Aan het einde van de nacht
Nir Baram
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14443 |
Daan Heerma Van Voss
te/ep/16 s
De vorige keer dat we elkaar spraken, was ik op bezoek in zijn stad, Tel Aviv. Ditmaal zijn we in Amsterdam, waar hij writer in residence is. We ontmoeten elkaar in een Italiaans koffietentje om te praten over zijn net in het Nederlands verschenen roman Wereldschaduw (zie bijgevoegde bespreking). De regen hoost tegen de ruiten, af en toe dondert het en vertakt zich in de hemel een netwerk van schichten.
Nir Baram (°1976) komt binnen, klopt zijn paraplu uit. 'You kind of fucked me', zegt hij lachend en doorweekt. Voor we beginnen te spreken, wil hij discussiëren over een woord uit ons vorige interview, waarin ik zijn blik typeerde als verontschuldigend. (Uit nieuwsgierigheid had hij het stuk door Google laten vertalen.) Hij had lang over het woord nagedacht. Vroeger was hij altijd de bad boy, legt hij uit. "Maar misschien ben ik veranderd. Ik heb inderdaad mijn verlegen buien."
Een zilveren kettinkje ligt op zijn felgekleurde trui, zijn ogen zijn donker omrand. Ik confronteer hem ermee dat hij - naar ik heb begrepen van een oud-klasgenoot - het type was dat zelden naar de les kwam maar wel mooi een 9,1 haalde. Een bad boy én het beste jongetje van de klas, opper ik. Hij glimlacht, zijn blik is geamuseerd, intelligent. We komen te spreken over Joost Zwagerman. Nirs beste vriend, met wie hij zijn eerste reizen naar Londen maakte, pleegde vorig jaar zelfmoord. Sindsdien heeft Nir geen fictie meer geschreven. Onlangs stapte hij het Holland Casino uit en wilde hij, zoals hij vroeger gewoon was, zijn vriend op de hoogte stellen van zijn gelukkige hand; een seconde lang was de vriend er nog, levend en wel, tot Nir zich herinnerde wat er gebeurd is.
Is hij de enige reden dat je niet meer schrijft?, vraag ik. "Een andere belangrijke reden is mijn vaderschap. De eerste weken als vader verkeerde ik in blinde paniek. Ik was bang dat hommels hem zouden aanvallen, dat de bomen zouden neervallen en de lucht zou neerstorten. Maar nu hij iets sterker is geworden, ben ik rustiger. De band tussen ouder en kind is heel eigenaardig, niet te vergelijken met de andere liefdestypes in een mensenleven. De beste meeteenheid is tijd: hoeveel tijd besteed je aan het denken aan de ander? Nou, ongeveer al mijn tijd, mijn zoon is altijd in mijn gedachten. Ik heb permanent twee stemmen in mijn hoofd: mijn autonome eigen stem, maar ook die van mezelf als vader. Goede redenen om niet te schrijven, lijkt me zo."
In de Israëlische krant Haaretz publiceerde je onlangs een reportageserie over het leven langs de groene lijn, Israëls wapenstilstandgrenzen. Zijn zulke reizen niet gevaarlijk voor een kersverse vader?
"(Zijn gezicht ontspant; weer die glimlach) Het plan was er eerder dan de zwangerschap van mijn geliefde, en ik ben niet iemand die terugkomt op zijn beslissingen. En ik ben heel blij dat ik die reis heb ondernomen. Veel vooroordelen die ik koesterde, bleken niet te kloppen. Zo wonen er tal van Israëli's in Palestijns gebied, en wonen er ook tal van Palestijnen in Israëlisch gebied. Ik dacht dat de grens veel minder poreus was, duidelijker. Maar er zijn veel zombiezones, waarin niemand de baas is. De machine wordt niet draaiend gehouden door wetten, maar door arrangementen."
In de conclusie van je serie leek je af te stappen van grote ideeën, ten bate van kleine oplossingen.
"Aan de ene kant zijn er de voorstanders van ideologische oplossingen, die termen als eenstaatoplossing en tweestatenoplossing gebruiken, aan de andere kant zijn er de pragmatici. Beide uitersten zijn onzinnig. Er zijn honderd problemen en duizend oplossingen.
