd voel ik me in Jeruzalem nergens meer veilig. Tijdens de tweede intifada, toen er cafés en bussen werden opgeblazen, kon je nog de illusie koesteren dat je niets zou overkomen als je niet op café ging en het openbaar vervoer vermeed. Onzin natuurlijk, want ik liep gewoon over het trottoir toen die bus ontplofte. Maar nu is het veel erger geworden, door de steekpartijen. Het kan nu iedereen, overal en altijd overkomen. De laatste tijd durf ik de straat niet meer op zonder pepperspray. Ik voel me ontzettend machteloos.'
Is het niet vreemd dat u over een terreuraanslag schrijft zonder de bredere context van de nederzettingenpolitiek of het conflict in het Midden-Oosten aan te kaarten?
'Ik schrijf daar alleen over als mijn personages er rechtstreeks, op een emotionele manier, mee te maken krijgen. In mijn vorige roman, Het hart van de familie, heb je bijvoorbeeld een mensenrechtenadvocaat die ijvert voor de rechten van de Palestijnen. In het dagelijks leven probeer ik me wel te engageren, ook al heb ik het idee dat het allemaal steeds erger wordt. Vorige zomer heb ik me ingezet voor de Israëlisch-Palestijnse vrouwenbeweging Women Wage Peace. Dat is misschien een beetje naïef, maar soms wil een mens graag naïef zijn. Soms dwing ik mezelf om te geloven dat de situatie kan verbeteren en dus was ik vorige zomer actief in de tent die we hebben opgezet naast het huis van premier Netanyahu, om hem zover te krijgen dat hij weer met de Palestijnen aan de onderhandelingstafel ging zitten.'
Gelooft u dat er ooit vrede komt in Israël?
'Vorige zomer was ik nog heel optimistisch, maar soms begin ik de moed te verliezen. Misschien dat de toestand in het Midden-Oosten beter aan wetenschappers kunnen overlaten dan aan de politici, want die drijven altijd alles op de spits. Alle gematigde krachten in het Midden-Oosten zouden om de tafel moeten gaan zitten en een coalitie oprichten tegen IS. We hebben nu een gemeenschappelijke vijand.'
Er zijn nogal wat mensen die vinden dat Israël het allemaal aan zichzelf te wijten heeft, met zijn nederzettingenpolitiek.
'Ik ben tegen de nederzettingenpolitiek, maar ik denk niet dat die de oorzaak is van de islamitische terreur. Die politiek vormt een bedreiging en de bezetting moet ophouden, dat is waar, maar het is evengoed waar dat er al terreur was nog vóór er van enige bezetting of nederzettingen sprake was. We moeten er alles voor doen om het vredesproces weer op gang te brengen, maar tegelijk neemt de terreur tijdens onderhandelingen altijd toe, zoals in 2000, toen de tweede intifada begon. Het is een ontzettend complexe situatie. Uit de terreuraanslagen in Europa blijkt duidelijk hoe groot het probleem van het moslimfundamentalisme is. Het is niet meer beperkt tot het Midden-Oosten. Het is een internationaal probleem geworden, dat alleen aangepakt kan worden als we de handen in elkaar slaan.'
Wilde u in 'Pijn' de langetermijngevolgen van een aanslag beschrijven? De roman gaat overigens over verschillende soorten pijn.
'Pijn is het eigenlijke hoofdpersonage van het boek. Ik wilde tonen dat lichamelijke en psychische pijn samenhangen. Je geneest er nooit helemaal van. Pijn kan altijd terugkomen, of die nu lichamelijk, psychisch of emotioneel is. Eitan heeft Iris op haar zeventiende de bons gegeven. Wat hij haar heeft aangedaan, is voor haar bijna even erg als die zelfmoordaanslag. Je hebt ontzettend veel soorten en gradaties van pijn. Pijn is niet per se slecht, soms kan het leiden tot een nieuw begin, denk maar aan barenspijn. Zonder die pijn zou Iris haar jeugdliefde, die pijntherapeut is, bijvoorbeeld niet hebben teruggezien. Het is natuurlijk wel paradoxaal dat de man die haar van haar pijn af moet helpen, uitgerekend degene is die haar destijds zoveel pijn heeft gedaan.'
En prompt begint het verleden op te spelen.
'Het conflict tussen verleden, heden en toekomst staat inderdaad centraal. Op een bepaalde leeftijd, wanneer mensen een gezin, een baan en een heleboel verplichtingen hebben, voelen ze zich plots aangetrokken door het verleden. Op de een of andere manier lijkt de toekomst erg voorspelbaar, zodat het verleden veel aantrekkelijker wordt. En dus gaan ze op Facebook op zoek naar vrienden die hen aan hun jeugd herinneren. Zo kwam ik op het idee voor de roman, want is er een intensere manier om het verleden terug te vinden dan je eerste grote liefde terugzien? Ik wilde twee mensen elkaar dertig jaar na datum opnieuw laten ontmoeten en dan kijken wat er gebeurt.'
Hoe komt het dat bijna iedere liefde tussen volwassenen in uw boeken met schuldgevoelens gepaard gaat?
