De nacht in Lissabon : roman
Erich Maria Remarque
Anna Gmeyner (Auteur), Jantsje Post (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Cossee, cop. 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 681 |
Alexandra De Vos
i /ul/10 j
De kindertijd: de speeltuin van het leven, tijd van onschuld, verwondering, geheime clubjes en bondgenoten 'voor altijd'. Bloempjes verwelken en scheepjes vergaan, maar onze vriendschap blijft eeuwig bestaan. Het einde van die kindertijd wordt ingeluid door het besef dat niets 'voor altijd' is, dat vriendschap eerder vergaat dan de scheepjes uit het versje en dat onschuld niet vol te houden is in de bevlekte wereld van de volwassenen. ' In unsern Jugendgarten/ Führt keine Straße mehr', dichtte Hermann Hesse in Schicksal.
Dat er geen weg terugvoert naar dat paradijs van de kindertijd, was bittere realiteit voor schrijvers die onder het nazibewind (1933-1945) de Duitse heimat moesten ontvluchten. Beroemdheden als Hermann Hesse, Thomas Mann, Bertolt Brecht en Erich Maria Remarque deelden dat lot. En dan waren er de bannelingen die tussen de plooien van de geschiedenis vielen. Een van hen was Anna Gmeyner (1902-1991), een in Berlijn werkende Oostenrijkse van Joodse afkomst.
Als kind was Anna 'vastbesloten beroemd te worden', op haar zesde was ze een bewonderd verhalenvertelster en op haar twaalfde schreef ze haar eerste (uiterst trieste en patriottische) toneelstuk. Met dat beroemd worden zou het wel goed gekomen zijn als Gmeyner in de Berlijnse avant-garde had kunnen schitteren. Ze werkte er aan theaterstukken en filmscenario's met klinkende namen als G.W. Pabst en Ernst Lubitsch. Maar toen rolde de nazipletwals over haar creativiteit en Gmeyner zocht een onderkomen in Londen. De volgende vier jaar werkte ze aan wat haar bijdrage aan de exilliteratuur zou worden: de romanManja (1938).
Eeuwige eed
De teloorgang van menselijkheid en vrijheid, van democratische en verlichtingsidealen, daarover gaat Manja. Een heel panorama, gezien door de ogen van vijf kinderen. Karli, Heini, Franz en Harry komen elke woensdag en zaterdag bijeen op een verlaten terrein aan de rivier, een soort niemandsland, een 'eilandje in de wereld, waar ze speelden, waar ze hun eigen taal hadden, een geheimtaal, onbegrijpelijk voor volwassenen'. Tijdens het vuurtje stoken en indiaantje spelen kan Karli vergeten dat zijn vader is opgepakt wegens communistische sympathieën, ontsnapt Franz aan de kadaverdiscipline van zijn nazi-opvoeding, wordt de halfjoodse Harry niet gepest en hoort Heini het gehoest niet van zijn zieke vader, een idealistische arts.
Daartussen, vereerd door de vier jongens, danst Manja. Zij is arm, Joods, vaderloos, maar vol licht en optimisme, 'zo blij dat alles aan haar in die vreugde gedompeld leek en van haar afspatte, van haar lichaam, haar handen, haar haar, als druppels na een bad'. Boven hun kinderparadijs staat Cassiopeia met haar vijf sterren, waarvan de middelste de helderste is. Onder dat sterrenbeeld zweren de kinderen dat niets hen ooit zal scheiden, 'met de zinloze, eeuwige formule van alle eden, dat het altijd zal blijven zoals nu'.
Duitslandroman
Meer en meer breekt de wereld van de volwassenen door de ijle wanden van de kinderlijke zeepbel. Als Manja een drama te verwerken krijgt, gaan de sterren uit en alle liefde en tederheid van de wereld kan ze niet meer doen stralen. De jongens moeten alles loslaten, de 'veilige poezenmand van de kindertijd', de warmte van clubjes en dure eden. 'Het "wij" en "ons" en "samen" waren opeens te klein geworden, als kinderkleren waar je uit bent gegroeid, te strak, versleten en oud.' Kan wat geweest is de wrede tijd overstijgen? Kan onschuld de nazi's overleven?
Bij verschijnen werd Manja een 'Duitslandroman' genoemd, een kinderboek en een vrouwenboek. Gmeyners vertelperspectief, waarbij ze vertrekt van de vijf nachten waarin de kinderen worden verwekt, kon blijkbaar alleen bij een vrouw opkomen. Misschien werd de roman om die redenen geklasseerd en, nadat het nazileed geleden was, niet meer opgevist.
Geheel onterecht.Manja is kundig opgebouwd, zo kundig dat je vergeet dat aan de roman een programma ten grondslag ligt - Gmeyner wilde de wereld wakkerschudden en moest daarvoor een dwarsdoorsnede van Duitsland anno 1933 uitwerken.
Ze doet dat filmisch. Bepaalde scènes, zoals een nazi-optocht waarbij de uitvergrote schaduwen bij fakkellicht op de muren dansen, doen denken aan de beeldtaal van F.W. Murnau en Fritz Lang. Maar ze doet het ook met inzet van alle gevoel, zonder dat het op hol slaat. Denk aan Erich Kästner en Hans Fallada, maar poëtischer. Of denk aan een recent succesnummer als Khaled Hosseini, maar verfijnder.
Hou in elk geval de zakdoek klaar, want het epitheton 'hartverscheurend' werd bedacht voor een roman als Manja. Zwarte laarzen stampend door een kinderparadijs, dat blijft je voorgoed bij.
ANNA GMEYNER
Manja.
Vertaald door Jantsje Post, Cossee, 400 blz., 26,90 euro (e-boek 19,90 euro). Oorspronkelijke titel: 'Manja. Ein Roman um fünf Kinder'.
De auteur: een Oostenrijkse van Joodse afkomst, wier carrière gefnuikt werd door het naziregime.
Het boek: de nazitijd, bekeken door de ogen van vijf kinderen.
ONS OORDEEL: hartverscheurend.
Alexandra De Vos ■
Carol Tummers
Heruitgave met volledig herziene vertaling. Oorspronkelijke uitgave uit 1938 onder het pseudoniem Anna Reiner (echte naam: Anna Gmeyner). Manja is het verhaal van vijf kinderen uit Berlijn: vier jongens en een meisje, allen verwekt in het voorjaar van 1920, die een bijzondere vriendschap sluiten. Ze zijn afkomstig uit zeer uiteenlopende gezinnen: burgerlijk nationaalsocialistisch, humanistisch, communistisch, Joods en bourgeois. Manja is de bindende factor van hun vriendschap maar naarmate ze ouder worden en de politieke omgeving steeds onrustiger wordt, raken ze steeds meer onder de invloed van hun ouders’ opvattingen en afkomst. Het verhaal begint met het slot wat op dat moment nog niets van het verhaal verraadt maar wel intrigeert. Indringend geschreven exilroman over de opkomst van het nationaalsocialisme in Duitsland en getypeerd als ‘een van de indrukwekkendste romans van de jaren 30’. Poëtisch taalgebruik, levendige dialogen en fascinerende, bijna filmisch beschreven karakters. In Duitsland verscheen het boek voor het eerst in 1984. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.