"De werkelijke kwestie is een andere, namelijk die van morele autoriteit. Je kunt over alles debatteren, maar er is één principe waar iedereen het over eens moet zijn: de noodzaak van een gebied waar totale gelijkheid heerst tussen Israëli's en Palestijnen. Totale gelijkheid, dus niet dat Palestijnen zich bij de grens moeten identificeren en Israëli's niet. Zoals het er nu voorstaat, bestaat er van de Westbank een Joodse en een Palestijnse kaart. Die twee kaarten vertonen nauwelijks overlap. Maar niemand met politieke macht durft die noodzaak van totale gelijkheid onder woorden te brengen. Dát is de wortel van het probleem."
Heb je veel kritiek gekregen op je analyse?
"Natuurlijk. Vooral vanuit zionistische hoek, waarin veel aanhangers van een tweestatenoplossing te vinden zijn; zij vonden me cynisch. Maar zij leven in een droomwereld. De praktijk kent alleen chaos, overal zijn nederzettingen, een tweestatenoplossing is onmogelijk tenzij je 250.000 nederzettingen weghaalt. Maar laten we er niet te veel over praten; ik houd niet van schrijvers die hun Israëlische wortels uitbuiten omdat dat mediageniek is, puur bezettingsexotisme. Vraag me liever naar mijn boek."
Goed. Je vorige boek speelde aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Hoe beviel het om nu te schrijven over het heden?
"Uitstekend! Het was spannend om mensen aan het woord te laten die normaliter gedemoniseerd worden; de grote bedrijven, de jeugdige protestbewegingen. Ik heb willen laten zien dat niemand het kwaad of het cynisme vertegenwoordigt, iedereen vertegenwoordigt zichzelf, en iedereen vindt manieren om zichzelf te rechtvaardigen.
"Zo heb ik binnen het bedrijf, MSV, naast de op-standige Daniel Kaye, ook de mensen die bang voor hem zijn aan het woord gelaten. Ik heb al die verschillende stemmen willen laten klinken. En ja, het is ook eenvoudiger om over het heden te schrijven, je hoeft minder moeite te doen om je in te leven. Ik ben opgegroeid tussen sommige personages van mijn boek, ik herken de teleurstelling, het cynisme, het raakt me allemaal direct."
Wereldschaduw is zowel idealistisch als cynisch te noemen.
"Dat klopt inderdaad wel. De interessantste personages worden bepaald door de tijd waarin ze leven, maar zijn tegelijk atypisch; ze zijn deels cynisch, deels idealistisch. Pas wanneer ik helemaal ben doorgedrongen in het gevoelsleven van mijn personages, als de beslissingen die ze nemen niet literair zijn maar instinctief, niet door mij ingegeven maar door henzelf, pas dan ben ik klaar om te schrijven."
Je bent ervan beschuldigd dat je in het boek geweld verheerlijkt.
"Onlangs sprak ik met een aantal Israëlische rechters en studenten over mijn boek; ze noemden de Londense protestgroep nihilistisch, fascistoïde, gewelddadig. Met andere woorden, ze konden het niet uitstaan dat de groep een andere vorm van idealisme aanhing dan zijzelf hadden aangehangen, dat er gestreden werd met andere wapens.
"Voor de Londenaars is geweld deel van het revolutionaire gesprek, zoals het dat historisch gezien vaker is geweest. De Franse Revolutie, de Russische Revolutie, wat was ervan overgebleven zonder ge-weld? Wie heeft bepaald dat geweld tot het verleden behoort? Het is een dirty world, een dirty game. Dat begrijpen de Londenaars heel goed, morele vraagstukken interesseren hen niet. Ze accepteren het geweldsmonopolie van de staat niet, ze willen een nieuwe vorm van effectief protest bewerkstelligen, ze zoeken een manier om de kapitalistische wereld en zijn geëigende vormen van protest te omzeilen."
Wat antwoordde je de rechters en de studenten?
"Dat ze vanuit de mooie zaal waarin we zaten, met hoge plafonds, goed geboend, niet konden oordelen over de wanhoop van anderen."
In het boek heet dat 'in de afgrond staren'. De Londenaars willen dat de hele wereld de afgrond in staart, zoals zij, de verstotenen en verschoppelingen van het systeem, ook jarenlang hebben moeten doen.