'Misschien is het typisch Joods, om je altijd overal schuldig over te voelen. Wanneer Iris Eitan opnieuw ontmoet, is ze vijfenveertig en heeft ze man en kinderen. Op die leeftijd kan een liefde nooit meer zo zuiver en volkomen zijn als tussen jonge mensen. Als volwassene realiseer je je dat alles een prijs heeft en dat elke beslissing gevolgen heeft. Kiezen is verliezen en dus voel je je permanent schuldig.'
In de roman wordt geregeld verwezen naar het Bijbelverhaal van Jozef en zijn broers. U hebt Bijbelwetenschappen gestudeerd. Hoe belangrijk is godsdienst voor u?
'In mijn kindertijd was de Bijbel voor mij heel belangrijk. Mijn vader las er voor het slapengaan altijd uit voor. Niet dat we godsdienstig waren, maar we vonden de Bijbel belangrijk als literatuur, niet als bindende godsdienstige tekst. In al mijn boeken spelen motieven uit de Bijbel een rol, zelfs als ik over het moderne leven en de moderne liefde schrijf. Die Bijbelse achtergrond leert ons dat alles al een keertje gebeurd is, dat alle verhalen echo's zijn uit het verleden.'
De vader van Iris is gesneuveld in de Jom Kipoeroorlog, zijzelf wordt het slachtoffer van een terreuraanslag en haar zoon moet in militaire dienst. Israël vraagt wel erg veel van zijn burgers. Is het dat allemaal waard?
'Dat vraag ik me voortdurend af, maar ik denk dat we gewoon geen keuze hebben. Buiten Israël leven is geen optie meer sinds de Holocaust. Maar het is natuurlijk wel een paradox. Israël is opgericht om de Joden een staat te geven waar ze veilig waren, maar het is er soms veel gevaarlijker dan in welk ander land ook. Er zijn zo vaak zelfmoordaanslagen en er vallen zoveel slachtoffers door raketten, van Hamas in het zuiden en van Hezbollah in het noorden. Het land kan de veiligheid van zijn burgers onvoldoende garanderen. En toch denk ik dat het nog erger zou zijn als Israël niet bestond.'
Hoe moet Israël omgaan met de mengeling van Arabieren, Sefardische en Asjkenazische Joden, gelovigen en niet-gelovigen? Is er nog hoop voor de multiculturele samenleving?
'Ik zie maar één mogelijkheid: de handen in elkaar slaan met alle mensen die vrede willen, ongeacht of ze moslim, christen, joods, atheïstisch of boeddhistisch zijn. Voor mij is dat het enige criterium. Als je in vrede wil leven en tegen geweld bent, dan ben je welkom. Wie een extremistisch standpunt inneemt en denkt dat hij geweld mag gebruiken om zijn doel te bereiken, moeten we buiten de deur houden. Het breekt mijn hart als ik al die Syrische vluchtelingen zie. We zouden iedereen moeten helpen die bereid is de regels van de democratie en de mensenrechten te accepteren, maar Europa moet zich tegelijk ook beschermen tegen het moslimfundamentalisme. Als er mensen zijn die de democratie van binnenuit willen vernietigen, dan moet je je daartegen beschermen.'
De macht van de straat wint altijd, zegt uw heldin. Bent u ook zo pessimistisch gestemd?
'Die uitspraak geeft mijn eigen frustratie weer. Bij Women Wage Peace zie ik hoe gemakkelijk het is om gemeenschappelijke punten te vinden en dat stemt me hoopvol, maar het is bijzonder frustrerend dat je dat niet terugziet op straat. Daar regeert het geweld. Ik vraag me af waarom de gematigde stemmen zich niet laten horen.'
Vertaald door Sander Hoving, Cossee, 352 blz..
Drs. Fieke Nugteren
Tien jaar nadat Iris zwaar gewond raakte bij een aanslag, toen ze net haar kinderen naar school had gebracht, komt de pijn weer opzetten. Ze zoekt in het ziekenhuis hulp en ontmoet daar tot haar grote verrassing haar jeugdliefde. Ook hij is haar niet vergeten, met alle gevolgen van dien. Maar als haar dochter, met wie ze niet zo’n vertrouwelijke band heeft kunnen opbouwen na haar ongeluk, in de problemen raakt, komt ze terug in de realiteit. De succesvolle auteur Zeruya Shalev (1959) heeft al diverse romans en een kinderboek op haar naam staan. In 2004 is ze, net als de hoofdpersoon, zwaar gewond geraakt en via dit gegeven probeert ze in een verder fictieve roman zich in te leven in haar figuren. Het verhaal wordt verteld vanuit de hoofdpersoon en ze gebruikt de pijn ook als metafoor voor haar leven en dat van allen om haar heen. En hoe alles, zonder de aanslag anders had kunnen lopen! Boeiende, psychologische liefdesroman die velen zeer interessante leesmomenten zal geven. Intelligent geschreven, in een afstandelijke stijl. De herontdekte eerste liefde is 'heftig', maar verstand overheerst uiteindelijk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.