"Precies. Op dat moment gaf ik niet antwoord als schrijver, maar als personage."
Het boek gaat voor een groot deel over vrijheid en verzet. Hoewel menig personage in het boek zichzelf vrij waant, in de zin dat hij in verzet gaat tegen de gevestigde orde, plaats jij dit al op de eerste pagina van het boek in perspectief. Iedereen, schrijf je, zit 'gevangen in de cirkel van het lot'.
"Iedereen beschikt in zekere mate over vrijheid. Dat bedoelde ik zojuist, ten aanzien van de Londenaars. Zij nemen de vrijheid om op een manier te protesteren die men niet meer gewend is, ze rebelleren tegen de tegenwoordig heersende aannames, tegen de basale regels. Ze maken dingen stuk om te laten zien hoe vrij ze zijn.
"Tegelijk zijn ze gebonden aan de regels van hun protest; vanaf het moment dat ze hun eerste steen hebben geworpen, zijn ze gebonden aan het beeld dat de buitenwereld van hen heeft. De mensen van MSV zoeken naar vrijheid, ze verlangen naar verlossing, maar de bestaande structuren houden hen tegen. En Daniel Kaye dwingt zijn vrijheid af, hij verlangt naar een wedergeboorte, de ultieme vorm van vrijheid, maar ook dat is een worsteling."
Niet iedereen is even vrij.
"Nee, bevolkingslagen hebben hun eigen werkelijkheid. Dat herinner ik me nog zo goed aan mijn reizen naar Londen, toen ik sprak met de daklozen. Hun wereld was fundamenteel anders, ze lazen geen kranten, keken geen televisie. Ze geloofden niet in The New York Times maar in samenzweringstheorieën, en ze voelden geen enkele verplichting ten opzichte van de maatschappij, want wat had de maatschappij ooit voor hen gedaan?
"Ik kom uit een familie waar participatie belangrijk is; waar de assumpties en basale regels van de samenleving als correct worden beschouwd. Maar veel mensen hebben die luxe niet; zij zien niets anders dan hun pad."
Heb jij weleens in de afgrond gestaard?
"Tweemaal. Na de zelfmoord van mijn vriend, en na de dood van mijn moeder. Ik was vijftien toen ze ziek werd, en zestien toen ik wist dat ze doodging. Op het moment dat zij ziek werd, was ze in zekere zin mijn moeder niet meer; ik moest nu voor haar zorgen, en zij niet langer voor mij. Angst, onzekerheid...: de wereld zag er vanaf dat moment fundamenteel anders uit. Die existentiële ervaring heeft me altijd achtervolgd, de familie was verscheurd, mijn jeugd was voorbij.
"Toen ben ik begonnen met schrijven: een dagboek over haar laatste dagen, deels gefictionaliseerd. Ik praatte er niet over, dat vond ik egocentrisch. Ik had het schrijven nodig om mijn trauma onder woorden te brengen. Terwijl de afgrond voor mijn vriend het einde was, was hij voor mij het begin."
Nir Baram spreekt om 14 uur met Mark Schaevers in het Salon van het Felixpakhuis.
DAAN HEERMA VAN VOSS ■
Maria Vlaar
ob/kt/02 o
Als ik hem ophaal in zijn tijdelijke woning in hartje Amsterdam, heerst er huiselijke vrede. Zijn vrouw wiegt hun baby, en Nir Baram (1976) overlaadt het jongetje met kusjes. We vertrekken naar elders zodat de baby rustig slapen kan.
Nir Baram afschilderen als een antiglobalist, omdat hij in zijn nieuwe romanWereldschaduw uitgebreid een groep gewelddadige anarchistische rebellen beschrijft, kan net zo goed als hem afschilderen als een neoliberaal, die meedeint op de golven van zijn succes. Hij beschouwt de wereld van alle kanten, waardoor zijn romans ook op verschillende manieren te lezen zijn. Hij heeft iets ongrijpbaars, wat mij doet denken aan Hugo Claus. Een grote persoonlijkheid die vele facetten van de wereld aan zijn lezers laat zien, die open vertelt over alles wat hem bezighoudt, maar die uiteindelijk niet in zijn kaarten laat kijken. 'Wat er gedaan moet worden is: de wereld zien. Emotioneel, internationaal, historisch, en vanuit de ogen van veel verschillende karakters. Zo zet ik mijn romans op. In Wereldschaduw beschouw ik de globalisering vanuit verschillende en vaak diametrale oogpunten.'
De lezer maakt kennis met personages van over de hele wereld: anarchisten in Londen, schatrijke Amerikaanse pr-adviseurs, hedgefund-ondernemers, Afrikaanse wapenhandelaren en Zuid-Amerikaanse presidentskandidaten. Sommigen bijna een stripfiguur, anderen zo vol van leven als een mens maar kan zijn. Gavriël Mantsoer, de Israëlische hoofdpersoon, is het rondste personage.
Wilde u een psychologisch portret schrijven van een man die de speelbal wordt van het neoliberalisme?
'Nee, het gaat mij om veel meer. In realistische romans is het verhaal gebaseerd op de psychologische gesteldheid van de hoofdpersoon. De plot komt voort uit de psychologie. Ik ben geïnteresseerd in de ontmoeting tussen een karakter en de wereld, en wil de lichamelijke, filosofische, economische, psychologische en koloniale facetten van een mens laten zien.'
Heeft u met deze roman het 'kapitalisme' willen aankaarten zoals u in 'Goede mensen' deed met communisme en nazisme?
'Het is geen roman over kapitalisme! Het gaat over heel persoonlijke vragen, hoe mijn generatie vandaag de dag in deze wereld leeft, waar we in geloven, wat onze ideologie is, hoe wij denken over globalisering, over politiek. En dan gaat het vanzelf over hoe het individu het kapitalisme ervaart. En hoe men in de kapitalistische wereld omgaat met het geweten. Het boek valt het kapitalisme niet aan, maar toont de werking ervan.'
Niemand in uw boek lijkt een moreel kompas te hebben.
'De meesten van de Londenaars, de anarchistische actiegroep, zijn believers. Zelfs sommige van de mannen van het Amerikaanse pr-bedrijf MSV zijn dat. Maar je kunt de wereld niet verdelen in opportunisten en idealisten. Alle mensen die ik in mijn roman beschrijf hebben meer kanten. Voor iedere actie die een mens onderneemt zijn meerdere redenen. Nooit één. Ik geloof niet dat mensen één overwegende karaktertrek hebben die hun lot bepaalt.'
'Ik was in Zuid-Amerika om een vertaling ten doop te houden, en daar zien velen de roman als support voor antiglobalisme. Men steunt de Londenaars tot een bepaald punt. Dat kan, dat is interessant, hoor. Maar het gaat mij niet om identificatie van de lezer met een van de karakters.'
Hebben uw personages wel een eigen identiteit?
'Identiteit? Wat is dat? Ik probeer mensen te begrijpen door naar hun daden te kijken. Wat ze dóen in de wereld. Gavriël is nog een figuur zoals in een bildungsroman zou kunnen optreden, die is het traditioneelst beschreven. Maar Wereldschaduw is een avonturenroman!'
De Londenaars heeft Baram juist als groep willen beschrijven. Christopher is de lijdzame slappeling met jeugdpuisten die een profetische droom krijgt, Julian de absolute leider, Clementine de strateeg en ideoloog van de groep, er zijn meelopers en overlopers, maar tezamen functioneren zij als één.
De groep heeft iets weg van Occupy en Wikileaks.
'Er is geen overeenkomst. De Londenaars geloven niet in dat soort protesten. Ze geloven niet in '68, in democratie, in politiek, in marsen, in bezettingen. Zij gaan verder en stellen zich de vraag: waar is het geweld? Wie heeft bepaald dat het verzet moet komen van de middenklasse, en geweldloos moet zijn? Verzet zonder geweld werkt niet volgens hen. Zij zien de wereld niet vanuit de visie van de mainstream linkse mediaconsument. Daarom zijn ze tegen al die pogingen om binnen het systeem oppositie te leveren.'
Zijn daarom de eerste aanslagen van de groep tegen kunstinstellingen gericht?
'Ze hebben een reden. Kunstenaars zijn de legitimatie van het systeem. Zij kunnen de orde bekritiseren, zonder die omver te werpen. De Londenaars zeggen, op een wat mij betreft pathetische manier, dat ze werkelijk buiten de orde staan. Daarom doen ze die krankzinnige dingen.'
Na zijn gewelddadige dood wordt Christopher als een moderne Christusfiguur bewonderd. Hij is het offer dat gebracht wordt, waarna een omwenteling mogelijk plaats kan vinden. Werd het wat u betreft weleens tijd, na 2000 jaar, voor een nieuwe Messias?
'Haha, het was een gebaar, geen parallel. Er is een groots idee, vervolgens een beweging, en dan een offer. Maar Christophers dood kwam in me op terwijl ik het boek schreef. Die had ik niet gepland. In alle ideologieën, ook in communisme en nazisme, zit messianisme: het geloof in een radicale verandering. Dat vind ik interessant.'
En toen wist u dat u alles aan het einde ineen zou laten storten?
'Is dat zo? Ik beschrijf een aantal stukken waarin de verhalen samenkomen, zoals een vredesconferentie in Tel Aviv. Er zitten zoveel lagen en subplots in het boek. Een Armageddon noem je het?'
Een van de belangrijke vragen die Nir Baram stelt is hoe een bedrijf verlost kan worden van morele schulden. Het Amerikaanse wereldwijd opererende pr-bureau, dat zich bezighoudt met verkiezingscampagnes en politieke beïnvloeding, doet dat door naar een van hun werknemers te wijzen: Daniel. Hij moet het geweten vormen en heeft er problemen mee mensen in het zadel te helpen die 'fout' zijn. Nir Baram speelt een gewiekst spel met de werkelijkheid als het over Thomas Lubanga gaat, leider van de patriottistische partij in Congo, die in 2012 door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag tot veertien jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens mensenrechtenschendingen en massamoord. Baram introduceert ene Patrice Lubanga, die MSV heeft gekocht met geld dat hij verdient in de handel in wapens waarmee de genocide in Rwanda is gepleegd, en die het tot minister van Mijnbouw in Congo schopt.
'De Lubanga in mijn boek is een bijzonder man, van gefortuneerde familie, een gestudeerd man en een slimme handelaar. Mij gaat het erom te laten zien hoe een globale elite een keten van gebeurtenissen veroorzaakt die haaks staat op het idee van de politieke staat. Het nieuwe Congo dat ze creëren is er alleen voor hun eigen belangen. Lubanga is een van de schakels in de keten.'
De echte Lubanga is in de gevangenis, anderen ontlopen straf. Bestaat er wel zoiets als schulddelging of verlossing?
'In het boek worden de Israëliërs die de wapenhandel geregeld hebben ook niet schuldig verklaard. Zij komen ermee weg. Volgens mij komt dat omdat het systeem verantwoordelijk gehouden wordt, en niet de mens. Dat was ook zo in 2008, met de bankencrisis.'
Bent u een moralist?
'Nee. Wat betekent dat?'
Heeft u een idee waar het heen moet? Toen ik u bijna drie jaar geleden sprak was u bezig een nieuwe politieke beweging in Israël op te richten.
'Als je verliefd bent kun je niet alles van die ene persoon krijgen. Je hebt ook anderen nodig. Het is als een reuzenrad. Kijk omhoog en je ziet steeds een ander gezicht verschijnen. Zo is ook het leven. Ik kan op één dag een believer zijn, een cynicus, alles. Dat is mijn dagelijkse gevecht.'
Kun je dan een politicus zijn?
'Nee, dat kan niet. Maar ik heb meegewerkt aan een nieuwe politieke beweging die zich inzet voor een tweestatenoplossing in Israël, waarin Palestijnen en Joden gelijkwaardig samenleven in een confederatie. We noemen het het Tel Aviv-Ramallah initiatief.'
Nir Baram heeft zich het afgelopen jaar beziggehouden met het project Walking the Green Line. In Israëls belangrijkste krant Haaretz publiceerde hij verslagen van zijn wandeling langs de grens, de 'groene lijn', waar hij sprak met kolonisten en activisten, kibboetsbewoners en soldaten, gevangenen en vluchtelingen. 'Als politieke activist moet ik optimistisch blijven,' zegt hij. 'Ik zou het niet doen als ik niet het belang van verandering in Israël voelde. Waarin ik geloof als ik schrijf, geloof ik ook als activist.'
Kunt u uw complexe gedachten terugbrengen tot politieke slogans?
'Moeilijk. Misschien ben ik niet marxistisch genoeg. Ik heb twijfels over alles. In dit boek schiet ik als in een rollercoaster op en neer tussen mijn meest persoonlijke dimensie en mijn politieke dimensie. Gavriëls moeder sterft, zoals in Goede mensen ook Thomas zijn moeder verliest. Dat gebeurde mij toen ik achttien was.'
Veranderde het uw kijk op de wereld?
'Zeker. Ik was helemaal alleen en kon er niet met mijn vader over praten. De aarde schudt onder je voeten en je weet niet of je het zelf overleeft. Het is een fundamentele onzekerheid. Ik heb er een overlevingsinstinct aan overgehouden.'
Heeft dat u tot schrijver gemaakt?
'Mijn moeder zou uren lachen als ze wist dat ik schrijver ben geworden. Ik was een rotjochie, maar ik was wel de beste voetballer van de buurt. Schrijven begon met notities over haar ziekte en sterven. Op mijn twintigste schreef ik mijn debuut dat gelukkig niet meer leverbaar is. Nu is schrijven een kunstmatige wereld geworden waar ik zo in kan stappen. En daarmee een vlucht uit deze wereld. Ik ben een leugenaar; ik stap in de verbeelding. Dat is schrijven. Mijn beste momenten als schrijver heb ik als ik niet schrijf. Dat deed ik al als kind, op de kleuterschool was de juf al boos omdat ik teveel verzon. en als ik verliefd was. Ik ben ook een fervent gokker geweest. Dan was ik in een andere wereld. Het is een transformatie. Je bent elders, op een plek waar alleen het spel is. Alle herinneringen en alle bewustzijn zijn verdwenen.'
'Gilles Deleuze zei dat een kwantitatief verschil ook een verschil in substantie is. Mijn vriend die vorig jaar zelfmoord pleegde vroeg ik eens hoeveel herinneringen hij had op een dag. Hij kon het niet tellen. Daarom was gokken voor mij hemels. Rust. Net als voetballen. En de literatuur.'
Baram is al twee jaar niet met nieuwe roman bezig. 'Ik denk er wel veel over na. Ik heb iets geprobeerd, iets heel persoonlijks was het. Maar het was niet goed, niet gecompliceerd genoeg. Nu ben ik aan het lezen. Faulkner.'
En met de baby aan het spelen.
'Hij is vijf maanden oud. En ik heb nog nooit zoiets meegemaakt, ook niet bij liefdes: er is een andere identiteit voortdurend aanwezig in mijn bewustzijn. Dit is een schok voor mij, op de grens van traumatisch. Maar gelukkig geloof ik in behaviorisme. Ik doe nu dingen die ik altijd vermeden heb, zoals zorgen dat het geen zwijnenstal is, en geduldig zijn. En sinds een paar weken ben ik cool.'
Maria Vlaar ■
G. Boomsma
Dankzij hedgefondsen kan de jonge Israëliër Gavriël Mantsoer in de jaren negentig een Joods Fonds voor de Democratie stichten en filantropie bedrijven in zijn vaderland: zomerkampen voor arme kinderen. Maar zijn groeiende macht corrumpeert. Er vormt zich een subversieve tegenmacht, een soort Occupy-beweging tegen corrupte machthebbers, die een wereldstaking op 11/11 wil uitroepen en die gewiekst gebruikmaakt van de digitale media. Hun doel: de verstoring van de westerse cultuur. Mantsoer en het consultancybedrijf MSV, dat wereldwijd politici steunt in hun campagnes, raken verstrikt in machtsspelletjes en worden uiteindelijk geconfronteerd met acties van de Wereldstakingsorganisatoren. Chaos is het gevolg. Nogal afstandelijk verteld verhaal over meedogenloze consultants die weerwerk van activisten krijgen. De ideeën over macht, politici en protest overheersen, waardoor de psychologische subtiliteit het verliest van het politieke machtsspel. Tweede in het Nederlands vertaalde roman van de Israëlische auteur (1977).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.